Op stap in de regio: Stroomgebied v/d Worm

Stroomgebied van de Worm tussen Baalsbruggen en Geilenkirchen.

De Worm ontspringt in het Aachener Wald en vormt tussen Baalsbruggen nabij Herzogenrath / Haanrade tot en met Rimburg een grensrivier tussen Nederland en Duitsland.

Met deze “Op stap in de regio” zal ik nader ingaan op het stroomgebied van de Worm tussen Baalsbruggen (Nederland) en Geilenkirchen (Duitsland). 

Baalsbruggen is onderdeel van de zogenaamde historische driehoek Baalsbruggen – Abdij Rolduc – Burg Rode (in Herzogenrath), en is geschiedkundig onlosmakelijk verbonden met de laatstgenoemde 2 locaties.

Het hart van Baalsbruggen wordt gevormd door de watermolen. Tot de Franse tijd, eind 18e eeuw,  was de molen in bezit van abdij Rolduc. In de muren van het stenen gebouw is een muuranker opgenomen met het jaartal 1743 (18e eeuw). Echter bronnen in het internet geven aan dat de oorspronkelijke Baalsbruggermolen  al in de 17e eeuw is vervangen door een nieuwe molen.  De oudste pachtbrieven van de molen dateren uit 1473, maar de molen dateert waarschijnlijk al uit het begin van de 12e eeuw, in eigendom van de kloosterlingen van Rolduc. De pachtbrieven uit 1473 spreken van een zogenaamde banmolen. Dat wil zeggen dat de boeren in de omgeving verplicht waren hun koren in deze molen te laten malen.  De oorspronkelijke molen was niet opgetrokken uit steen, maar waarschijnlijk uit hout of leem, of een combinatie daarvan en heeft ook iets meer stroomafwaarts gestaan. Ten gevolge van een extreem hoge waterstand in het jaar 1916 gaat het laatste waterrad verloren. Dit rad wordt niet meer teruggeplaatst en wordt vervangen door een turbine in een zogenaamde turbinekamer. Tegenwoordig vormt de waterstand in de molentak een belemmering om de molen te kunnen laten draaien door middel van stromend water.  Inpandig in de molen hebben de laatste jaren ingrijpende restauraties plaatsgevonden, mede door toedoen van de huidige eigenaresse Marga Wolthuis. 

Het Wormdal tussen Baalsbruggen en Nievelsteen in Eygelshoven is een geliefd wandelgebied bij mensen uit de regio en zelfs daarbuiten. Een conflict met een eigenaar van een klein gedeelte van de wandelroute langs de Worm dreigde in 2016 voor de wandelaars roet in het eten te gooien. De eigenaar kocht dit deel eind 2015 over van een andere eigenaar en verbood vervolgens aan alle wandelaars de doorgang. Eerst met artikel 461-borden en vervolgens zelfs door het opwerpen van een complete barricade.

De emoties liepen hoog op en er werden zelfs ook diverse krantenartikelen aan gewijd. Via het internet werd een petitie opgestart om het wandelgebied weer volledig toegankelijk te krijgen. Honderden mensen hebben die petitie getekend. Uiteindelijk besloot de gemeente Kerkrade het onderhavige deel van het Wormdalgebied terug te kopen van de nieuwe eigenaar.

Het belang daarvan wordt kennelijk mede ingegeven door het feit dat voor het totale gebied tussen Baalsbruggen en Nievelsteen door de gemeente in samenwerking met Planbureau Verbeek en andere belanghebbenden (o.a. natuurorganisaties zoals ook het IVN en stichting ARK) een gebiedsplan ontwikkeld is. Dit plan behelst een upgrading van het gebied waarbij de natuurwaarden versterkt en gewaarborgd zullen worden.  Het uiteindelijke plan zou al begin 2016 worden gepresenteerd, maar helaas is het tot op heden akelig stil voor wat betreft de verdere ontwikkeling en uitvoering.  Ook nu geldt kennelijk weer het gezegde dat ambtelijke molens langzaam malen. Maar wie weet……

De euregiospoorlijn Heerlen – Herzogenrath flankeert hier ter plekke het Wormdal grotendeels aan de Nederlandse zijde. Enkele honderden meters voor Baalsbruggen loopt deze spoorlijn via een brug over de Worm over naar de Duitse kant. Aan weerszijden van deze brug en over de brug ligt een onlangs vernieuwde passage voor voetgangers om aan de andere kant  van de Worm te geraken. 

De Worm kent bij Haanrade een natuurlijk meanderend verloop, in tegenstelling tot andere delen van de Worm die in het verleden helaas zijn gekanaliseerd. Het Wormgebied bij Haanrade meet ca 24 hectare en is omheind in verband met de aanwezige grote grazers: De Galloway-runderen. De Worm ligt hier ingeklemd tussen mijnsteenbergen en spoorwegen. De oevers worden omzoomd door een zachthoutooibos, met vooral Schietwilg en Zwarte Els. U kunt de volgende flora tegenkomen: Sterrekroos in de Worm zelf, Gele Lis, Reuzenbalsemien, Smeerwortel, Groot Hoefblad, Klein Hoefblad, Koekoeksbloem, Grote Kaardebol. Uiteraard is deze opsomming niet volledig. Helaas dreigt de Reuzenbalsemien de laatste jaren de overhand te krijgen en zou dus eigenlijk fors bestreden moeten worden. Maar dan wel op een milieuvriendelijke manier. Ook ben ik afgelopen jaar plekken tegen gekomen met Japanse Knoop. Ook al zo’n sterk invasieve plant  die je hier niet wil hebben. Van de fauna noemen wij: Gewone Pad, Bruine Kikker, Kleine Watersalamander, Kamsalamander, Alpenwatersalamander, Libellen, Juffers (onderorde libellen), Blauwe Reiger, Bonte Specht, Boomklever, Grote Gele Kwikstaart, Witte Kwikstaart, IJsvogel, de Bever en Ringslang. De amfibieën treffen wij doorgaans aan in oude meanders met stilstaand water. De ijsvogel vindt goede nestgelegenheid in de  veelal zeer steile oeverwanden. Noemenswaardig over de ijsvogel is het zogenaamde carrouselvoeren van de jongen, waarbij de jonge ijsvogels a.h.w. in een cirkel staan. Als de voorste een visje heeft gekregen schuift hij gewoon op en is een ander jong aan de beurt. Incidenteel is tot 2017 ook de Waterspreeuw waargenomen. Van de bever zijn zeer duidelijke knaagsporen aanwezig. Betreffende het visbestand is het volgende te melden: De volgende soorten zijn tijdens een grootschalig visonderzoek (2009) in de Worm aangetroffen:

3-Doornige stekelbaars, Paling, Baars, Barbeel, Riviergrondel, Bermpje, Kopvoorn, Serpeling, Elrits, Beekforel.  De meest

voorkomende soorten zijn het Bermpje, de Kopvoorn en de Riviergrondel. In de Duitse benedenloop van de Worm, tijdens het onderzoek van 2009 niet meegenomen, komen waarschijnlijk ook soorten voor als Alver, Brasem, Blankvoorn, Snoek, Karper, Rivierdonderpad en Sneep. (Gegevens visbestand zijn aangeleverd door Waterschap Roer en Overmaas). De Galloway-runderen worden ingezet om het gebied te begrazen en daardoor verdere bebossing van het gebied in te perken. Bij het betreden van het omheind gebied geeft een bord aan hoe u zich dient te gedragen bij de ontmoeting met deze runderen. Houdt u zich goed aan deze aanwijzingen, in het belang van uw eigen veiligheid.

Het stroomgebied van de Worm tussen Baalsbruggen en Nievelsteen kent aan de Nederlandse zijde 2 ingangen, beide voorzien van klaphekjes. De 1e ingang ligt op het einde van het verlengde van de Wolfsweg in Eygelshoven, direct nabij de grensbrug over de Worm. De 2e ingang vindt u niet ver van de kerk van Haanrade bij de spoorwegovergang voor voetgangers. De kerk is gewijd aan het Heilig Hart Van Jezus. Ze werd gebouwd in 1931 naar een ontwerp van Caspar en Joseph Franssen uit Roermond. Het betreft een in neoromaanse stijl gebouwde kruiskerk. Het gebouw is opgetrokken in vooral Kunrader Kalksteen. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van hardsteen. Sinds 2001 is het kerkgebouw rijksmonument.

Via eerdergenoemde grensbrug over de Worm komt u op Duits grondgebied. Over de brug naar links gaat het pad in de richting van Rimburg. Deels verhard en deels onverhard. Maar ook met de fiets goed te doen. Ca 100 meter na de oversteek van de brug mondt  de Anstelerbeek  uit in de Worm.  De Anstelerbeek ontspringt in Duitsland als Amstelbach bij Richterich/Vetschau. Voordat de Anstelerbeek in de Worm stroomt, mondt in Eygelshoven ondergronds de Strijthagerbeek hierin uit.

Niet ver van de monding van de Anstelerbeek staat aan de rechterkant van het pad een grote zandsteen. Deze zandsteen komt uit de nabijgelegen Nievelsteiner Zandgroeve. In deze groeve wordt zand uit het Mioceen gewonnen. Het Mioceen dateert 23 miljoen jaar tot 5 miljoen jaar geleden en is onderdeel van het geologisch tijdperk Tertiar. Het mioceen zand, afgezet door de oer-Maas, is zo spierwit dat men spreekt van zilverzand.  In het Mioceen lag dit deel van de aarde op een plek op de aardbol waar een warm sub-tropisch klimaat heerste. U moet bedenken dat Europa door de zogenaamde platentectoniek (het verschuiven van landmassa’s over de gehele aardbol) niet altijd op de huidige locatie heeft gelegen. In het warme, subtropische klimaat groeide een weelderige vegetatie. Ter plekke was hier een vochtige kustzone, met uitgestrekt moeras. De productie van de vegetatie was zo groot dat de afbraak van plantenresten grotendeels achterwege bleef. Er ontstonden op die wijze dikke veenpakketten. Op veel plaatsen klonken die in tot dikke bruinkoollagen. Die lagen produceerden grote hoeveelheden humuszuur. De humuszuren sijpelden met grondwater door de eronder liggende zandpakketten en losten nagenoeg alle aanwezige mineralen op, met uitzondering van kiezelzuur, waaruit de kwartskorrels van het zand bestaan. De kwartskorrels werden ontdaan van hun ijzeren mantel waardoor het witte, doorschijnende kwarts zichtbaar werd. Men spreekt dan van “zilverzand”. Vaak zijn de bruinkoollagen boven het zilverzand door erosie verdwenen. Maar het is dus altijd waar, dat waar men zilverzand aantreft, in het verre verleden daarboven bruinkool aanwezig is geweest. Bovenin het zilverzand vinden wij vaak een laag met aan elkaar gekleefde korrels, anders gezegd verkitte lagen. Dit noemen wij zandsteen. Zandstenen zijn in het verleden gebruikt om molenstenen van te maken, of gebruikt als bouwsteen. Het zilverzand zelf vormt de basisstof in de glasindustrie. In de huidige tijd is zilverzand van belang voorde productie van electronica-onderdelen, zoals diodes, transistors en chips. En steeds belangrijker is hoogwaardig zilverzand voor de productie van glasvezel. Glasvezel wordt o.a. toegepast in telecommunicatie waarbij licht wordt gestuurd door lange vezels van uiterst helder glas. Tevens is zilverzand van belang voor de productie van zonnepanelen. In de Nievelsteiner zandgroeve is een groot zonnepanelenpark aanwezig.

Op weg naar Rimburg passeert de Worm het Amerikaans wapendepot. Reeds medio de jaren 80 van de vorige eeuw werd hier Amerikaans legermaterieel ondergebracht. Na een afwezigheid van jaren is dit depot vanaf 2016 opnieuw gevuld met o.a. Amerikaanse tanks.  Voorbij het wapendepot eindigt het natuurlijk meanderend verloop van de Worm. Vanaf hier is de Worm vele jaren geleden in een strak verlopend gekanaliseerd keurslijf geperst.  Pas tussen 2000 en heden is deze kanalisatie tussen Ubach Palenberg en Geilenkirchen op 2 plekken weer doorbroken.  Door de strenge kanalisatie van de Worm ontstonden bij hevige regenval in Geilenkirchen problemen ten gevolge van wateroverlast. De nieuw aangelegde meanders in de Worm met plaats van waterbuffers zijn mede bedoeld om deze overlast te beperken. En ook de natuur krijgt ter plekke nieuwe kansen.

Via een prima fietspad kunt u vanaf Ubach Palenberg langs de Worm naar Geilenkirchen fietsen.

Vermeldenswaardig in dit artikel zijn ook nog de Rimburgermolen bij de Worm, kasteel Rimburg en het Naherholungsgebiet Wurmtal bij Ubach Palenberg. Deze liggen alle drie op Duits grondgebied. De Rimburgermolen en kasteel Rimburg heb ik reeds belicht in het voorjaarsnummer 2016 van Feldbiss.

Herman Langen