Wandeling Steenwaard en Erfkamerlingschap op 6 augustus 2023

De Oude IJsselstreek 25 augustus 2023

Na een periode van overvloedige regen is het deze ochtend bij aanvang van de tocht droog.
Gerard heet de deelnemers welkom en verdeelt ze over de 4 aanwezige gidsen.

Met mijn groep loop ik eerst evenwijdig langs de Oude Rijn en we kijken van daaruit over het water aan de ene kant en de mais- en graanvelden aan de andere kant van de weg.
In mijn groep ontstaat een gesprek over gangbare en regeneratieve landbouw. We zetten daarbij het hoe en waarom tegen over elkaar en wat de rol van “burgers” kan zijn in een transitie naar een meer duurzame voedselproductie.

We steken de Oude Rijn over en komen in het weidegebied. Daar loopt een groep Blonde d’Aquitaine te grazen die bewijzen dat ook koeien horens kunnen hebben. We vinden koeienvlaaien vol strontvliegen en hun larven. Hier bespreken we dat mest dus niet altijd verkeerd is en juist in het voordeel werkt van het systeem. Strontvliegen en andere insecten spelen een grote rol in het leven van bijvoorbeeld weidevogels; dieren die iedereen graag ziet en die meer nodig hebben dan nestbescherming om te overleven.
In het water drijft bloeiende watergentiaan en nog zwanenbloemen in bloei. Er vliegen ook wat waterjuffers rond. Op de kaardenbollen zitten verstijfde hommels te wachten op verwarmend zonlicht.

De vrijdag voor deze tocht heeft de onderhoudsploeg met een bosmaaier een pad door het riet gemaaid dat dit jaar op de indrukwekkende hoogte van 3,5 meter staat. Hier vinden we overal wissels van bevers en ook een om geknaagd wilgenboompje. We praten over de bever in zijn rol als landschapsarchitect. In dit gebied hoeft hij geen dammen te bouwen om een vochtig biotoop te creëren. Wel graaft hij geulen en maakt hij looppaden van het ene watertje naar het andere. Ideale (vochtige) plaatsen voor moerasplanten, insecten en amfibieën. Door bomen om te knagen creëert de bever zonnige plekjes in het wilgenbos waar allerlei vochtminnende planten en kruiden opschieten waar hij zelf ook graag van eet. Ook legt hij wintervoorraden van wilgentakjes aan onder water. Veel van wat niet wordt opgegeten ontwikkelt zich weer tot bomen en zo is de kring weer rond. In een ondiepte vinden we roze bloeiend veenwortel.

We praten over de hier toegepaste manier van kleiwinning waarbij de hoogtelijnen in het landschap worden gevolgd. Hierdoor komen de vormen en de ondergrond van de oude strangen aan de oppervlakte. Hierin is jaren geleden onder andere waterriet aangeplant dat levensruimte biedt aan bijvoorbeeld de roerdomp. Aan de rand van de inmiddels volwassen rietvelden houden we even pauze en wisselen we ervaringen uit met de andere groepen.

We vervolgen de tocht door het wilgenbos van de Steenwaard. Dit gebied bestaat uit een wilgenbos met een groot aantal kleiputten van diverse afmetingen. Midden in het bos staan we een minuut of twee stil om te luisteren. Wonderbaarlijk genoeg waait het niet en de enige geluiden die we horen zijn het gekwetter van meesjes, het roepen van boomklevers en het scherpe hoge piepen van ijsvogels. Geen vliegtuigen, auto’s, treinen of andere geluiden die horen bij menselijke activiteiten.

Op plaatsen waar wat grotere kleiputten liggen wijkt het bos en kijken we uit over het verstilde water.
Daarna komen we op de groene dijk die hier de grens vormt tussen Nederlands en Duits grondgebied. Hier begint het al warmer te worden en fladderen koolwitjes, een blauwtje en een distelvlinder. Ook vinden we leden van de stroomdalflora als kattendoorn, kruisdistel en de prachtige knikkende distel.

We lopen door het weiland van boerderij de Houberg waar gewerkt wordt volgens het principe van de regeneratieve landbouw. Die gaat uit van het voeden van de bodem. Hierdoor ontstaat in bijvoorbeeld dit weiland een levensgemeenschap die beter bestand is
tegen wisselende weersomstandigheden en zorgt voor gezondere planten en een grotere diversiteit aan grassen en kruiden wat weer van invloed is op de gezondheid van de runderen die er van eten. Een weide verderop staan de Lakenvelders ons nieuwsgierig te bekijken.
Dit oud-Hollandse runderras wordt gefokt om zijn melk én zijn vlees. Langs het weiland staan meidoornhagen die gedeeltelijk gesnoeid worden terwijl andere uit mogen groeien. Deze hagen dienen naast afscheiding ook als verkeersaders, voedselvoorziening en schuilgelegenheid voor wilde dieren.

Inmiddels naderen we het einde van de tocht en als we afscheid hebben genomen opent niet lang daarna de hemel zijn sluizen….

Tot slot:
De groep vogelaars heeft o.a. de visarend, waterral, visdief en ijsvogel gezien. Ook was er een paartje dodaars met 2 jongen.
Een van andere groepen zag 2x een ree en een aantal hazen.

 

 

Foto’s: Sjoukje, Frans en Fred

Deel deze pagina