Wandeling Kleine Gelderse Waard 9 juli 2023

De Oude IJsselstreek 13 juli 2023

Het is al behoorlijk warm als we de deelnemers in 4 groepen splitsen waarbij er keuze is tussen een langere en een kortere versie van de tocht.
In mijn groep zijn drie kinderen bewapend met verrekijkers en zoekkaarten. Ze weten al behoorlijk wat en vinden al snel een pad die zich probeert te verstoppen.

De Kleine Gelderse Waard is in 20 jaar gefaseerd van klei ontdaan en heringericht. Sommige delen volgen de hoogtelijnen van oude rivierlopen. Verder zijn er op verschillende plekken poelen ontstaan en plassen gecreëerd van diverse grootte en met uiteenlopende diepten. Er zijn hoge en lage zandgronden en ook hoge en lage kleigronden. Zo kun je de verschillende levensgemeenschappen op zowel het land als in het water prachtig vergelijken. Op de hoge kleiige gronden groeien mossen en bijvoorbeeld Duits viltkruid. In de lage vochtige kleiplekken groeien planten als munt, moeras-vergeet-mij-nietjes en wolfspoot. En op het vochtige zand hebben we zelfs duizendguldenkruid gevonden.

Foto: Chris Briek

In een van de grotere ondiepe plassen hebben zich grauwe ganzenfamilies verzameld die bijna zover zijn dat ze (weer) kunnen gaan vliegen. Ook scharrelen er een viertal lepelaars rond. Op de drooggevallen modderplaten zit een flinke groep kieviten met bijna volwassen jongen.
Bij een van de kleinere poelen vinden we ienie-mienie rugstreeppadjes. Bij de oeverzwaluwenwand is het rustig. De meeste jongen zijn inmiddels uitgevlogen. Dan stijgt er uit de rietkragen een roerdomp op die met trage vleugelslagen een eindje verderop weer in het groen verdwijnt.

Er vliegen diverse blauwtjes-soorten rond, distelvlinders, dagpauwogen en ook een aantal koninginnenpages dansen door de lucht. Grote groene sabelsprinkhanen vliegen met zilverige vleugels voor ons op. De kinderen hebben ondertussen lieveheersbeestjes in hun potjes gevangen.
In het zand en de vastere kleiwandjes zijn overal gaten te zien van zand- en graafbijtjes.

Foto: Sjoukje Gerritzen

En ondertussen wordt het steeds heter. We pauzeren even in de schaduw van wat wilgenbomen die langs de oever van een Rijnstrang staan. Daarna lopen we door een met kruiden ingezaaid stuk terug dat niet toegankelijk is voor de runderen. De vegetatie staat daar manshoog en een vader neemt zijn dochtertje op de schouders. We ruiken aan de zwaar naar nectar ruikende akkerdistels en de naar wortel geurende wilde penen. Er vliegen veel hommels en jagende libellen.

Bij het beginpunt neem ik afscheid van een groep bezoekers die onder de indruk zijn en die beloven zeker nog eens terug te komen.
Ik wijs ze op de mogelijkheid om wandelingen aan te vragen waarbij je onder leiding van een IVN gids ook de andere mooie gebieden in onze regio kunt komen verkennen.

De andere groepen komen na en na terug en hebben weer heel andere dingen meegemaakt.
Zo trok de kudde runderen op fotogenieke wijze door het water van de grote plas.
Natuurlijk lieten de vele rietvogelsoorten als cetti zanger, rietgors en dodaars van zich horen.
Ook vond men de halfparasitaire ratelaar die leeft op graswortels, het hazenpootje en de voor Oost-Nederland zeldzame duinrus.

Kortom in de Kleine Gelderse Waard hebben wij en onze bezoekers die ochtend de weidsheid, diversiteit en schoonheid van het gebied volop kunnen ervaren!

Deel deze pagina