De hemelboom Bomen en struiken

De hemelboom

Valkenswaard-Waalre 1 januari 2022

 

Natuurweetje gepubliceerd op 3 oktober 2015

Onlangs kwam de Hemelboom (Ailanthus altissima) weer eens bij ons in de belangstelling. Op de fiets langs de brandweerkazerne in Aalst rijdende viel het op dat daar een drietal flinke bomen met opvallende geelrode trossen staat. Bij nadere inspectie bleken die trossen gevormd te worden door langwerpige vliezige vruchten met een draaiing van de spitse punt. In het midden een verdikking waarin een zaad is opgesloten. De boombladeren zijn van een onverwacht groot formaat (40 tot 60 cm) of zelfs nog groter na snoeien van de bomen. Ze zijn samengesteld uit twee rijen, in één vlak gelegen langwerpige donkergroene deelblaadjes, alternerend aan een gladde groene of rode steel. De steelvoet is verbreed en laat een breed hartvormig litteken achter wanneer het blad in zijn geheel is afgevallen. De gevleugelde vruchten zitten met een duidelijke korrelachtige vruchtbodembasis aan hun steeltje.

Vruchten hemelboom IVN Valkenswaard-Waalre
Vruchten van de hemelboom

Nader speurwerk leerde dat deze hemelbomen eenslachtig en tweehuizig zijn. Bij beide geslachten staan bloemen in pluimen bijeen welke pas in juli verschijnen. Maar dan zijn deze drie dus allen van het vrouwelijke geslacht. Waar is dan de man? Opnieuw op de fiets en ziedaar de man staat onopvallend verscholen in het kreupelbos. Ook blijkt nog dat er bij één van de dames in de omgeving een heel stel afstammelingen staan. Maar dan wel in de vorm van wortelschot. Net als bij de Fluweelbomen op het nabijgelegen kerkhof. Opvallend is nog de grote gelijkenis van beider soorten wortelschot bladeren. Die vegetatieve vermeerdering door het vormen van wortelschot is op boomkwekerijen een hinderlijke eigenschap gebleken. Zo ook in N. Amerika (vanaf 1784) en in Australië werd het zelfs tot een pest. Daar had omstreeks 1740 de Jezuïetenpater d’Incarville niet aan gedacht toen hij de zaden van deze boom vanuit China naar een kloosterbroeder in Europa zond. Zo kwam de Ailanthus altissima (=”tot in de hemel reikende – zeer hoog”) rond 1751 in botanische tuinen terecht en later in park en tuin. En hier dus zelfs bij een brandweerkazerne en ook nog in Valkenswaard voor het oude domineeshuis. Een andere uit China stammende benaming luidt “chouchun” en staat voor “stinkboom” en is te danken aan de slechte geur van de overdadige en insecten lokkende manlijke bloesem.

Even op de fiets kan hemelse bomen opleveren!

Jan van Twisk, 03-10-2015

Kijk hier voor meer foto’s.

Meer natuurweetjes

Ontdek meer over

Deel deze pagina