LOFAR-gebied tussen Buinen en Exloo
Wat is LOFAR?
LOFAR (Low Frequency Array) is een radiotelescoop van ASTRON uit Dwingeloo. De telescoop bestaat uit duizenden antennes die radiogolven uit het heelal opvangen. Er zijn twee soorten antennes (de sprietjes en de antennes in de zwarte dozen) die resp. radiogolven tussen 10 en 80 Megahertz en 120-250 Megahertz opvangen. Tussen 80 en 120 Megahertz ligt onze FM band. Astron is uiteraard niet geïnteresseerd in muziek van de aarde en doet in dat frequentiebereik geen metingen.
Antennes in het LOFAR-gebied, ©Jos Vink
ASTRON onderzoekt met LOFAR het ontstaan van het heelal, de zogenaamde oerknal (13,7 miljard jaar geleden!). Ook diverse sterrenstelsels, zwarte gaten en pulsars houdt LOFAR in de gaten. Daarnaast biedt het sensornetwerk mogelijkheden voor andere toepassingen.
Het centrale deel van LOFAR ligt in het dal van de Hunze tussen Exloo en Buinen. Verspreid over ons land en verder in Duitsland, Frankrijk, Engeland, Polen, Zweden, Finland en Ierland zijn kleinere antennevelden die allemaal met elkaar verbonden zijn en onvoorstelbaar veel data sturen naar een supercomputer in Groningen.
Voor storingsvrije waarnemingen is het van groot belang dat er geen activiteiten in de omgeving plaatsvinden die de uiterst zwakke radiogolven uit het heelal verstoren. Een draaiende trekkermotor in de omgeving bijvoorbeeld is tijdens de waarnemingen uit den boze. Om die reden is rondom de antennevelden een grote oppervlakte grond aangekocht. Het terrein beslaat ruim 400 ha aan weerszijden van het Achterste diep. Slechts een klein deel hiervan wordt gebruikt voor de antennevelden op terpen. In 2010 werd het terrein ingericht.
LOFAR en natuur
Toen ASTRON kwam met haar plannen voor LOFAR was Het Drentse Landschap aanvankelijk niet blij. Er waren immers al plannen om ter weerszijden van het Achterste diep gronden te bestemmen voor natuur en het rechttrekken van de beek ongedaan te maken.
Speuren naar planten ©Jos Vink
Al snel bleek echter dat de plannen van ASTRON naadloos pasten binnen de plannen voor natuurontwikkeling. De oppervlakte aan natuur kon zelfs veel groter worden dan Het Drentse Landschap voor ogen had.
De natuur bestaat ruwweg uit drie delen: de feitelijke beek die nu weer kronkelt en van vistrappen is voorzien, het grasland aan beide oevers die alleen tussen de antennevelden intensief worden beheerd en verder zijn ingericht als weidevogelgebieden en het kwelmoeras met waterpartijen en schrale graslanden die voor een groot deel zijn gegraven om de aanleg van terpen waarop de antennes staan mogelijk te maken.
Het natuurgebied heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot een belangrijk vogelreservaat. Roelof Manting die samen met anderen de broedvogels en de wintervogels inventariseert heeft diverse zeldzame vogels genoteerd en schreef daarover in ons IVN tijdschrift Hondsrug en Veenlanden. Zie de links hierna.
Bruine kiekendief man met nestmateriaal
in het LOFAR-gebied, ©Lenie Doornkamp
Minder bekend is dat het gebied ook floristisch uitermate interessant is. De IVN plantenwerkgroep inventariseerde in de zomer van 2020 het westelijk gedeelte van het terrein. Een indrukwekkende plantenlijst met diverse zeldzaamheden was het resultaat. Jos Vink, lid van de plantenwerkgroep, schreef daarover een verslag.
Moeraskartelblad ©Jos Vink
Meer informatie over het gebied in onderstaande links:
Lofar inventarisaties plantenwerkgroep 2021
Lofar inventarisaties plantenwerkgroep 2020
Hondsrug en Veenlanden 2018-2 – Broedvogels van Lofar – artikel Roelof Manting
Hondsrug en Veenlanden 2019-2 – Wintervogels in het Lofar gebied – artikel Roelof Manting