Soester Eng

In Tastbare Tijd, de cultuurhistorische atlas van Utrecht, wordt Soest het mooiste voorbeeld genoemd van een flankenes dorp. Het langgerekte dorp tussen de hoge eng en de lage hooilanden richting Eem is nog steeds goed herkenbaar.
Inmiddels is Soest uitgebreid en sluit bebouwing de Eng aan alle kanten in. In feite is alleen nog het zuidelijke stuk van de vroegere Eng over. Een groot deel is in de jaren dertig bebouwd met mooie villa’s bijvoorbeeld de huizen aan de Julianaweg.
De Soester Eng is tegenwoordig beschermd dorpsgezicht met akkerbouw als vastgestelde bestemming.

Ligging
Het gebied is zacht glooiend en ligt op een stuwwal, een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug. Op sommige plekken ligt de Eng zo’n 20 meter boven de zeespiegel.

Honden: aan de lijn.

Hoe komt u er?
De Eng ligt midden in Soest: tussen Soest-Noord en Soest-Zuid en tussen de Eempolder en de wijk Smitsveen.
U kunt op verschillende manieren op De Eng komen oa. vanaf de Molenstraat en dan de Molenweg in. Deze weg loopt over de Eng.
U mag er fietsen en wandelen. Aan het begin van de Molenweg staat een informatiebord.
Ook kunt u de Eng bereiken vanaf de Kolonieweg en de Veldweg.
De Eng ligt dichtbij Station Soest en Station Soest-Zuid.
Komt u met de auto, dan kunt u deze parkeren bij de Oude Kerk en via de Gouden Ploeg en het Chris Uiterwijkpad de Eng oplopen.

Wandeling
In het gebied is geen paaltjesroute uitgezet. Er is wel een rondwandeling beschreven in het boekje Over Eng en Brink, een rondwandeling door Soest.
Deze wandeling van IVN Eemland brengt u langs de oudste gedeelten van het dorp Soest. U komt langs de Eng met de molen, het Kerkpad en het gebied rond de Oude Kerk.
Lengte 9 km. De route is gemakkelijk via het kaartje in te korten en gaat grotendeels over verharde wegen.
De route start bij Steenhoffstraat 9b – de voormalige VVV – maar is ook gemakkelijk op te pikken in de Kerkebuurt en bij molen de Windhond.

Het bijbehorende gidsje is een uitgave van IVN Eemland, het is samengesteld door Sien Overduin en Nel van den Burg, beiden lid van IVN Eemland. In 2011 is het pad herzien door Sien Overduin.
Het gidsje biedt niet alleen een kennismaking met wat nog over is van landschap en natuur van Soest. Het maakt ook duidelijk hoe het dorp Soest zich dankzij ligging en bodemgebruik ontwikkelde tot wat het nu is. Het gebied laat zich lezen als een geschiedenisboek.
Helaas is het boekje niet meer verkrijgbaar. Het  is nog wel als PDF te downloaden:Natuurpad Over Eng en Brink

In het document  ‘Trots op onze Soester Eng’  van het Soester Eng Netwerk staat een beschrijving van de wandeling ‘Op en langs de stuwwal’ (pagina 21 e.v.) Deze wandeling  duurt 1,5 uur.

Eten en drinken
Leuk kroegje onderaan de Eng (maar niet altijd open) is Bar/Eetcafé d’ Oude Enghe, Middelwijkstraat 2.

Verklaring naam
‘Engen’ of ‘essen’, zoals ze in Drenthe heten, zijn bolle akkers die van oudsher aan de rand van het dorp ontstonden als gevolg eeuwenlange bemesting.

Geschiedenis
Soest is een lintdorp dat is ontstaan op de grens van nat en droog. De voet van de Eng bood de vroegere bewoners een veilige en droge plek, terwijl het lager gelegen land van de Eempolder aantrekkelijk was als hooiland en weidegebied voor het vee. De boeren die een gemengd bedrijf hadden, gebruikten de hoger gelegen Eng voor de verbouw van boekweit, rogge, aardappelen, knollen en gerst. Ook nu zien we deze relatie nog steeds: melkveehouders in de Eempolder telen op de hoge Eng gewassen voor hun koeien. Gelukkig zijn er nog steeds agrariërs die de Eng kunnen en willen beheren.

De Eng kent een rijke historie. Het is een oud agrarisch landschap wat bij meer dorpen voorkomt: hoog gelegen zandgronden, dichtbij een dorp waar bewoners zich al in een vroeg stadium bezig hielden met het bebouwen van akkers. De stuwwal waarop de Soester Eng ligt, is 150.000 jaar geleden opgestuwd, toen grote ijsmassa’s zich tot onze streken uitbreidden. De noordelijke zijde van de Eng is – op enkele groene schakels na – in de loop van de 20e eeuw helemaal opgeslokt door de bebouwing van de wijk Soestdijk. De Zuidelijke Eng is door de gemeenteraad in 1992 aangewezen als een beschermd dorpsgezicht. De argumentatie luidde:

‘Het betreft hier het belangrijkste restant van de Soester Eng. Dit nagenoeg onbebouwde gebied bezit nog het agrarische karakter en is van grote cultuurhistorische betekenis voor de identiteit van Soest. De verkaveling dateert uit de vroege middeleeuwen.’

IVN Eemland deed in het verleden een aantal aanbevelingen aan het gemeentebestuur om het oorspronkelijke karakter van de Eng te behouden: leg graanakkers aan, doe aan vlindervriendelijk beheer en markeer niet door middel van draad en hekken maar met behulp van zwerfkeien.

Een van de meest tot de verbeelding sprekende plekken is het Engenbergje. Dit is een graf uit de Jonge Steentijd (rond 2.500 – 2.000 voor Christus). De doden werden altijd begraven op hoge, en dus droge, plekken.

De oude route Amersfoort – Amsterdam (in ieder geval al in gebruik rond het jaar 1.000 na Chr.) maakte deel uit van een hessenweg en liep via de Birktstraat en de Kolonieweg over de Eng (Molenweg, Soestereng, Julianaweg).

Eeuwenlang stond korenmolen De Windhond op de Eng. De boeren gingen met het graan van hun akkers rechtstreeks naar de molenaar op de hoek van de Molenweg en de Molenstraat.
In 1930 werd de molen afgebroken. Gelukkig is de molen nu weer opgebouwd dankzij ‘de Stichting tot herbouw van de stellingkorenmolen “De Windhond”’. De locatie van de windmolen is niet exact hetzelfde: hij staat nu op een plek tussen de Molenweg-Veldweg-Kolonieweg.

Wat kunt u op de Eng verwachten?
De Eng is altijd het domein geweest van vogels. Door het verdwijnen van de kleinschalige landbouw is de vogelstand veranderd. Op dit moment zijn vooral de kraaiachtigen dominant. Roeken en oeverzwaluwen zijn verdwenen maar wel zijn er veel houtduiven en Turkse tortels. Ook bezoeken roofvogels de Eng zoals de sperwer, de havik en de buizerd. En soms wordt er zelfs een raaf gesignaleerd.

Er zijn veel vogels te zien op De Eng:
In de lente en zomer: kool- en pimpelmees, groenling, vink, kievit, veldleeuwerik, torenvalk;
In de herfst: meeuwen, kraaien en vogels op doortocht;
In de winter: kraaien, vinken, kauwtjes, kokmeeuwen, houtduiven, soms: kwikstaart, stads- en holenduiven.

Waargenomen dagvlinders oa.: Atalanta, Bont zandoogje, Bruin zandoogje, Citroenvlinder, Icarusblauwtje, Klein koolwitje, Landkaartje, Oranje Luzernevlinder, Oranjetipje, Kleine vos, Kleine vuurvlinder.

Planten: oa grote klaproos, bleke klaproos, akkerviooltje, driekleurig viooltje, akkerwinde, akkervergeet-mij-nietje, korenbloem, knoopkruid, herderstasje, echte kamille

Meer informatie
Zie de website van de Stichting Vrienden Soester Eng.
In het boekje ‘Een jaar op de Eng’ van Hans Kruiswijk (ISBN 90-809011-1-3) is informatie te vinden die afkomstig is van een initiatief van Werkgroep Behoud de Zuidereng.
foto  kop: Peter van der Wijst

korenbloem2korenbloem op de Eng – Dick Nagelhout