Minder grauwe tijden voor grauwe klauwier
De Engelsen noemen hem ‘butcher bird’ en zijn Latijnse geslachtsnaam betekent ‘beul’. Het is een roofvogel, met het uiterlijk van een zangvogel. En een indicator voor een gezond ecosysteem.
Ik zie mijn ‘gemaskerde mus’ tijdens een wandelrondje door de uiterwaarden bij Oud-Zevenaar. Hij scharrelt door een brede heg voor mij. Met zijn Zorro-masker goed te herkennen als grauwe klauwier. Het zal een jong exemplaar zijn, hoor ik later van een collega-gids-in-opleiding. De volwassen exemplaren hebben ons land al verlaten, de jongen volgen iets later.
Grauwe klauwier (eigen foto).
Jagers
Klauwieren lijken misschien onschuldige zangvogels op het eerste gezicht, maar het zijn echte jagers. Uitgerust met haaksnavel, krachtige poten en scherpe nagels. De naam klauwier verwijst naar zijn sterke klauwen. Wereldwijd telt de familie 34 soorten, waarvan er twee in ons land voorkomen.
Als de grauwe klauwier rond deze tijd is vertrokken naar warmere oorden, is de blauwe klauwier vanuit het koudere noorden in ons land verschenen. Deze laatste soort is beter bekend onder de naam klapekster. Beide vogelsoorten werden ooit in de valkerij gebruikt. Ze ‘verklapten’ welke roofvogel overvloog. De klapekster dankt zijn naam eraan.
Menu
De grauwe klauwier is de kleinste van alle klauwiersoorten die in ons werelddeel voorkomen. Hij jaagt voornamelijk op grote insecten. Maar hagedissen, reptielen, muizen en jonge vogels staan ook op het menu. De grotere klauwiersoorten richten zich meer op deze laatste.
Gevangen prooien bewaart hij van oudsher op de scherpe doornen van bijvoorbeeld de sleedoorn. En sinds doornige heggen zijn vervangen door prikkeldraad, ook op de ijzeren stekels hiervan. Noodgedwongen gaat hij met de tijd mee.
Blij
De beheerders van de uiterwaard waar ik wandel mogen blij zijn met deze vogel. Het is een indicatorsoort voor een goed functionerend ecosysteem van ruige, halfopen landschappen. Daarom is het ook niet zo vreemd dat de soort in de vorige eeuw afgleed van veelvoorkomend naar zeldzaam. Rond de eeuwwisseling tot het trieste dieptepunt van ongeveer vijftig broedparen in Nederland. Gelukkig zijn de gevolgen van natuurherstel, zoals in de uiterwaarden, duidelijk te merken. Het aantal broedparen gaat weer richting de tweeduizend. Het zien van een grauwe klauwier maakt mij daarom ook blij!
Peter
In deze rubriek deelt Peter Polter maandelijks een natuurmoment met onze lezers. In januari 2025 is hij begonnen aan de IVN Natuurgidsen Opleiding.
