Maart: Adder – Vipera berus

Veur een edder gao ik niet verder, veur ’n slang zin ik niet bang’

Dat zei men vroeger in Hoogeveen. Een adder heeft immers giftanden, met ‘slang’ bedoelde men waarschijnlijk de ringslang, waarvan de beet niet gevaarlijk is. Een adder hoorde je dood te slaan. Dat deed men bij het ven in het Spaarbankbos. Jongens hingen doodgeslagen adders trots aan het stuur van hun fiets en reden ermee door de Hoofdstraat. Ze gooiden de slangen in de achtertuin. Na een week was de stank daar niet te harden. Tegenwoordig is de adder wettelijk beschermd.
In maart komen adders tevoorschijn voor de warming-up. In de wal voor de radiotelescoop in het Dwingelderveld liggen op zonnige dagen 5 tot 10 adders. De bruine vrouwtjes komen eerst, later de grijze of zilverkleurige mannen. Om zo weinig mogelijk warmte te verliezen, krullen ze zich op tot een hoopje waarin je de kop moet zoeken. Zo’n hoopje is van een juveniele adder nauwelijks 6 cm in doorsnede. Eenmaal warm, gaat een adder jagen op kevers, spinnen en muizen.
Kom niet te dicht bij een adder. Een snelle korte beet heet een droge beet. Je hebt maar weinig gif in je hand, maar als ja daarvoor allergisch bent …. Altijd melden bij een arts. Houdt de adder vast en beweegt hij zijn kaken op en neer en heen en weer, dan leegt hij de gifblazen van beide boventanden volledig. Eigenlijk mag je dan niet meer bewegen en door iemand anders naar het ziekenhuis worden gebracht. Maar let wel, de afgelopen 150 jaar zijn slechts 2 mensen aan adderbeten overleden, althans voor zover bekend. Het beste is op gepaste afstand naar deze prachtige reptielen te kijken. Bij de Radiotelescoop komen ze puntgaaf uit de grond en ingezoomd kun je prachtige foto’s maken.

Adder vrouw:
IVN Hoogeveen Hero Moorlag adder vrouw

Adder man:
IVN Hoogeveen Hero Moorlag adder man

Tekst, foto’s en video: Hero Moorlag