Het is oorverdovend stil in mijn tuin

Dit jaar zijn de berichten over verlies aan Natuur alarmerender dan ooit tevoren. Zoveel zorgen als er zijn over het verlies van alles wat zo belangrijk is. Als Klimaatburgemeester krijg ik veel zorgelijke berichten. Via de telefoon, de mail en ook met de post. Zorgen over het gebruik van gevaarlijke stoffen zoals glyfosaat, vervuiling van grondwater, verlies van biodiversiteit, zwerfafval, zorgen over drinkwater en over stikstof en altijd maar meer willen terwijl het op is. Het is op. In april hadden we in Nederland ‘onze’ grondstoffen al op. Maar we leven gewoon door dus we maken nu op wat we in de toekomst nodig hebben. We voelen het niet. We zien het niet, we zijn er niet mee bezig. Maar toch, steeds meer mensen wel. En die mensen maken zich zorgen. Grote zorgen.
Ik maak me al langer zorgen. In mijn tuin zou het kunnen gonzen. Mijn vuilboom heeft inmiddels al bloempjes en op een warme dag zou het maar zo kunnen zijn dat ik het gevoel heb dat ik in een bijenkorf zit. Maar niets is minder waar. Geen bij te bekennen. Bijna geen vlinders. Zelfs het bijenhotel wat tot vorig jaar wel bijtjes aantrok is nog leeg. In de tuin, mijn kleine stadstuin broeden pimpelmees en koolmees. Ze voelen zich veilig genoeg in de tuin. De merel bouwde ook een wonderschoon nestje en daarin liggen nu 5 eitjes. Prachtige eitjes. Maar de merel is gevlogen. En als je mij zou vragen waardoor dit gebeurd is moet ik het antwoord schuldig blijven. Mijn tuintje is misschien toch niet veilig genoeg. In de zon zie ik de hommel druk bij de smeerwortel, die nu bloeit. Maar een lading hommels is het niet, zo af en toe komt er eentje snoepen. En verder is het stil. Veel te stil. Hopelijk komt er weer wat leven in de brouwerij als de temperaturen gaan stijgen maar ik vind het nu al verontrustend dat ik zo weinig hoor en zie.
Dit is het dus. Er komt een einde aan de voedselstroom voor al die kleine vogeltjes die nu broeden en jongen groot proberen te brengen. Het valt niet mee om voldoende voedsel te vinden. Ze speuren langs muren, bomen, bloemen, ze vliegen de buurt op en af en snellen zich dan weer terug naar het nestkastje. De gierzwaluwen houden zich even gedeisd, er valt weinig te halen. Er valt zo weinig te halen dat zelfs de vleermuizen die normaal alleen in het donker voedsel zoeken, nu doorgaan als het al licht wordt. Ze halen te weinig voedsel binnen in de nacht om de dag te overleven.
‘Heerlijk, zei er iemand, ik vind het wel fijn dat er minder van die vervelende insecten zijn.’
Maar wie wordt er de dupe? Als de bijen sterven heeft dat grote gevolgen voor de Natuur en ons voedsel.
Zijn we te laat met ingrijpen? Zijn we te laat met onze acties van Tegelwippen, inheemse bloemenmengsels zaaien en bijenhotels bouwen. Is het gedaan met de insecten? Zijn na de insecten ook de vogels straks helemaal verdwenen uit ons straatbeeld. Vinden wij dat werkelijk ‘heerlijk’?

Het is oorverdovend stil in mijn tuin.