Juni: Bruine kikker – Rana temporaria

De bruine kikker Rana temporaria is een middelgrote, vrij robuuste kikker met een stompe snuit. Op de overgang van rug naar de flank liggen aan beide zijden de ruglijsten, die ter hoogte van de aanzet van de voorpoten relatief dicht bij elkaar komen. De hoekige, donkere vlek achter het oog word het masker genoemd. Hij heeft een kleine zachte graafknobbel op zijn achterpoot. De bruine kikker is variabel van kleur (bruin, groenbruin, roodbruin, geelbruin, grijsbruin) met een patroon van donkere vlekken en een lichte gemarmerde buik. De mannetjes hebben uitwendige kwaakblazen, ze kwaken (brommen) vanuit de keel. In de voortplantingstijd krijgen ze soms een blauwachtige zweem over het voorste deel van het lichaam en de keelhuid is dan wittig of grijsblauw. De soort kan tot 11 cm groot worden. De bruine kikker komt in Friesland en Groningen weinig voor, maar in de rest van Nederland komt hij heel algemeen voor.

IVN Hoogeveen Johan Scheeres bruine kikker

Heikkikker
De erop gelijkende heikikker heeft een beperkte verspreiding (vaak heide terreinen).
De herkenning van beide soorten:

Bruine kikker Heikikker
middelgrote kikker fijner gebouwd, kleiner
kleur en patroon zeer variabel rugstreep tot voorbij ogen
buikpatroon variabel vaak gemarmerd buik wit
kleine graafknobbel grote graafknobbel
soms met rugstreep lichte streep over rand bovenkaak
rugstreep nooit voorbij ogen bijna altijd rugstreep
stompe kop spitse kop
donkere oogvlek breed uitlopend donkere oogvlek smal uitlopend
blauwige keel bij voortplanting blauw bij voortplanting
larven bruin met gouden stipjes larven bruin met gouden stipjes
vele rijen tandjes 3 rijen tandjes op onderlip
kikkerdril vele watertjes kikkerdril in vennen (zuur water)

Levenswijze
De levenswijze van een bruine kikker is zeer divers, buiten het voortplantingsseizoen leven de bruine kikkers op het land. Je kunt ze dan ook bijna overal tegenkomen van tuin tot bos en grasland. Een deel van de populatie overwintert op land, en een deel in het water. De laatst genoemde groep trekt in het najaar naar het water. Bij milde temperaturen kunnen bruine kikkers tot en met december gevonden worden. Op zonnige winterdagen kunnen overwinterende dieren tijdelijk actief worden en bovengronds komen. Ze vormen dan wel een gemakkelijke prooi omdat ze traag zijn. Prooiresten in de vorm van sterrenschot of heksensnot is dan ook vaak te vinden op land. Sterrenschot is het gelei van de eieren van de bruine kikker wat niet gegeten wordt door de prooidieren.

Voedsel
Het voedsel van de bruine kikker is zeer divers: ongewervelde dieren als slakken, kevers, wormen en insectenlarven (wat in de bek past wordt vaak ook opgegeten). De larven (kikkervisjes) eten eerst het gelei van de kikkerdril en daarna algen. Geleidelijk eten ze meer dierlijk voedsel zoals watervlooien, slakjes, wormpjes en andere waterinsecten. Bruine kikkers eten ook vaak kleinere soortgenoten.

Voortplanting
De voortplanting vind plaats in het vroege voorjaar. In maart kunnen roepende mannetjes waargenomen worden. Ook de eiklompen zijn dan te vinden. Deze zijn gemakkelijk te tellen omdat de eiklompen op ondiepe, snel opwarmende plekken worden afgezet die na een tijdje aan de oppervlakte drijven. De eiklompen kunnen in ieder water worden afgezet, wel heeft het de voorkeur dat het visvrij moet zijn. Een vrouwtje legt enkele eiklompen per jaar en het legsel bestaat uit 1000 – 2500 eieren. April en mei zijn de beste maanden om larven te zoeken. Vanaf juni zijn de pas gemetamorfoseerde kikkertjes aan de oever te vinden.

IVN Hoogeveen Johan Scheeres ei bruine kikker

IVN Hoogeveen Johan Scheeres bruine kikker ei

IVN Hoogeveen Johan Scheeres ei bruine kikker

Bedreiging en bescherming.
De bruine kikker is thans niet bedreigd. De soort is wel beschermd volgens de Wet Natuurbescherming.

Het is altijd raadzaam om kikkers niet met blote handen op te pakken. Dit kan stress en beschadigingen aan de huid geven, omdat aan de handen altijd zouten en vetten zitten waar een amfibie niet tegen kan. Ook kan bij alle amfibieën het Rana virus aanwezig zijn en dit virus kan zeer besmettelijk zijn voor alle amfibieën in de omgeving. Als je al een kikker wil bekijken doe het dan met een schepnet en zet hem zo snel mogelijk weer terug in het zelfde water of land waar hij uitkomt.

Voor meer informatie zie de site van RAVON.

Tekst en foto’s: Johan Scheeres