Herfstwandeling in het Noorderbroek

Paddenstoelen in het Noorderbroek

De Oude IJsselstreek 23 oktober 2023

Zondagmiddag 15 oktober stond er een herfstwandeling in het Noorderbroek (boven Varsseveld) op het programma met speciale aandacht voor paddenstoelen, georganiseerd door regiowerkgroep ‘Rondom Strang & Iessel’.

Met voorwandelen een dag eerder, want paddenstoelen kunnen snel weer verouderen of weg zijn, hadden we -op een paar spatjes na- goed weer. En we hadden wel wat leuke zwammen gezien, al had de variëteit beter gekund. We zagen o.a. diverse koeienboleten. Hoe komen die eigenlijk aan hun naam? Dat moesten we nog maar eens opzoeken…
Op zondagmiddag was het frisjes maar we stonden -gelukkig in het zonnetje- vol goede moed het publiek op te wachten. Uiteindelijk gingen we met zo’n 20 personen, opgesplitst in 2 groepen, op pad. Een leuk gemengd gezelschap van jong en oud, waaronder zelfs een paar middelbare scholieren die wat kennis op wilden doen over schimmels voor hun werkstuk.

De vele aardappelbovisten her en der in het bos kon niemand ontgaan. Een doorgesneden exemplaar liet de -nog niet geheel rijpe- sporen zien. Als de zwam rijp is, barst deze open en worden de sporen verspreid door de wind en regendruppels.

Opengesneden aardappelbovist
Opengesneden aardappelbovist, foto door Wieneke Oly

Ook de koeienboleten kwamen we weer tegen, die in symbiose leven met dennen. Op Nederlandse websites viel over de naamgeving niet veel te vinden, maar op een Engelse hebben we nog wel een paar verklaringen voor de naam kunnen lezen. In het Engels wordt deze zwam ook wel de ‘Jersey cow bolete’ genoemd, vanwege de kleur die overeenkomt met die van dit koeienras. De latijnse naam is Suillus bovinus, waarbij ‘suillus’ varken (zwijn) betekent en verwijst naar de vettige hoed van deze zwam. Bovinus is latijns voor ‘runderen’. De koeienboleet is wel eetbaar maar schijnt minder lekker te zijn dan andere eetbare paddenstoelen, zoals bijv. het eekhoorntjesbrood. De ridders uit de Middeleeuwen achtten de koeienboleet daarom meer geschikt voor de koeiendrijvers (het gewone voetvolk).

Verder zagen we veel soorten russula’s variërend in kleur van geel naar groen en van roze tot paars. Enkele mooie grote sponszwammen aan de voet van naaldbomen (stobben) en kastanjeboleten, die ‘blauwe plekken’ kregen als je in hun hoed kneep. De vliegenzwam (rood met witte stippen) stond er ook, al waren de meeste exemplaren wat verbleekt en de ‘witte stippen’ van de hoed afgeregend. Maar tot vreugde van de kleine kinderen stond er nog wel een ‘baby’-vliegenzwammetje.

Grote sponszwam
Grote sponszwam
Jonge vliegenzwam
Jonge Vliegenzwam
Braakrussula
Braakrussula

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De fopzwammetjes, waartoe ook het bekende ‘rode koolzwammetje’ (amethistzwam) behoort, waren eveneens goed vertegenwoordigd, net als de melkzwammen (melken wit sap bij beschadiging). Een zwammetje dat we met voorwandelen gemist hadden, werd nu wel gespot midden op een graspad: het vuurzwammetje. Weliswaar iets te laat opgemerkt, want de meeste exemplaren waren helaas al vertrapt… Het is een soort die op schrale graslanden groeit en zijn naam eer aan doet met z’n vuurrode kleur.

Fopzwam
Fopzwam (onderkant)

Onderweg kregen we onverwachte nog een hagelbui op onze pet, maar gelukkig kon dit de pret niet drukken. Precies om 16.00 uur stonden we weer op de Vorentjesbrug over de Boven-Slinge, die nu eens flink stroomde na de gevallen regen van afgelopen dagen. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt met die droge zomers waarin de beek zelfs op plekken droog kwam te liggen. Voor de paddenstoelen was de nattigheid deze zomer en herfst ideaal…!

Gidsen: Frans Witjes, Ellis Breukelaar en Jeltje Berendsen
Foto’s: Ellis Breukelaar en Frans Witjes

Deel deze pagina