Buurt vergroenen

Groene schoolpleinen: ‘Kinderen gaan er echt anders spelen’

De groene revolutie Zeeland 12 oktober 2023

Groene schoolpleinen zijn een verrijking voor kinderen én leerkrachten. Steeds meer scholen vergroenen, maar landelijke regie ontbreekt nog. Hoog tijd daarvoor, vindt IVN.  

Tekst Mariska den Hartog Foto’s Anna Laming 

Vienna uit groep 5 van basisschool de Vliete in het Zeeuwse Wissenkerke is samen met haar klasgenootjes druk in de weer bij de vijver van hun school. Of tenminste, wat doorgaans een vijver is. ‘Door de droogte staat er nu bijna geen water in, maar er zijn wel salamanders en kikkertjes hoor’, weet Vienna en ze laat de emmer met water en diertjes erin zien. Normaal gesproken staat het water tot aan de steiger. ‘Dan zitten we daarop en kunnen we met het schepnet diertjes vangen. We kijken ernaar en laten ze aan het einde van de pauze weer vrij.’ 

Van alles te beleven 

Vienna en haar klasgenootjes hebben behalve de vijver nog heel veel ander groen tot hun beschikking in de tuin achter de school. Tussen de struiken kunnen ze hutten bouwen en er is een grote berg om te beklimmen met een notenboom erbovenop. In een hoekje van de tuin staan insectenhotels en daarnaast is een kleine boomgaard met appel- en perenbomen. In moestuinbakken groeien zonnebloemen, er is een natuurbeleefpad en naast het gebouw is zelfs eigen stukje grond voor de kippen. ‘We mogen ze niet voeren of de eitjes rapen, dat mogen alleen groep 7 en 8’, vertelt Vienna. In deze groene oase is voor de kinderen altijd wat te beleven. En ze genieten zichtbaar terwijl ze op blote voeten rondrennen. Geen ruzie of gezeur. Vienna vindt de schooltuin ‘supergaaf’.     

Juf Ann-Marie Vermeulen is ook heel blij met het groene schoolplein. ‘We zijn ongeveer acht jaar geleden begonnen met vergroenen’, vertelt ze. ‘Er lag een braak stuk grond van de gemeente achter onze school. De gemeente is heel welwillend wat dat betreft: we mochten het gaan gebruiken als schooltuin.’ Vermeulen vindt het een enorme verrijking. ‘We hebben ook nog een plein aan de voorzijde. Daar heb je klimtoestellen en spelen ze vaak met stepjes en skelters. We zien dat ze in de natuurtuin echt anders spelen. Ze zijn zich bewuster van de natuur en gebruiken die bij hun spel.’ 

Vincent van der Veen is impactmanager Kind en Natuur bij IVN. ‘We werken er binnen IVN al zeventig jaar aan om mensen dichter bij de natuur te brengen. Als je liefde voor natuur wilt ontwikkelen, moet dat in je dagelijkse leven geïntegreerd zijn. Het onderwijs is daar een goede plek voor.’ Het lastige is volgens Van der Veen dat rekenen zes keer meer aandacht krijgt dan natuuronderwijs. ‘Ik weet uit ervaring dat er best wel leerkrachten zijn die het onderwerp belangrijk vinden. We werken eraan om die beweging in het onderwijs sterker te maken, zodat de urgentie op een gegeven moment vanuit het onderwijs zelf komt.’

 

Versteende vlaktes 

In vier jaar heeft maar liefst zo’n twintig procent van de schoolpleinen in Nederland een vergroenslag gemaakt.  zestig procent. In vier jaar is dus twintig procent vergroend, mede dankzij IVN als aanjager. Nu heeft veertig procent van de scholen een groen schoolplein. Van der Veen. ‘Ik begrijp zelf niet waarom de buitenruimte bij veel scholen zo’n visieloze, versteende vlakte is. Het is een heel proces om scholen te laten zien dat een groen schoolplein echt veel waarde heeft, ook tijdens de les. Maar iedereen weet dat het voor alle kinderen tegennatuurlijk is om zo lang stil te zitten. Voor sommige leerprocessen is het zelfs veel beter om die bewegend te doen.’  

Stressverlagend schoolplein 

Daar kan juf Ann-Marie zich zeker in vinden. ‘Buitenlessen zijn heel goed voor kinderen. Naast de leerdoelen die we hebben, kunnen ze zich buiten lekker ontspannen. We proberen zoveel als we kunnen in de schooltuin te zijn. We hebben alleen nog geen oplossing voor de vieze schoenen daarna’, voegt ze lachend toe. ‘Ook doen we vaak iets dat aansluit op het onderwerp natuur. Bijvoorbeeld een les over plastic soep of het organiseren van een oogstfeest. We hebben bovendien een kast vol met spullen voor het geven van buitenlessen.’ 

Van der Veen geeft toe dat dit van de leerkrachten wel wat vraagt. ‘Uit onderzoek is gebleken dat het stressverlagend werkt om in het groen te werken. Als er een sector is waar mensen veel stress ervaren, dan is het wel in het onderwijs. Toch bleek dat leraren op zo’n groen schoolplein juíst stress ervaren tijdens een buitenles. Dat komt omdat deze manier van lesgeven een andere aanpak vraagt. Je moet leerkrachten dus die competenties aanleren. Competenties die er niet op gericht zijn om kinderen zo stil mogelijk op een stoeltje in de klas te laten zitten.’ 

Het geven van buitenlessen blijft dus nog achter. Voor een echte groene revolutie zouden onze kinderen nog veel vaker naar buiten kunnen. ‘Het schoolplein is niet alleen een pauzeplek voor dat ene kwartiertje’, vindt Van der Veen. ‘Voor de ontwikkeling en de leeropbrengsten zou het ideaal zijn om 25 procent van de tijd buiten te zijn en 75 procent binnen. Nu is dat vaak nog maar 1 procent buiten tegenover 99 procent binnen.’ 

 

Opgeschoven norm 

De verschillen in Nederland zijn groot als het gaat om groene schoolpleinen. De ruimte is vaak een struikelblok. In de stad is er nu eenmaal minder ruimte dan in landelijke gebieden. Van der Veen: ‘Over het algemeen wonen kinderen steeds vaker in een versteende omgeving. Dat geldt eigenlijk overal. Als je als kind in een flat woont, is de noodzaak misschien wel groter om op school meer ruimte te hebben. De voorgeschreven gemiddelde buitenruimte per kind was eerst 3,2 vierkante meter. Inmiddels is de norm opgeschoven naar 5 vierkante meter per kind. ‘Dat geldt voor nieuwe scholen. Er zijn natuurlijk nog veel oude waar die ruimte niet is. Wat mij betreft zou een te krappe en versteende buitenruimte ook een criteria moeten zijn voor gemeenten om prioriteit te geven aan nieuwe huisvesting voor scholen.’ 

Uit onderzoek van IVN blijkt dat het erg per regio verschilt of een school voldoende budget heeft om het schoolplein aan te pakken, omdat subsidies niet overal gelijk beschikbaar zijn. ‘Ook verschilt het per school of er docenten en ouders zijn die met het onderwerp bezig zijn en die handig zijn in het naar zich toetrekken van subsidies. Het maakt dus uit waar je in Nederland op school zit. We zien in feite dat hier kansenongelijkheid ontstaat en dat is best schokkend’, concludeert Van der Veen. Daarom is IVN een petitie gestart. ‘De landelijke regie op dit onderwerp ontbreekt nu. Om een voorbeeld te noemen: elke klas in Nederland heeft een digibord. Dat is per definitie duurder in aanschaf en onderhoud dan een krijtbord. Maar hier is wel prioriteit aan gegeven in tegenstelling tot een onderwerp als het groene schoolplein.’ 

Als je het aan Van der Veen vraagt, zijn er nog genoeg uitdagingen. ‘Er zou echt een heel andere kijk op groene schoolpleinen moeten komen. Scholen moeten het in hun visie opnemen en er moet voldoende geld voor vrijgemaakt worden. Want vrijwilligers zijn leuk, maar als die ene enthousiaste ouder ermee ophoudt omdat de kinderen van school gaan, kakt het weer in. De beeldvorming is gelukkig wel echt aan het verschuiven. En in de afgelopen bestuursperiode hadden bijvoorbeeld al negen van de twaalf Nederlandse provincies een stimuleringsregeling voor groene schoolpleinen. Dat geeft moed voor de toekomst.’ 

Bij de Vliete in Wissenkerke zijn ze in ieder geval al heel goed bezig. De kinderen genieten zichtbaar van hun groene schoolplein. Ze lopen op blote voeten als het weer dat toelaat en bouwen hutten naar hartenlust. Vienna heeft een dierenclub opgericht, omdat ze zo van vlinders houdt. ‘Dan kan ik met mijn vriendinnetjes dieren redden waar het niet goed mee gaat.’ Juf Vermeulen kan dit alleen maar aanmoedigen. ‘Die bewustwording is zo mooi. Het zou fantastisch zijn als dit ook bij andere scholen meer de norm wordt.’ 

Dit artikel verscheen eerder in de Mens & Natuur editie herfst 2023.

Ontdek meer over

Deel deze pagina