De Stulp

libelLigging
Het gebied ligt tussen de tuinen van Paleis Soestdijk en de Lage Vuursche, in de Vuursche (valt onder Baarn).

Hoe komt u er?
Bereikbaar via diverse fietspaden.
Auto: parkeer op dagrecreatieterrein De Kuil van Drakenstein.

Wandelingen
Staatsbosbeheer heeft een wandeling door de Stulp uitgezet van 4 kilometer. Duur 1 tot 1,5 uur. Volg de witte paaltjes.
Start: recreatieterrein Drakestein, Stulpselaan, Lage Vuursche. 
Ook gaat de NS-wandeltocht de Vuursche via de Stulp.

Honden: aan de lijn!!

Eten en drinken
Paviljoen Buiten in de Kuil van Drakesteyn.
En natuurlijk pannenkoeken in Lage Vuursche. Ook andere restaurants in het dorp aanwezig.

Eigenaar: Staatsbosbeheer.
Omvang: Circa 120 hectare. De Stulp is een onderdeel van boswachterij de Vuursche (1106 ha).

Verklaring naam
Een stulp is een hut of armelijk verblijf. Zou de naam hiermee te maken hebben? Meestal woonden vroeger de allerarmsten op de heide. Zij hielden daar bijen, schapen en maakten borstels.

Geschiedenis
De eerste schriftelijke bronnen over de Stulp dateren uit de 14de eeuw. Het gebied maakte deel uit van de bezittingen van de Heer van Drakenburg, schout van Utrecht. Hij werd in 1346 zelfs tot ridder geslagen.
De Stulp ligt op de grens van Utrecht en Noord-Holland, wat vroeger grensperikelen veroorzaakte. Het was eeuwenlang privé-bezit.
In1964 is De Tulp aangekocht door de Staat, in 1966 kwam het in beheer van Staatsbosbeheer.
Het gebied bestond in eerste instantie uit heidevelden, met hier en daar een verhoging ten behoeve van de jacht. Zo’n verhoging is bijvoorbeeld de Konijnenberg vlakbij Lage Vuursche. In de loop der jaren is de meeste hei door bos verdrongen. Zo gaat dat met heide wanneer de mens niet ingrijpt.
De Stulp is heel heuvelachtig. Een gevolg uit de tijd dat het hier nog één grote zandverstuiving was. Die was ontstaan doordat schapen te veel weg graasden en de wind vrij spel kreeg. Staatsbosbeheer heeft de zandverstuiving tot staan gebracht.

Wat kunt u er verwachten?
De Stulp bestaat voor groot deel uit heide- en stuifzandgebied o.a. een 40 hectare groot heideterrein waar Charolais-koeien grazen. De begrazing heeft tot doel, de heide open te houden en gebeurt in afgesloten gebieden, die wel voor publiek toegankelijk zijn.
Houd bij een ontmoeting met de koeien de volgende regels in acht:
-Blijf op minimaal 25 meter afstand en laat de dieren met rust.
-Doorkruis de kuddes niet. Kom nooit tussen een koe en haar kalf.
-Aai en voer de dieren niet.
-Houd uw hond aangelijnd in het begrazingsgebied!

Behalve heide en zand ook wat gemengd bos en vennetjes. Het meest bekend is het Pluismeer.
Het Pluismeer is vermoedelijk ontstaan nadat het veen hier was afgegraven om aan brandstof te komen (bron: boek Van Heuvelrug tot Duin van Staatsbosbeheer)
In 1996 is het Pluismeer schoongemaakt. Het voedselrijke slib is afgevoerd, om zo de oorspronkelijke venvegetatie (zonnedauw, witte snavelbies, klokjesgentiaan, veenpluis) de kans te geven terug te keren.
De flora en fauna bij het Pluismeer zijn kwetsbaar. Een deel van het Pluismeer is daarom voor de koeien afgesloten. Ook mogen mensen er niet komen. Wie er toch komt, kan door de boswachter bekeurd worden. Omdat wandelaars het verbod vaak negeerden is het lage prikkeldraad vervangen door een hek.
Het water van het Pluismeertje wordt regelmatig gemeten. De uitslag zegt iets over de zuurgraad van de bodem van het meertje. Bij het Pluismeer was een paar eeuwen geleden ook landbouw. In de buurt van het Pluismeer zijn de gegraven sleuven nog te zien.

Bij het Pluismeertje stond een vogelkijkhut maar die is verwijderd wegens de slechte staat en vervangen door banken.

In de buurt van het Pluismeertje maakt bos plaats voor heide. Enige jaren geleden zijn de heidevelden achter het paleis Soestdijk open gekapt, zodat de heide terugkwam. Deze velden droge en natte heide worden nu in stand gehouden door ze te laten begrazen. In het bos van de Stulp liggen diverse grafheuvels, gemerkt door het Rijksinstituut voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB).

Flora:
Kleine zonnedauw in voornamelijk de afgeplagde gedeeltes van de restanten natte heide. Veenpluis waaraan het Pluismeer zijn naam ontleent, in de natte gedeeltes. Ook Veenmos. Waternavel voornamelijk voorkomend langs een vochtig pad in het rustgebied.
In de buurt van het Pluismeertje zijn hele oude boskernen.
Naaldbomen: grove den, douglasspar, fijnspar, hemlockspar en lariks en sitkaspar aan de rand.

Fauna:
oa. ree, das, vos en eekhoorn
Vogels: kraaien en raven komen af op de uitwerpselen van de koeien. De raven broeden in de tuin van Paleis Soestdijk maar zijn ook vaak aanwezig op de Stulp. Als u een ‘bekakte’ kraai hoort, kunt u ervan uitgaan dat het een raaf is.
In de winter is verscheidene jaren achtereen een klapekster waargenomen en in de zomer meerdere jaren een paartje roodborsttapuit.
Diverse andere vogels zoals boomvalk, boompieper, boomleeuwerik, goudhaantje en klapekster.
Buizerd: een groot aantal exemplaren in diverse kleurzettingen in het bosgedeelte. Oa. heel licht gekleurde buizerds.
Geoorde fuut en dodaars zwemmen in het Pluismeer. Ook broeden er bergeenden en andere wilde eenden. Hun rust wordt vaak verstoord door de Nijlgans en de grauwe gans.

Vlinders: oranjetipje, groentjes, boomblauwtjes, bonte en vooral bruine zandoogjes, vuurvlindertjes, hooibeestjes en zwartsprietdikkopjes. Mogelijk ook grote- en geelsprietdikkopjes.
Bij het Pluismeertje: heel veel libellen.

Mierenleeuw:  De larve leeft twee zomers als larve, in de derde zomer komt de volkomen mierenleeuw uit, een op een waterjuffer gelijkend nachtdier.
De larve maakt gebruik van de ronde vorm van de zandkorrels, waarin het een “valkuil” graaft voor insecten, voornamelijk mieren.  Het slachtoffer glijdt in het ronde kuiltje naar beneden en komt door de ronde zandkorrels niet meer om hoog. De mierenleeuw onder in de kuil vangt de prooi in zijn enorme kaken en zuigt hem leeg.
Twee soorten mieren: de kale en behaarde rode bosmier.

Meer informatie
Wij hebben geen speciale boeken over de Stulp gevonden. Wel een handige kaart: kaart 23 van Staatsbosbeheer. De complete wandelkaart voor de bezoeker van de Vuursche en Groeneveld.
Alle paden staan hierop duidelijk weergegeven.

Eemland - Noordse witsnuitlibel - DN

noordse venwitsnuitlibel

foto kop: Pluismeer – Alma Dijkgraaf
overige foto’s van boven naar onderen:
bloedrode heidelibel – Dick Nagelhout
Noordse witsnuitlibel – Dick Nagelhout
en als laatste de Venwitsnuitlibel  – Dick Nagelhout