
Boomtoppen
Natuurweetje gepubliceerd op 25 januari 2017
Op een namiddag van een winterse dag uit het raam kijkend komen er soms aparte beelden in het zicht. Vrieskoude veroorzaakt vliegstrepen die dankzij de ondergaande zon een kleurtje krijgen. Hoogvliegers laten duidelijk wat achter. Dan ook wordt het duidelijk zichtbaar hoeveel vliegtuigen er over komen en iets achter laten.
Maar daar gaat het hier nu niet om. Het is in het uitzicht het silhouet van daken en vooral bomen dat opvalt. In een woonbuurt zullen deze boomcontouren gevormd worden door straat- en tuinbomen. De verscheidenheid lijkt hier aardig groot te zijn.
Een probleem blijkt dan wel bij de determinatie te liggen in de soms onnatuurlijke vormen van de boomtoppen. Tuiniers en eigenaren hebben zich hier en daar al dan niet vakkundig van harte uitgeleefd op het boommateriaal. Er is iets moois van gemaakt en er mag niet al te veel hinder van de aanwezigheid van de boom zijn. Omhalen kan nog altijd en soms ook niet. Schaduw en beschutting tellen ook mee evenals de hoeveelheden in de herfst te ruimen afvalblad. Kleur en vorm van knop, blad en bloesem tellen misschien ook nog mee.
Wat valt er zoal te zien? Duidelijk blijkt in dit geval dat coniferen hierbij een andere rol spelen dan bladverliezers. Het donkere beeld wordt zichtbaar gevormd door twee grondvormen: sparren en dennen en anderzijds levensbomen. De stand van de zijtakken is hierbij van belang om de soort te kunnen bepalen. Kleur en dichtheid van de naalden is een andere factor. Opmerkelijk is nog in de contouren van de levensbomen die hier staan dat de toppen zijwaarts gaan hangen. De maximale hoogte lijkt bereikt. Of waren de vogeltjes te zwaar? Of misschien de sneeuw? Bij de bladverliezers is duidelijk een onderscheid in vorm op te merken tussen de meer natuurlijke en de gecultiveerde. Grillige takken of stijve uitstaande op een afgeknotte hoofdtak. Opmerkelijk is daarnaast nog dat de maximale hoogte van de meeste bomen bereikt lijkt te zijn en dat deze voor de diverse soorten weinig uiteen loopt.
Zo is het mogelijk om ook in de koude winterdagen toch nog interessante waarnemingen te doen in de ons omringende (semi-)natuur.
Jan van Twisk, Waalre 25-01-2017