Soort van de maand

September: Trilspin – Pholcus phalangioides

Kennen jullie het gedicht van de spin Sebastiaan van Annie M.G. Schmidt?

Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.

LUISTER!

Hij zei tot alle and’re spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo’n drang van binnen
tot het weven van een web.

Zeiden alle and’re spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom Sebastiaan, laat dat nou,
wou je aan een web beginnen
in die vreselijke kou?

Zei Sebastiaan tot de spinnen:
’t Web hoeft niet zo groot te zijn,
’t hoeft niet buiten, ’t kan ook binnen
ergens achter een gordijn.

Zeiden alle and’re spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
toe, Sebastiaan, toom je in!
Het is zo gevaarlijk binnen,
zo gevaarlijk voor een spin.

Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and’ren innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood…

O, o, o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.

Door het raam klom hij naar binnen.
Eigenzinnig! En niet bang.
Zeiden alle and’re spinnen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!

PAUZE

Na een poosje werd toen even
dit berichtje doorgegeven:
Binnen werd een moord gepleegd.
Sebastiaan is opgeveegd.

3 weken geleden ging ik op vakantie. Het huis nog even extra goed gestofzuigd in alle hoeken en gaten. Bij thuiskomst liggen er allemaal plakkerige bolletjes onder de verwarmingen en in de hoeken op het toilet en de badkamer.
Het is een illusie om te denken dat je je huis alleen achterlaat.
Tijdens je afwezigheid hebben de spinnen, zilvervisjes, neefjes(steekmuggen), pissebedden, tapijtkevers en nog veel meer kriebelbeestjes vrij spel.
Maar wie maakt die kleverige bolletjes?
Het zijn de trilspinnen.

Kijk maar eens in de hoeken van je plafond, achter en tussen de verwarming.
Dat zijn de plekken waar ze zitten. De meest voorkomende in Nederland is de grote trilspin. Als ze klein zijn zie je ze nauwelijks. Maar als ze volgroeid zijn zie je ze duidelijk met hun lange poten en rechthoekig achterlijf.
Hun web is bijna niet te zien. Het is een rommelig web zonder enig structuur en bestaat uit een wirwar van veel draden. De trilspin hangt onder zijn web. Zodra een nietsvermoedende mug het web betreedt gooit de trilspin er snel plakkerige draden overheen, het duurt niet lang of de mug zit geheel klem in het web. De trilspin spint de mug helemaal in. Als de mug niet meer beweegt wordt de mug met de kleine vlijmscherpe gifkaken gebeten en spuit de trilspin gif vanuit zijn maag in de mug.
Het gif bevat vele stoffen waaronder enzymen. Deze verteren de inhoud van de mug.
De mug wordt vervolgens leeggezogen. De delen die niet verteren blijven dan over en die vinden wij dan onder onze verwarming als plakkerig bolletje.
Pluis zo’n bolletje maar eens open.
Spinnen en pissebedden herken je meteen als je de draden eraf haalt.
Dus de trilspin eet nogal wat op in je huis. Ze lusten alles. Zelfs als er weinig voedsel is eten ze hun soortgenoten op. Het zijn echte kannibalen.
Dat zou je niet denken als je ziet hoe de trilspin zijn eitjes bewaakt en zorgzaam is voor haar kroost. Een trilspin houdt haar eitjes tussen haar kaken totdat de eitjes uitgekomen zijn. Ze kan dan zelf niet eten.
Waarom heet deze spin trilspin? Als er gevaar dreigt voor de spin gaat deze heel hard op en neer trillen, zodat je niet ziet dat het een spin is en zo hoopt de spin niet herkend te worden als een lekker hapje. Blaas maar eens naar deze spin dan zie je wat er gebeurt.
Wie is de vijand van de trilspin………………………..voornamelijk de mens, die maakt van de spin een schipper in het toilet of zuigt de spin op in een stoffige zak.
Nu we weten dat ze heel veel ongedierte in ons huis eten moeten we dit maar niet meer doen!

IVN Hoogeveen Henny Hauschild trilspin

Tekst en foto: Henny Hauschild

Augustus: Koninginnenpage – Papilio machaon

In Nederland ken ik geen dagvlinder die  meer waardering krijgt en bewonderd wordt. Het is dan ook een vorstelijke verschijning. Een grote dagvlinder met een kleed van zachtgele zijde doorweven met donkere vlakken en lijnen en onderaan een bies van glanzend blauwe vlekken met in het midden twee vuurrode ogen als robijnen edelstenen. Twee kleine staartjes brengen het geheel in evenwicht. Kortom een koninklijke verschijning.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Deze vlinder is lange tijd zeer zeldzaam in Drenthe geweest, maar de laatste jaren zien we hem toch steeds vaker. De opwarming doet zijn werk en de zachte winters maakten het de laatste jaren zelfs mogelijk dat de poppen onze winters overleefden en dat we in het vroege voorjaar al van deze prachtige soort konden genieten.

In mei zie ik de Koninginnenpage op de volkstuin. Zij (het is duidelijk een vrouwtje) vliegt laag over de begroeiing van jonge plantjes die ingezaaid zijn. Maar bij een paar soorten blijft ze rondhangen. Worteltjes, Venkel, Dille; dat zijn de soorten die haar aandacht trekken. Net als de andere dagvlinders voedt de koninginnenpage zich met nectar, maar daarnaast heeft de soort voor de voortplanting nog andere behoeften. De rupsen van de Koninginnenpage houden van deze schermbloemen. In Frankrijk zie je de rupsen het meest op Wilde peen, maar bij de volkstuin zie je de Koninginnepage eitjes leggen op de bovengenoemde soorten.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Kleine gele bolletjes die alleen maar te vinden zijn wanneer je ziet dat de vlinder eitjes legt.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Het onderlijf gekromd naar de plant; zo worden enkele eitjes afgezet.
De rupsjes die er uit komen zijn klein en zwartachtig, maar ze groeien snel en de kleur verandert in groen met zwarte strepen en oranje vlekjes.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Vorig jaar ontmoette ik Teije. Hij was toen 6 jaar. Hij had in zijn tuin 5 rupsen ontdekt op de Venkel en toen ik kwam kijken merkte ik dat hij met zijn 6 jaar al veel meer over vlinders en planten wist.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Wat het nog leuker maakte was, dat hij had ontdekt dat wanneer je op de rug van de rups drukt, er twee twee stinkende oranje hoorntejs uit de kop verschijnen. Wat een ontdekking!

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Die hoorntjes zijn een verdedigingsmiddel, maar dat had ik zelf nog maar een paar weken eerder geleerd. Wanneer de rupsen volgroeid zijn gaan gaan ze verpoppen en hangen in een gordel in de vegetatie tot daar het jaar er op een nieuwe vlinder uitkomt.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

In oktober kreeg ik een vraag van Puck (12 jaar) op de volkstuin. Zij had ook een grote rups van de Koninginnenpage gevonden en ze wilde weten wat ze er mee kon doen.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Ik heb aangegeven dat ze deze ene wel in een soort terrarium kon houden. Eerst wat voer bezorgen (wortelloof en  venkel) en dan maar  afwachten. Na enige tijd is de rups verpopt en die heeft de hele winter in die bak gezeten tot hij in mei als een prachtige vlinder tevoorschijn kwam. Puck was er verrukt over en na een fotoshoot is de vlinder vrijgelaten.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Maud Maas Geesteranus had ook een rups die later pop werd en dit voorjaar heeft ze het hele proces van uitsluipen van de vlinder op de foto gezet.

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

Prachtig resultaat!

IVN Hoogeveen Koninginnepage Joop Verburg

De Koninginnenpage. Net als bij het Oranjehuis is deze mooie vlinder voorpaginanieuws en altijd sensationeel om te zien.

Tekst en foto’s: Joop Verburg, Natuurvereniging Zuidwolde   

Juli: Watermunt – Mentha Aquatica

Watermunt, bij het Struunhuus in het Steenbergerpark, kijken we in het voorjaar uit naar de eerste scheuten. De geur verraadt de aanwezigheid van de plant en zodra deze tevoorschijn komt gaan we er thee van zetten. Bijna iedereen houdt van deze kruidenthee.

Watermunt bevat etherische oliën en nog veel meer stoffen die kunnen worden toegepast voor medicinale doeleinden. Als kompres, in bad, als thee of tinctuur. Als je ervan houdt is het ook heerlijk om op een blaadje te kauwen. Het geeft een frisse smaak en heeft een bacteriedodend effect. We herkennen allemaal wel de geur van munt in een tandpasta en dat is niet voor niets.

De bloeiwijze:
De plant heeft roodachtige lila bloemen die in de top begint met een bol en in de schijnkransen daaronder. Soms ontbreekt de bolvormige bloem in de top. Insecten bestuiven de bloem en dat gebeurt veel minder specifiek dan wat we normaal zien bij tweezijdig symmetrische lipbloemen. https://www.ecopedia.be/pagina/twee-belangrijke-kenmerken-voor-determinatie
De wortelstok heeft ondergrondse uitlopers die een groot stuk van de tuin kunnen beslaan. Het is beter, mocht je de plant graag in de tuin hebben staan om deze dan in een pot in de grond te zetten. Insecten en vlinders, waaronder het mooie kleine muntvlindertje, worden wel heel blij van bloeiende munt.

IVN Hoogeveen Hero Moorlag muntvlinder

Watermunt, de naam zegt het al, staat op vochtige, zelfs brakke bodems. Langs waterkanten en sloten, in moerassen en in lichte loofbossen. In natte duinvalleien en in riet en blauwgraslanden.

Watermunt in de keuken. 
Behalve het zetten van thee is een blaadje watermunt ook heel geschikt om een toetje mee te versieren.
Ben je verkouden dan is een paar druppels muntolie (drogist) op een doek of in een stoombadje ook zeer werkzaam.
Watermunt is een familielid van pepermunt maar smaakt milder. Omdat het milder smaakt wordt het meer gebruikt in de keuken. Het is bijvoorbeeld ideaal voor muntthee. De genezende eigenschappen van watermunt zijn zwakker maar vergelijkbaar aan die van pepermunt.
Watermuntthee of watermunt olie kent meerdere toepassingen bij kwalen zoals misselijkheid (ook bij zwangerschap) buikkrampen, opgeblazen gevoel etc. Natuurlijk is het een fijn middel bij griep en verkoudheid.

Tekst: Grietje Loof
Foto’s: Hero Moorlag

Juni: Gewone geelgerande waterroofkever – Dytiscus marginalis

Deze maand gaat over Gewone geelgerande waterroofkever.
Alleen over de naam is in Nederland veel te doen en de betreffende kever heeft ook vele andere namen zoals Gewone geelrand, Gerande watertor en Geelgerande waterroofkever.
De Latijnse naam is in ieder geval Dytiscus marginalis Linnaeus. De naam Dytiscus staat voor duiker in het Latijns en marginalis betekend rand wat verwijst naar de gele randen van de dekschilden.
De gewone geelrand is een waterkever die het gehele jaar in het water leeft. Hij komt in vele wateren voor van stilstaande tot stromende beekjes. Grotere wateren met veel vis worden doorgaans vermeden. Hij komt in geheel Nederland algemeen voor. De kever kan goed vliegen en op land lopen, als het hem niet aanstaat of het voedsel raakt op vliegt of loopt hij naar een ander water.
Het is bijna een van de grootste waterkevers van Nederland. De kever kan 3,5 centimeter lang worden. De kleur is zwart/bruin/groen met gele banden op de randen van zijn schild en tussen kop en schild en snuit. Het schild van de kever is van het mannetje anders dan van het vrouwtje.

Man:
IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De mannetjes hebben een glad dekschild, de vrouwtjes hebben een schild met groeven.

Vrouw:
IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De voorpoten zijn voor beide geslachten ook anders. De mannetjes hebben een soort zuignap om zich goed vast te houden tijdens het paren. De vrouwtjes hebben geen zuignapjes.

IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De paring gebeurt in het najaar en pas in het voorjaar worden de eieren gelegd. De eieren worden aan stengels van grove waterplanten vastgezet. De larven komen na enkele weken uit en zwemmen rond tussen de dichte waterplanten en voeden zich met allerlei waterdieren zoals kikkervisjes, muggenlarven en jonge visjes. De larven vervellen enkele malen. In het najaar gaan ze in de grond om daar van gedaante te wisselen en komen in het volgende voorjaar uit de grond als kever.
De gewone geelrand is geen vegetariër. Hij eet insecten, vis, kikkervissen en kan in een vijver een ware slachting aanrichten aan de kleine nieuw gekochte goudvissen.
De ademhaling is wel bijzonder. De kever heeft een soort ademhalingsstelsel: ze hebben een permanente zuurstofvoorraad in de vorm van een luchtbel onder de vleugels. Als de kever lucht haalt doet hij dat met zijn achterlijf, deze steekt hij boven water, uit de dekschilden worden iets opgetild en oude lucht verdwijnt en nieuwe lucht wordt weer opgeslagen onder de dekschilden.
De gewone geelrand is een snelle zwemmer en is niet gemakkelijk te vangen, als hij toch gevangen is wordt het niet raadzaam om hem vast te pakken: ze kunnen bijten met hun dolkachtige kaken.

Waterkevers zijn er in vele soorten en maten. De gewone geelrand kan gemakkelijk op naam gebracht worden als men op wat details let.

De Spinnende watertor is groter en geheel zwart en eet alleen plantaardig materiaal.
IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De Tuimelaar is net zo groot, meer groenig van kleur en heeft geen gele strepen tussen kop en snuit.
ivn Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De ander gelijkende soorten komen vaak in natuur gebieden voor met zuur water.
Bij het op naam brengen van waterkevers moet men goed naar de bovenkant kijken zoals koptekening, vorm van het schild, strepen randen van het schild, ogen, en altijd de onderzijde tekening en aanhechting achter poten. Kleuren van de kevers kunnen heel verschillend zijn door de kleur van het water.

De volgende soorten kevers kun je met een schepnet in vele sloten, poelen of vennen vangen:
De Grootste kever is de Grote spinnende watertor.
IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De Gewone geelgerand en de Tuimelaar zijn kleiner en zijn beide even groot maar kleiner dan de Grote spinnende watertor.
ivn Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De Gestreepte waterroofkever en de Gestreepte haarwaterroofkever zijn de helft kleiner dan de Gewone geelgerande.

IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De Modderkever en de Platte waterwants zijn weer de helft kleiner.
ivn Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

IVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De eironde watertor is het aller kleinst, enkele mimimeters.
iVN Hoogeveen Johan Scheeres waterkever

De Gestreepte waterroofkever, als je die vangt moet men hem vooral melden via een waarneem site. De soort is Europees en in Nederland zwaar beschermd en moet dus ook weer direct in hetzelfde water worden vrijgelaten.

Tekst en foto’s: Johan Scheeres

Mei: Huiszwaluw – Delichon urbicum

De huiszwaluw staat op de rode lijst. Helaas en heel jammer dat dit zo is. De laatste decennia bouwen wij huizen waar de huiszwaluw niet meer welkom is. Te veel overlast in de vorm van uitwerpselen is vaak de reden, maar ook de structuur van muren waar de nesten niet goed aan willen hechten. De Huiszwaluwwerkgroep bij IVN Hoogeveen zoekt daarom ook nieuwe vrijwilligers die vooral in gesprek willen met mensen die wel nestkommen aan het huis willen bevestigen zodat de huiszwaluw kan broeden. Of de huiszwaluw geheel gaat verdwijnen hangt van meer factoren af maar zorgelijk is het wel.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar geeft ons humeur wel een boost. We houden van zwaluwen, alle soorten. De capriolen in de lucht, het gekwetter en de gezelligheid die ze samen hebben.

De huiszwaluw trekt in grote groepen tussen eind juli en oktober weg in zuidelijke en zuidoostelijke richting via Frankrijk en Italië naar tropisch Afrika. We noemen ze dan ook langeafstandstrekkers.
Tussen half april en juni keren ze terug naar Nederland met een piek in mei.

Daar begint dan voor ons het feest want al maakt één zwaluw nog geen zomer, het gevoel dat het dichtbij is dat stemt ons blij. De huiszwaluw eet verschillende vliegende insecten, vooral muggen. Dus, we mogen maar wat blij zijn dat ze er zijn. Al wordt het steeds moeilijker voor de zwaluw, voor alle insectenetende vogels, want het aantal insecten neemt nog steeds af. Ook weer een reden waardoor de zwaluw op de rode lijst staat.

De huiszwaluw komt naar Nederland om te broeden. Ze broedt in een kolonieverband en heeft een of twee legsels per jaar. De eileg is van half mei tot begin augustus. De broedduur is 13 tot 16 dagen en het nestje is heel kenmerkend. Het wordt gemetseld van klei en zand. In Hoogeveen, waar veel leem in de grond zit, wordt ook graag gemetseld met leem. Maar, en daar gaat het dan mis, niet alle leem is geschikt. In de wijk Erflanden was voor de wijk gebouwd werd een grote populatie huiszwaluwen die vooral bij de boerderijen hun nesten hadden. Al tijdens het bouwen van de wijk werd er gekeken naar mogelijkheden of ze toch nesten konden blijven bouwen. Niet alle nieuwe inwoners van de wijk vonden het een goed idee om de nesten aan de gevel te laten zitten. Daarom is er een actie gestart om de bewoners in de wijk bewust te maken van wat er mogelijk is zodat de vogels er toch kunnen broeden.

IVN Hoogeveen Bart Pijper huiszwaluw

De huiszwaluw is te herkennen aan de opvallende witte stuit, de bovenzijde is zwart, de onderkant geheel wit tot aan de snavel en de schouderveren zijn iets blauwglanzend. De korte staart heeft de vorm van een vork en dat is voor zwaluwen kenmerkend. Een korte stompe snavel, de poten zijn kort en gevederd en een huiszwaluw vliegt meer fladderend dan een boerenzwaluw.

IVN Hoogeveen Bart Pijper huiszwaluw

Welke soorten zwaluwen komen naar Nederland in de zomer:
Gierzwaluw, boerenzwaluw, huiszwaluw en de oeverzwaluw. Met alle soorten gaat het slecht.
Wat kunnen wij daaraan doen?
Lok insecten naar je tuin doormiddel van bloemen.
Laat oude nesten hangen. Of haal bij IVN Hoogeveen nestkommen die op de juiste plek onder de dakrand dienst kunnen doen. (kunstnesten plaatsen)
Richt dakranden in voor zwaluwen.
Doe geen dakrenovaties in de zomer.
Bescherm gevel en ramen tegen de uitwerpselen. Je kunt plankjes onder de nesten maken zodat daar alle uitwerpselen op blijven liggen.

Laten we samen proberen om zo lang mogelijk te blijven genieten van de Zwaluw.
Die maakt uiteindelijk toch de zomer?

Foto’s: Bart Pijper

April: Bosanemoon – Anemone nemorosa

In het westelijke deel van de Oude Kene zie je op het talud van de spoorlijn drie plekken met bosanemonen. Heel lang geleden, ver voordat de spoorlijn werd aangelegd, lag hier een oerbos, het Kinholtsbosch. Ik denk dat de anemonen overblijfsels zijn van dit bos.

IVN Hoogeveen Hero Moorlag bosanemoon

Mooier is bosanemonen te zien bloeien onder beuken en eiken op Landgoed Dickninge bij De Wijk. Op sommige plekken is de bosbodem wit van anemonen. De sneeuwklokjes, ook hele velden, zijn uitgebloeid, holwortel staat nu in bloei, paarsrood en wit.

IVN Hoogeveen Hero Moorlag bosanemoon

Anemoonbekerzwam
Wie graag het zeldzame bekerzwammetje wil zien dat gekoppeld is aan de wortels van de bosanemoon, moet naar De Kleibosch bij Roderwolde/Foxwolde in Noord-Drenthe. Hele velden bosanemonen tref je hier op potklei aan. Even diep gebukt zoeken naar het bekerzwammetje. Eenmaal gevonden, zie je er steeds meer. Kleine bruine bekerzwammetjes, kleiner dan de bloem van de bosanemoon. Zogauw het blad aan de bomen komt, zijn de anemonen vrijwel uitgebloeid en verdwijnt ook de anemoonbekerzwam.

IVN Hoogeveen Hero Moorlag bosanemoon

Tekst en foto’s: Hero Moorlag

Maart: Vos – Vulpes vulpes

Iedere keer als ik een vos van dichtbij zie sla ik een klein kreetje van geluk in mijzelf. Wat zijn het toch ook fantastische beesten om te zien en ondanks alle negatieve verhalen en talloze negatieve spreekwoorden ten spijt; ik blijf genieten van zijn verschijning.

IVN hoogeveen Bart Pijper vos

De reden ligt vooral in het feit dat je ze maar heel weinig ziet en als ik ze op mijn pad tegenkom is het dikwijls onverwacht en schrikken we allebei evenveel. Tijdens het monitoren van dassenburchten kan je echter heel soms het geluk hebben dat ze opeens verschijnen en jou niet doorhebben. Dan gaan ze bijvoorbeeld slapen bovenop op de burcht, komen ze hun jongen een verse dode gans brengen of geeft ze melk aan haar jongen. Omdat ze zeer goed kunnen ruiken en kijken moet je dan jezelf echter compleet onzichtbaar maken. Zelfs op twintig meter afstand een camera boven een zandheuvel uitsteken deed moeder de moervos al een alarmerende roep uitslaan. Kijk maar eens naar het filmpje. Dit is één van de 45 geluiden die een vos kan produceren. Enkele daarvan zijn zeer beangstigend.

De komende twee maanden worden de jongen geboren. Afhankelijk van of het een stabiel territorium is krijgen ze 2-11 jongen. Als er onrust is, dan worden er 3-4 jongen geboren en zal alleen de dominante moervos jongen grootbrengen en helpen de oude dochters hun ouders om de nieuwe jongen van voedsel te voorzien. Als er wordt gejaagd en de populatie wordt verstoord, zullen de jonge vrouwtjes ook succesvolle nestjes gaan grootbrengen en neemt ook het aantal jongen toe.

iVN Hoogeveen Bart Pijper vos

De jongen worden in een hol geboren. De ‘luie vos’ gebruikt daar dikwijls een deel van een dassenburcht of een uitgegraven konijnenhol voor. Als de moervos op jacht is spelen de jongen, ook overdag, vaak buiten. Met elkaar, met een stok of met een afgekloven stuk bot. Zo schoon als de das is, zo’n rotzooi maakt de vos rondom zijn hol.

IVN Hoogeveen Bart Pijper vos

Sowieso heeft de vos een onmiskenbare geur; Ik hoef maar even aan een hol te ruiken en ik weet of deze door een vos is bewoond. De rottende prooiresten liggen namelijk ook in en rondom zijn hol maar ook de urine van de vos heeft een onmiskenbare muskusgeur die net als bij een hond dient om te communiceren. Aan de geur kunnen ze bijvoorbeeld ruiken welk territorium ze betreden en ook kan de rekel, het mannetje, ruiken wanneer het vrouwtje paringsbereid is. Dit is in januari en duurt maar drie dagen; dan moet je als rekel er natuurlijk wel als de kippen bij zijn!

IVN Hoogeveen Bart Pijper vos

Over kippen gesproken, daar is de vos gek op. Als het kippenhok goed op slot zit dan is er nog geen nood want de vos die eet bijna alles wat hem voor de bek komt. Muizen, bessen, konijnen, vogels, insecten of fruit, het maakt hem niet veel uit. In hartje Kopenhagen zag ik ooit een vos rondscharrelen en ook in Nederland worden dikwijls vossen in de steden waargenomen. Wat wil je met alle etenswaren die overal worden neergegooid. Is het geen patatje oorlog, dan zijn het wel muizen of ratten die ze weten te vangen.

Tekst, foto’s en video: Bart Pijper

Februari: Daslook – Allium ursinum

Het is een wettelijk beschermde plant uit de narcisfamilie en een vrij algemene soort in Nederland. We hebben ook in Hoogeveen een aantal plekken waar deze plant groeit en wat is het leuk om straks in het vroege voorjaar op zoek te gaan naar dit plantje met de prachtige witte bloempjes. Je kunt het eigenlijk niet missen. Daslook staat er nooit alleen en het ruikt in de omgeving ook sterk naar ui. Het geeft het ook wel aan in de naam, look. Knoflook, kraailook, berglook, etc, het zijn allemaal planten uit de narcisfamilie met wereldwijd bijna 700 soorten. De sterke uiengeur is karakteristiek voor het hele geslacht.

De bladeren worden 3 tot 5 centimeter breed en ze zitten met een ondergrondse draaiing in de steel aan de bol zodat je eigenlijk de onderkant van het blad ziet.  In april, mei bloeit daslook met mooie witte bloemen die druk worden bezocht door bijen en insecten. Zij zorgen ook voor de bestuiving. Bij uien zit ondergronds de bol en dat is gelijk ook al het samenstel van blad en bloeiwijze. Het is te vergelijken met de opbouw van een ui, we spreken wel van rokken in de bol.

De plant wordt 20 tot 40 centimeter hoog en kan zo’n 6 jaar oud worden.
Op de foto is goed te zien dat de bloem bestaat uit 6 witte bloemdekbladen en in losse bolvormige schermen zijn gegroepeerd. De zaden zijn zwartbruin en ze vermeerderen zich ook vooral via zaadverspreiding.

IVN Hoogeveen Bart Pijper daslook

Wat zo bijzonder is aan daslook is het gebruik ervan in de keuken. Het blad kun je fijnsnijden en rauw gebruiken in de keuken. Een gekneusd blaadje is heerlijk op een broodje kaas. Het kan in soepen en salades worden gebruikt maar er wordt ook kaas gemaakt met daslook. Het blad kun je wel even verhitten maar met langer koken verliest het al snel de geur. Daslook is rijk aan vitale stoffen zoals ijzer en magnesium. Om te proberen, maak eens een daslook pesto of een kruidenboter met daslook.
Omdat het een beschermde soort is in Nederland is wildplukken geen optie. Maar via een tuincentrum of online zijn daslookzaden te bestellen om zo in eigen tuin op te kweken. Misschien is dat wel net zo veilig als langs een paadje een blaadje plukken.

Tekst: Grietje Loof
Foto’s: Bart Pijper

Januari: Kramsvogel – Turdus pilaris

Het jaar 2021 was een mastjaar voor wat betreft besdragende struiken. Mast is een overdaad aan voedsel, in dit geval bessen. Nu, in januari, zijn de lijsterbesstruiken in natuurgebieden vrijwel allemaal leeggegeten door merels en zanglijsters. Maar meidoorn, vuilboom (sporkehout) en in de bebouwde kom liguster, klimop, cotoneaster en vuurdoorn dragen nog volop bessen. Voer voor de vluchten kramsvogels en koperwieken. Deze lijsterachtigen komen tegen de winter uit Scandinavië, Polen en Rusland bij ons overwinteren. Meestal zijn de vluchten gemengd: kramsvogels en koperwieken. De kramsvogel is de grootste lijsterachtige, naast de grote lijster die naar het zuiden is vertrokken en pas eind januari terugkeert.
In de bossen aan de Wijken van Eleveld en in het Kremboongbos valt me op dat vluchten kramsvogels worden begeleid door een sperwer. Tegen de avond probeert deze roofvogel een kramsvogel die los van de groep is geraakt, te grijpen. Ook een sperwer moet immers met volle krop en maag de lange winternacht in.
In het park achter het raadhuis van onze Slowaakse partnerstad Martin vond ik het nest van een kramsvogel. Lijkt sprekend op het nest van een merel, alleen een kramsvogelnest is groter. De voerende vogels vlogen af en aan met dikke wormen.
Slowaakse vriend L’udo Remeník stuurde een foto van een kramsvogel in een meidoorn.
Naast de sloot van kaasfabriek van DOC op industriegebied Buitenvaart vond ik een eenzame kramsvogel onder een pitruspol in de sneeuw. Vermoedelijk was hij daar weggekropen omdat hij niet al te fit was.

IVN Hoogeveen kramsvogel

Let deze maand op foeragerend kramsvogels en koperwieken op weilanden en stoppelvelden van maïs. Het geluid tjak-tjak-tjak komt van kramsvogels. Ben je in de auto, dan zijn foeragerende kramsvogels dicht te naderen en kun je gemakkelijk een foto maken.

IVN Hoogeveen kramsvogel

IVN Hoogeveen koperwiek

Tekst: Hero Moorlag
Header foto: Kramsvogel op meidoorn in Slowakije. L’udo Remeník

Foto 2: Kramsvogel in de sneeuw, Buitenvaart. Hero Moorlag
Foto 3: Foeragerende kramsvogel op weiland bij Hoogeveen. Hero Moorlag
Foto 4: Koperwiek op duindoorn bij Lauwersoog. Hero Moorlag

2021
December Beuk; Fagus sylvatica
November Dikrandtonderzwam; Ganoderma australe
Oktober Steenmarter; Martes foina
September Bosmestkever/voorjaarsmestkever; Trypocopris vernalis
Augustus Vossenstaart en Timoteegras; Alopecurus en Phleum pratense
Juli IJsvogel; Alcedo atthis
Juni Gewone pad; Bufo bufo
Mei Dagpauwoog; Aglais io
April Hondsdraf; Glechoma hederacea
Maart Adder; Vipera berus
Februari Edelhert; Cervus elaphus
Januari Sporkehout; Rhamnus Frangula
2020
December Grove den; Pinus sylvestris
November Klimop; Hedera
Oktober Reuzenbovist; Langermannia gigantea
September Bandheidelibel; Sympetrum pedomantanum
Augustus (witte) Paardenkastanje; Aesculus hippocastanum
Juli Sint-jacobsvlinder; Tyria jacobaeae
Juni Bruine kikker; Rana temporaria
Mei Gewone veldbies; Luzula campestris
April Citroenvlinder; Gonepteryx rhamni
Maart Das; Meles meles
Februari Gewoon speenkruid; Ficaria verna verna
Januari Kruipers en Klevers
2019
December Eik; Quercus
November Grauwe gans; Anser anser
Oktober Gele ringboleet; Suillus grevillei
September Regenworm; Lumbricidae
Augustus Eekhoorn; Sciurius vulgaris
Juli Heidelibel; Sympetrum
Juni Schaatsenrijder; Gerris lacustris
Mei Grote brandnetel; Urtica dioica
April Oranjetipje; Anthocharis cardamines
Maart Ringslang; Natrix natrix
Februari Gaai; Garrulus glandarius
Januari Pestvogel; Bombycilla garrulus
2018
December Ree, Capreolus capreolus
November Egel, Erinaceus europaeus
Oktober Zwerminktzwam, Coprinellus disseminatus
September Pissebed, Isopoda
Augustus Dwergvleermuis, Pipistrellus pipistrellus
Juli Grote keizerlibel, Anax imperator
Juni Schrijvertje, Cyrinus natator