Bewegen en buiten
‘We willen kinderen activeren en in beweging krijgen. We combineren groenbeleving met sport om dat te bereiken.’ – Organisator actieve natuurspeurtocht in het park
Kinderen die veel buiten spelen en buiten bewegen zijn gezonder en gelukkiger. Een natuurlijke omgeving biedt hen veel uitdagingen. Blootstelling aan zonlicht is verantwoordelijk voor onder meer de aanmaak van vitamine D en serotonine (gelukshormoon). Eén op de drie kinderen heeft vitamine D-tekort. Vitamine D is nodig voor sterke botten en een gezond gebit. Ook kan daglicht helpen bij de cognitieve processen die hen helpen bij het leren. Buiten zijn draagt dus bij aan minder vermoeidheid, een betere stemming en een groter leervermogen. Ruim 80% van de kinderen wordt vrolijk en blij van buitenspelen.
Mensen zitten steeds meer binnen. Deze ontwikkeling is verder versterkt door de komst van de computer, tablet en spelcomputer. Kinderen en jongeren – ook met een normaal gewicht – zijn vaak te passief. Daardoor zijn zij minder fit, minder lenig, hebben minder spierkracht en coördinatie. Slechts 17% van de 4 tot 17-jarigen voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Bewegen is niet alleen goed voor de gezondheid, maar ook voor de motorische ontwikkeling, toename van hersenfunctie en cognitie. Leerlingen ervaren minder psychosociale problemen en zijn minder vaak depressief als zij meer bewegen. Als je op jonge leeftijd regelmatig beweegt, heb je later een verlaagd risico op hart- en vaatziekten en overgewicht.
Een natuurlijke speelomgeving stimuleert tot meer gevarieerd en creatief speelgedrag. Met name fantasierijk, exploratief en constructief speelgedrag komt vaker voor in natuurlijke dan in niet-natuurlijke speelomgevingen. Kinderen tussen de 5 en 7 jaar gaan flink vooruit in hun motorische ontwikkeling als ze een jaar lang elke schooldag in het bos mogen spelen. Kinderen met ADHD kunnen zich ook beter concentreren tijden of na een verblijf in een natuurlijke omgeving.