Planten en droogte in onze regio Bloemen en planten

Planten en droogte in onze regio

West-Betuwe 20 september 2022

De zomers worden warmer en droger. Ook in Nederland. Dat heeft effect op alles wat leeft. Wat zien we daarvan terug in de planten in ons rivierengebied?

De zandstranden langs onze rivieren waren tot begin september een stuk breder dan normaal in de zomer. De overige gebieden verkleurden naar bruin en zagen er dor en verdroogd uit. Het gevolg van een maandenlang tekort aan regen. Pioniersplanten zoals verschillende ganzenvoeten, rechte alsem, vlieszaad, postelein maar ook zaailingen van populier en wilg grepen hun kans. Zij zorgden op de kale zandstranden voor een groene kleur.

Ook langs waterkanten van poelen en sloten waar het waterpeil sterk daalde, kon je veel fris groen op zien komen: veel ganzenvoeten, rechte alsem en heel veel tandzaden. In de drooggevallen poelen vonden we nu slijkgroen, veel bruin cypergras en ook de exoot schijngenadekruid.

Dezelfde planten in wisselende aantallen
Wat we in de Plantenwerkgroep in de loop der jaren zien zijn steeds dezelfde planten, specifiek voor het rivierengebied. In de loop van het jaar en door de jaren heen hebben de weersomstandigheden veel invloed op in welke aantallen we ze tegen komen. Is het voorjaar koel en nat, dan groeit er veel raapzaad. In een droog voorjaar hebben we juist weer veel fluitenkruid. En dit jaar komen er op de drooggevallen delen van de uiterwaarden in grote getale vlooienkruid, rechte alsem, tandzaad, kaal breukkruid, moerasdroogbloem, stekelnoot en ganzenvoeten voor. Opvallend veel zeldzame Engelse alant was te zien in augustus. Veel van deze zogenaamde stroomdalvegetatie behoort tot de pioniers. Deze planten grijpen de gelegenheid aan om snel te groeien en zaad te zetten. In droge zomers is er meer ruimte. Daarom komen deze planten dan massaal voor.

Veranderende vegetatie
Door de toenemende hete en droge zomers zullen diverse plantensoorten in Nederland en ook in onze regio niet overleven. Tegelijkertijd komen er nieuwe soorten bij. De zogenaamde C4-planten rukken op. Deze komen vanuit het zuiden en hebben veel lichtenergie nodig om te groeien. Dit jaar zien we daardoor veel amaranten en grassen als Europese hanenpoot en straatliefdegras.

De komst van nieuwe planten lijkt mooi. Maar het kan ook een verstorend effect hebben, bijvoorbeeld omdat onze insecten er geen gebruik van maken of omdat de planten inheemse soorten verdringen. EN natuurlijk kan ook het verdwijnen van bepaalde planten uit ecosystemen effect hebben op afhankelijke soorten zoals dieren en paddenstoelen. Er is dan ook volop discussie of we moeten ingrijpen of de natuur zijn gang moeten laten gaan.

Onlangs verscheen op de site van Nature Today dit artikel over de mediterranisering van de planten in Nederland.

Foto: Droogte in de Heesseltsche uiterwaarden. Marja ten Voorde

Ontdek meer over

Deel deze pagina