Paddenstoelen
Vreemde namen
Vooral in de herfstmaanden kunnen we op onze wandelingen de prachtigste paddenstoelen tegenkomen. Maar vaak blijkt het niet gemakkelijk die paddenstoel op naam te brengen. Ze kan te jong zijn of al oud en verschrompeld. Dan kom je zelfs met een identificatie-app niet ver.

Wat was dit?
Enkele jaren geleden kreeg ik de Basisgids Paddenstoelen cadeau. Een mooi boekje voor een geïnteresseerde beginner zoals ik. Ik ging wat beter om me heen kijken, maakte vaker een foto van een paddenstoel en probeerde de naam ervan te achterhalen. En daar zijn mooie namen bij, soms voor de hand liggende, maar vaak heel raadselachtige.
Als je paddenstoelen aantreft op afgestorven delen van nog staande berken of op een omgevallen stam, dan is het niet vreemd dat die
Berkenzwam heten! En gemakkelijk te onthouden!
Berkenzwam
Hetzelfde geldt voor de Dennenvoetzwam.

Dennenvoetzwam
Deze paddenstoel leeft als parasiet aan de voet of op de wortels van naaldbomen of op de stronken ervan. Dus ook een zwam met een heel toepasselijke naam.
Maar wat te denken van Nevelzwam, Schubbige fopzwam, Koeienboleet of Sombere honingzwam? Wat een namen! Je moet er maar op komen!
Op een van de palen van de toegangspoort van d’r Slieënberg zag ik heel kleine bruine paddenstoeltjes. Met de identificatie-app kon ik de naam achterhalen: het betrof hier de Grote bloedsteelmycena. In de Basisgids las ik dat het een opruimer was, die voorkomt op dood loofhout, vaak in grote groepen op dikkere stammen.

