September: Pissebed – Isopoda

De pissebed, onmisbaar voor de bodem.
Ze hebben het echt niet gemakkelijk, hun naam en uiterlijk zijn nu niet direct om te juichen, maar de pissebed is onmisbaar voor onze bodem. Tijdens de bodemdierendag zullen we ze dan ook echt overal tegenkomen. Ze zijn er met heel veel tegelijk en dat geeft ook de belangrijkheid aan. De pissebed draagt bij aan de koolstofkringloop. Gezond voor de bodem. Zijn ze dan ook gezond voor ons?

Met 14 poten is het dus geen insect.
Maar wat is het dan wel? Spinachtig is een pissebed ook niet en familie van de duizendpoot, ik denk het niet. Dan zijn er ineens veel te weinig poten. In onze tuin zullen we doorgaans een aantal verschillende pissebedden vinden. Ze behoren tot de schaaldieren zoals bijvoorbeeld de krab of een kreeft. Die zijn in ieder geval een stuk smakelijker dan een pissebed. In Nederland leven 37 soorten waarvan de meeste op het land. Je hebt tijdens een activiteit bij een sloot ook vast weleens een zoetwaterpissebed gezien. Die zijn er dus ook. In het water zijn ze ook belangrijk.

In onze tuinen komen vooral de ruwe en rol pissebed voor.
De een doet z’n naam eer aan omdat hij zich tot erwtgrootte kan oprollen en de andere heeft ruwe bobbeltjes op de rug-segmenten. Beide leven in de bovenste laag van de bodem.

Wat is dat voor een laag?
De strooisellaag is dat deel van de bodem waar dode gevallen bladeren en naalden nog herkenbaar aanwezig zijn. In deze laag zijn verteringsprocessen gaande. Hier zijn niet alleen schimmels aan het werk maar ook de pissebed en regenworm. Als de bovenste laag eenmaal verteerd is noemen we dat humus (mul). Veel planten zijn afhankelijk van de aanwezigheid van allerlei organismen. Amfibieën en salamanders hebben de strooisellaag nodig voor voedsel, het aanvullen van vocht en als schuilplaats.

Voortplanting
Per jaar produceren vrouwtjespissebedden twee keer een eierlegsel. Dit is in de lente en de zomer. Per keer is er in hun buidel plaats voor zo’n 200 eitjes. Die eitjes zijn geelgekleurd en komen na een paar weken uit. Opvallend is dat de vrouwtjes van enkele pissebedsoorten nakomelingen kunnen krijgen via maagdelijke voortplanting. Er hoeft dus geen mannetje aan te pas te komen. De jonge pissebedden blijven ongeveer een maand in de buidel wonen. Ze eten de uitwerpselen van de moeder. Hierin zitten nog voldoende voedingsstoffen. Nakomelingen zijn bijna allemaal vrouwtjes.

Virus
Soms zie je een blauwe of paarsige pissebed. Dan is het einde in zicht. Eenmaal besmet met het iridovirus, dat verantwoordelijk is voor de verkleuring, sterft de pissebed na enkele weken. Ze noemen het wel het regenboogvirus. Veel soorten die in tuinen leven zijn gevoelig voor het virus. Pissebedden beschikken over een pantserhuid, het exoskelet of harnas genoemd. Een nadeel aan het skelet is dat het niet meegroeit met de rest van het lichaam, de pissebed zal daarom eens in de vier weken van huid verwisselen. In die periode is de pissebed bijzonder kwetsbaar. Als de huid, het skelet weer gehard is dan is het weer een goede bescherming van het lichaam. Pissebedden zijn dus planteneters die ze dus verteren, maar als er weinig plantenresten zijn dan doen ze zich ook wel te goed aan vervellende soortgenoten. Een metamorfose duurt doorgaans zo’n twaalf uur. Het gebeurt in twee fases, eerst de achterkant en later de voorkant. Bij jonge pissebedden wordt bij iedere vervelling het skelet iets donkerder en ook steviger.
Wereldwijd komen er ongeveer 900 soorten pissebedden voor. Eigenlijk zijn het nachtdieren. We weten het ook wel, ze liggen graag ergens onder in het donker en zoeken zeker het licht niet op. Pas in het donker worden ze actief. Ze hebben primitieve ogen waar ze donker en licht mee waarnemen. Twee voelsprieten op hun kop dienen als tastzintuig en aan de achterkant hebben ze zogenaamde uropoden. Antenne-achtige uitsteeksels waarmee ze voelen maar ook een afweerstof tegen vijanden kunnen afscheiden.

Verwantschap
De pissebed is een schaaldier zoals, al eerdergenoemd, krab en kreeft. Zo te zien lijkt de pissebed er totaal niet op maar ademen doen pissebedden nog precies zoals hun in het water levende verwanten. Ze ademen door kieuwen. Daarom leven ze altijd in een vochtige omgeving, de kieuwen moeten steeds nat worden gehouden. Is een pissebed langer dan twee uur aan droogte blootgesteld dan gaat het mis en is de pissebed dood. De rolpissebed kan zich dan nog oprollen om het proces van uitdroging te vertragen.

Wat zijn dan buiten de droogte, vijanden van de pissebed?
Allereerst wij natuurlijk, de mens. Wij proberen altijd alles op te ruimen in de tuinen, terwijl een pissebed graag leeft in een strooisellaag. Die laag waar het verteringsproces een belangrijks voedselbron voor planten is. Dus in de herfst niet alles opruimen maar ook hier en daar een strooisellaag laten liggen. De planten in de tuin worden daar wel blij van. Dan zijn padden, muizen, hagedissen, spinnen, kevers en duizenpoten de natuurlijke vijanden van de pissebed. Toch is dat niet erg, er is genoeg te eten voor iedereen als niet alles door ons wordt opgeruimd.

Is de pissebed dan ook belangrijk voor ons?
Vroeger werd de pissebed gemalen toegediend bij bedplassen. Dat had natuurlijk met de naam te maken. Men dacht dat de stof die de pissebed afscheid als bescherming tegen vijanden best heilzaam zou kunnen zijn voor de blaas. Ook is er verband gelegd door het eten van pissebedden om hooikoorts tegen te gaan. Tot nu toe is dit nog steeds niet echt beproefd en wetenschappelijk bewezen. Wat je geloven wilt is uiteindelijk vaak doorslaggevend.

Laten wij vooral zuinig zijn op de pissebed, ze zijn goed voor de bodem en dus ook goed voor ons.

Video YouTube, door Lisandro Peña:

Ga je mee speuren naar bodemdiertjes? Kijk eens bij de activiteiten, op 29 september gaan we op bodemdiertjesjacht.

Foto: Bart Pijper
Tekst: Grietje Loof