Werkgroep Vleermuizen

De afgelopen periode stond voor een heel groot deel in het teken van de verdwijnende baardvleermuizen uit de aardappelkelder van Kamp Westerbork. Het was tot ongeveer 2010 een van de meest succesvolle kunstmatige verblijven in Nederland. Meer dan 1000 vleermuizen overwinterden er toen, waarvan voor het grootste deel baardvleermuizen. Het aantal baardvleermuizen halveerde daarna elk jaar, tot maar 150 tijdens de laatste wintertelling in januari. Samen met de Provincie en de Zoogdiervereniging heeft de Vleermuiswerkgroep Drenthe (VleD) overleg gehad over mogelijke oorzaken hiervan. Aan de orde kwamen allerlei veranderingen in de omgeving van mogelijke zomerverblijven en het winterverblijf.
Zoals het verdwijnen van landschapselementen en verbreding van diverse snelwegen in Drenthe. Zelfs de grootschalige sanering van asbestdaken werd genoemd en het veranderende gebruik van landbouwgebieden. Om hier meer over te weten te komen moet je weten waar de zomerverblijven zich bevinden. Daar is de afgelopen periode veel onderzoek naar gedaan. In de aardappelkelder en omgeving zijn batloggers geplaatst. Deze moesten regelmatig gecontroleerd worden en voirzien van volle accu’s. Ook zijn er tijdens een vangweekend vleermuizen gevangen met mistnetten. Dit alles met een teleurstellend resultaat. Niet één baardvleermuis gevangen. Wel zijn er brandvleermuizen gevangen. Dit is een nieuwe soort voor Drenthe. Deze zijn daarom van een zender voorzien en de week daarop gevolgd met volgauto’s voorzien van een antenne.

De meest verdachte oorzaak van het verdwijnen van vleermuizen is het veranderende gebruik van de landbouwgebieden. Er wordt steeds meer gif gebruikt in onze provincie. We zijn ondertussen de meest vergiftigende provincie van Nederland. Vooral de explosieve groei van het aantal bollentelers is hier de oorzaak van. Maar ook de aardappelteelt kan er wat van. Voordat de aardappels gerooid worden wordt het loof doodgespoten met een zeer moeilijk afbreekbaar gif. De jaren daarop is er hoegenaamd geen bodemleven in deze percelen. Dit is goed waar te nemen. De mollen mijden deze grond. In de percelen ernaast zitten ze dan wel.

Door de meeste natuurorganisaties in Nederland maar ook door de diverse overheden wordt niets tot weinig aan dit probleem gedaan. In de land- en tuinbouw wordt wel nagedacht over vermindering van gifgebruik. Helaas gaat het allemaal erg langzaam.

Wij kunnen wel wat doen. Door bij de aanschaf van een bos bloemen of plant te vragen om gifvrije. Wanneer die niet te koop zijn, jammer dan. Dan maar geen bloemen op de vaas. Ook wanneer je bloemen krijgt kun je hier een opmerking over maken. Dan krijg je de volgende keer hopelijk gifvrije of een ander cadeau. Als we dat massaal doen dan gaat de verandering vast veel sneller.

Meer weten over vleermuizen of meedoen met activiteiten van deze werkgroep?
Neem contact op met Jan Mager:
0528 – 27 15 75
Email