Oktober: Gele Ringboleet – Suillus grevillei

Het is alweer een jaar droog. Drenthe heeft geluk dat er toch af en toe een bui langs kwam maar er staan nog vennen droog. Echt sappige paddenstoelen laten nog op zich wachten. Er zijn wel soorten die een dagje zonneschijn overleven. Ze hebben vaak een dikke hoedhuid, liefst met een slijmlaag. Het helpt ook om de ring over de lamellen bedekt te houden totdat de sporen rijp zijn.
Een goed voorbeeld is de gele ringboleet (Suillus grevillei). Deze soort staat alleen bij larix. Het woord “geel” slaat op de ring die ook slijmerig is. De hoedkleur kan variëren van bleekgeel tot donkerbruin. De laatste vorm moet men niet verwarren met de bruine ringboleet (Suillus luteus). Bij deze slaat het woord “bruine” eveneens op de ring. Deze soort staat bij de den (niet de spar).  Ongelukkigerwijze heet dus de gele (luteus) boleet bij ons bruin. Het geel gaat hier over de gaatjes, neem ik aan. Het kan natuurlijk ook dat de eerste naamgever (Linnaeus) kleurenblind was. Op het moment dat ik dit schrijf staan er vele gele ringboleten langs het fietspad bij Gijsselte. Genoeg voor een royale maaltijd. Jammer is het dat in de soep slijmerige boleten er een soort behangplaksel van maken. Maar verder zijn ze goed eetbaar mits voorzien van zout, peper en liefde natuurlijk.
Als u nu op zoek gaat naar deze soort van de maand dan moet u niet naar de grond kijken maar naar de bomen. Mocht u de larix tegen komen dan mag u weer kijken naar die prachtige mostapijten. Grote kans dat u dan veel moois ziet.

Tekst en foto: Bernhard de Vries