Verslag Grintenbosch 2022

Verslag Grintenbosch 2022

Haaksbergen 19 juni 2022

Juni 2022.  Het Grintenbosch met kabouterpad en zoetwaterexcursie in het Waarveld bij de poel en het dierenpad in het Grintenbosch zijn weer achter de rug.

De vrijwilligers en de kinderen met begeleiders hadden er allemaal heel veel plezier in. Het was weer fijn om in het bos te zijn.

 Het Grintenbosch heeft wat andere bomen gekregen. Op den duur zullen we merken dat er meer noten en vruchten aan de bomen zitten. Nu zagen we veel boeisels. Ook de weide was mooi met boterbloemen en margrieten en heel veel verschillende grassen. Op de speelplekken was het gras gemaaid en lag er hooi, dat rook heel lekker. Ook zijn er heel veel bloemen in het bos, doordat het opener is geworden. Bosaardbei, daslook dat ruikt een beetje kruidig. In het voorjaar waren er sneeuwklokjes en krokusjes. Vingerhoedskruid bloeide nu volop. 
grintebos 2De kinderen konden de hommels volgen die in de vingerhoedjes kropen. En achteruit er weer uit vlogen. Ook veel bramen- bloemen waar bijen op vlogen. Vlinders vlogen er op deze zonnige dag ook.

Kabouterpad   

Eerst kwamen de kleuters voor het kabouterpad.

De kateaker. Ons gebouwtje heeft de naam kateaker, genoemd naar het Twentse woord voor eekhoorn. Hier is steeds een vrijwilliger om te helpen met de opdracht met levende dieren. En ook voor noodgevallen met telefoon en Ehbo kist en.…toilet! Deze keer waren dat regenwormen. De regenwormen mogen ze op de hand hebben en bekijken. Bij sommigen deden we er een rododendronblaadje onder op de hand. Ze leren dat regenwormen nuttig zijn en dat ze vijanden hebben o.a. de merel en de egel. De merel doet de fopregendans op het gras om de regenwormen te lokken. Dat dansje mogen de kinderen dan ook doen.

De kleuters konden wat zoeken in het bos een veertje, bloemetje takje, blaadje en dat dan op een kaartje voor het heksenschilderij van Foeksia de heks plakken. Het schilderij mochten ze aan het eind van de ochtend mee naar school met allemaal herinneringen aan het uitstapje naar het bos.

Ook konden ze met de “bosbus”; de kabouterbus, langs allerlei leuke plekjes rijden.

 Bij de beukenlaan mochten ze een tent bouwen en er samen inzitten. Zo leer je om eenvoudig een afdakje te maken in het bos. Schuilen voor de regen net als in het liedje van Hanneke en Janneke. Bij de wei lagen er verrekijkertjes in de kist om te speuren naar dieren.

 Kikkervisjes in een emmer. Ze hadden nog geen pootjes gekregen. Maar we hadden wel al en steen in de emmer gelegd. Een kikker met pootjes is geen visje meer en moet zo nu en dan even ergens op zitten om te kunnen ademhalen. Hier sprongen de kinderen al kwakend als kikkertjes rond.

Aan het eind van de morgen mogen de kinderen vertellen wat ze leuk vonden of eng.

We gaven uitleg over tekenbeestjes en aan de juf kaartjes van Natuurmonumenten met informatie over teken.

 Soms hebben we nog iets extra’s om te laten zien: een eikel of hazelnootboompje. De eekhoorn verstopte in de herfst nootjes in de grond voor zijn wintervoorraad. Doordat hij een nootje niet terugvond groeide er een boompje uit.

Verschillende Vogelnestjes om te bekijken en te voelen. Zware nestjes met zand en takjes en heel zachte kleine nestjes van haren en veertjes en een mosje. Ook een nestje uit een vogelnestkastje met een mooi klein kuiltje.  Ze hadden in het bos zelf een nest moeten maken en dat is nog niet zo eenvoudig hoor. Voor vogels nog moeilijker met de snavel en twee pootjes. Ook hier werd uitgelegd dat er een kuiltje in moet worden gemaakt door het vogeltje.’ Hoe dan?” riep een meisje. Nou doe maar mee: de vogeltjes kuiltjesdans. Op de hurken en wiebelen met je billen en ronddraaien. Tot het kuiltje mooi genoeg is en de eitjes er niet uitrollen.

Zoetwaterexcursie

Zoetwaterexcursie bij het Waarveld dat was spannend. Waterbeestjes vangen en griezelen als een geel gerande waterkever een kikkervisje aanvalt. Of een echte salamander in het net vangen. 

Er was genoeg regenwater in de poel gevallen. Dus mochten we in het Waarveld in het natuurgebied van Natuurmonumenten schepnetvissen. Soms vallen de poelen bijna droog. Als er maar modder en iets vocht blijft is dat geen probleem en dan kunnen juist, heel gunstig, de visjes niet meer blijven leven.  Want stekelbaarsjes eten vaak veel andere dieren op.

Het is normaal verboden om naar de poel te lopen, alleen deze keer hebben we toestemming van de Natuurmonumenten boswachter.

 In ganzenmars lopen we naar de poel.  S ’ochtends heb je kans dat er reeën wegspringen zodra we de wei inlopen. Afspraak met ze gemaakt alleen zachtjes op kind voor je op de schouder tikken en wijzen als je een reekalfje in het hoge gras ziet liggen.  Nooit aanraken want dan verstoot de moederree het kalfje om de mensengeur.

Al lopend naar de poel toe hoor je de kikkers al kwaken en staan we even stil. Nu we zo stil zijn horen we in de boompjes naast ons gezoem. Bijen die op de meidoornbloesem en wilgen vliegen. Mooi om dit te laten ervaren. Jammer genoeg lukt dat niet steeds door weeromstandigheden of een rumoerige groep.

 Bij de poel wordt voorgedaan hoe we gaan schepnetvissen, achtjes maken met je schepnet. Het schepnet omkeren boven de waterbak en voorzichtig planten en de beestjes erin doen. Niet in het water lopen ook al heb je laarzen aan! Voor de kikkers hebben we een stukje langs de poel als toevluchtsoord onder de wilg, ook daar mag je niet komen. Eerst een laagje water in een witte bak doen. Dan kijken welke diertjes je al ziet en opzoeken met de zoekkaart. Als je dat kunt krijg je per tweetal een schepnet en moet je samenwerken. Nog wat tips: de waterbak niet hoog boven het water leeggooien. Want dan krijgen de beestjes hersenschudding of breken ze hun pootjes. Planten uit het schepnet ook netjes weer in het water doen, want daar leven ook nog beestjes in. Er werd veel gevangen: rug zwemmertjes ofwel bootsmannetjes die zo mooi kunnen roeien met hun pootjes. Ze hebben een reserve luchtbelletje aan hun achtereind.

Larve van geel gerande waterkever heet ook wel Water Tjjger. Deze naam zegt al dat het een roofdier is. Dit beestje heeft een grote kaak en een staart met twee uiteinden waar hij mee ademhaalt.

Waterjuffer – Libellelarven met drie staartjes, ook deze zijn weer voor de ademhaling.  Larven van grotere libellen hebben een puntje aan het uiteinde. Dat is een soort ademhaalbuis waar ze ook een straalmotor van kunnen maken om snel voor uit te kunnen om een kikkervisje of zo te vangen.

Waterschorpioenen met grijptangen en achter een soort stekel, dit is de adembuis en geen steekwapen!

Toon van Lidwien ving een volwassen watersalamander en liet het beestje zien. Hij vertelde er wat over. Hij weet er meer van omdat hij ook amfibieën telt. Er werden ook jonge heel kleine watersalamanders in het water gevangen in de achterkant van de poel tussen de planten.  Salamanders leven buiten het water onder boomstronken en in het gras. Maar als ze paren en eitjes gaan afzetten gaan ze het water in. Het vrouwtjes legt tussen elk waterplantblaadje 1 eitje en plakt het blaadje dan dubbel met de pootjes. De eitjes komen uit en de jongen leven daarna in het water en moeten zelf voor hun eigen eten zorgen: eerst Watervlooien en muggenlarven. Later eten ze allerlei beestjes kikkervisjes enz. De kleine watersalamanders hebben kieuwen om in het water te kunnen leven. De kieuwen zijn een soort roze flapjes naast hun kopje. Zodra ze volwassen zijn gaan ze uit het water en verdwijnen de kieuwen. Toon had ook een kikker in de hand. Om te laten zien: de graafpootjes en de buik mooi gemarmerd. Je mag ze alleen met natte handen aanraken.                                                                      

Waterbeestjes-ouders zijn heel andere ouders dan mensen. Libellen, kevers en kikkers leggen hun eitjes in het water en laten dan hun kroost in de steek. Ze moeten zelf maar zorgen dat ze groot worden. 
Libellenlarven leven een paar jaar in het water. Als ze groot genoeg zijn klimmen ze langs een plantstengel omhoog. De libellelarve-cocon of jasje knapt kapot. Dan kruipt de libellelarve eruit. Dit noemen we uitsluipen. Dat is een gevaarlijk moment voor de libellelarve. Hij moet zijn vleugels oppompen en drogen voor hij weg kan vliegen. Menig libelle wordt dan de prooi van een boomvalk, die de vleugels eraf bijt en de libelle smakelijk opeet. Dus als je vleugeltjes op de grond ziet weet je wat ervoor vreselijks gebeurd is!

Als de kinderen een mooi beestje hadden mocht dat in een Cuvette om later aan alle anderen te laten zien en om er wat over te vertellen. Ze leerden dat het water gelig is maar niet vies, want er kunnen beestjes in leven. Niet lekker om te drinken! Als je goed keek zag je watervlooien in het water dansen. In de poel leefden veel soorten dat betekent gezond water in de poel.

 Schepnetvissen is een heel geslaagd geliefd project bij de kinderen.

 De laatste paar minuten vragen we wat vonden jullie leuk of eng. We geven informatie over de teken die je kunt krijgen als je in een natuurgebied loopt. We gaven de juf tekenkaartjes met info over het verwijderen van teken van NM.         

Dierenpad

Groep 3 kwam om dieren op te zoeken en opdrachtjes te doen.

Heel enthousiast gaan ze op pad met en plattegrond en dierenkaart. Even gevraagd wat betekent  kateaker:  Twents voor eekhoorn. Er zit een houten Eekhoorn op ons gebouwtje. Hier is steeds een vrijwilliger om te helpen met de opdracht met levende dieren. En ook voor noodgevallen met telefoon en Ehbo kist en …toilet!

In het bos is er wat veranderd dus de plattegrond klopte niet, maar ze kwamen er wel uit. De volgorde van de dierenkaart met 2 slak, 2 specht,2 kikker, 2 vlinder en 2 eekhoorn. Als ze op verschillende plekken begonnen zijn loopt het verder vanzelf, dan kunnen ze gewoon gaan waar het niet bezet is door een ander groepje.

 Bij de kateaker was de slakkenopdracht, en werd er door een vrijwilliger geholpen. Eerst slakken zoeken in het bos. Slakken met schutkleur en sommige met kleurringetjes. Een slak op een boom zit zo in de top! Hoezo slakkengangetje! 

slak zoetwaterexcursie

Dan komt het spannende moment wie wil er een slak op de hand. Eerst een beetje water op de hand spuiten, want slakken houden van vocht. Daarom zie je ze ook na een regenbui en s ”avonds in de schaduw. Als het te spannend is om de slak op de blote hand te doen, mag er een slablaadje onder. Alle kinderen overwinnen hun angst, ook als ze eerst griezelen! Dan samen bekijken wat zie je? Het slakkenhuisje: Er zijn kleine en grote huisjes. Dat is nog eens handig je huis om te schuilen voor gevaar altijd bij je op de rug. De slak moet wel een krachtpatser zijn. Als de slak groeit, hoe moet het dan, koopt hij een nieuw huisje? Nee het huisje groeit een ringetje groter. Lange sprietjes dat zijn de Ogen op steeltjes, daar kun je mee om het hoekje kijken. Ook nog 2 voelsprietjes om te voelen en te ruiken.   De slak heeft een grote voet waar hij mee over de bodem glijdt. Hij maakt slakkenslijm om overheen te glijden. Dat slakkenspoor zie je als het opdroogt als een zilverspoor. Dat was goed te zien bij de beuk waar de slak in een mum bovenaan de boom zat. Hoezo slakkengangetje! Een slak eet met een soort rasp.
Heel bijzonder is het als deze rasp ”tanden “versleten zijn krijgt de slak gewoon
nieuwe rasptanden. Zijn slakken meisjes en jongens? Nee slakken zijn beide
gelijk en ze kunnen allemaal eitjes leggen. In de aarde zie je soms kleine witte
kraaltjes dat zijn slakkeneitjes.

Als de slakken aan elkaar zitten, niet lostrekken want dan hebben ze allebei hun liefdespijl geschoten en die blijft even zitten met het paren!!

slakkenrace 1 Dan komt de slakkenrace op een grote emmerdeksel. Aanmoedigen dat jouw slak de goede kant op glijdt en wint! Dit is een succes bij de kinderen.

 Voelen is ook belangrijk. Bij het boomschors voelen lopen ze met een blinddoek op en door een ander kind begeleid langs het Beltouw. Langs het touw lopen en steeds een anders soort schors voelen en aan het eind klingel je de Koebel. Geblinddoekt lopen is eng, maar iemand sturen langs het touw met takken op de grond en takken aan de boomstam waar je onder door moet is ook moeilijk. 

Op het weitje waren twee nieuwe opdrachtjes. Bijenkoningin met werksters, die honing/nectar halen. De bijenkoningin wijst de werksters de weg naar de bloemen door een dansje. Wat een plezier om een dansje te mogen bedenken. De werksters dansen lollig naar de bloemen en halen er nectar/ Magneetjes en doen dit op het insectenhotelgaas. De volgende koningin danst en de werksters halen het stuifmeel/Magneetjes van de insectenkast en brengen het al huppend op de bloemen om deze te bevruchten. Zodat er volgend jaar nieuwe bloemen groeien door nieuw zaadjes.

Draagbaar maken tuta tuta ambulance! Als er iemand gewond is in het bos en niet meer kan lopen kun je een draagbaar maken van jassen en stokken. Daar kan een kind op gaan liggen en de andere kinderen dragen de gewonde. Improvisatie stimuleren. Samenwerken. Zien dat je met eenvoudige middelen die je hebt iets kunt doen.

Grasspelletjes. Letters maken met gras of houtjes. Insecten en grasjes en bloemen met een loep bekijken. In de vingerhoedsbloemen kropen hommels. Vlinders vlogen bij de bramenbloemen.

Vogelnestjes maken met dingen uit het bos; mosjes, haren van een paardje en hooi en takjes. 

Bij de kateaker konden ze later echte nestjes bekijken en voelen. Zwaar Merelnest met takjes, gras en modder en een groot kommetje om eitjes in te leggen. Er lagen lichtblauwe eierschaalstukjes in.

Een nestjes uit een vogelnestkastje mooi met veel mos en paardenhaar-kuiltje, hier had een pimpelmeesje haar 15 eitjes met spikkeltjes in gelegd.

 Dan nog een klein nestje van paardenhaar en donsveertjes van een winterkoninkje. Ze zagen dat elke vogel een mooi kuiltje had gemaakt zodat de eitjes niet heen en weer rollen of eruit vallen. Met zijn allen de kuiltjesvogeltjes-dans gedaan. Dat vergeten ze nooit weer.

Ook hadden we nog een hazelnootboompje. De eekhoorn had in de herfst zijn nootjes in de tuin verstopt voor zijn wintervoorraad. Maar een enkel nootje niet weer gevonden. Verrassing: Dat hazelnootje is gaan groeien en was al een klein boompje aan het worden. Eekhoorn de bosbouwer! De laatste paar minuten vragen wat vonden jullie leuk of eng. En dan nog de tekenuitleg met kaartjes voor de juf om uit delen van NM.

 Hermien Lankheet         

foto’s: Ingrid Eppink en Anja Bosman    

Deel deze pagina