Haaksbergerveen

 

Doorgaans – uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden –  ontwaakt  het Haaksbergerveen in maart uit zijn winterslaap. Vanaf die periode is er veel te zien in dit 500 hectare omvattende natuurreservaat van Staatsbosbeheer.

Herstel van het hoogveen staat bij het beheer voorop. Dankzij het nemen van maatregelen, met name ten aanzien van het waterpeil, is hier de hoogveenvorming weer op gang gekomen.

Hoogveen

Voedselarm water en een stabiele waterspiegel gecombineerd met kleine wateroppervlakten zijn de belangrijkste voorwaarden voor de vorming van hoogveen. En niet te vergeten het veenmos ofwel Sphagnum dat in het Haaksbergerveen in zestien verschillende ondersoorten voorkomt. Dit plantje kan 10-40 keer zijn eigen gewicht aan water opnemen. Bovendien heeft het de eigenschap dat het zijn eigen zure milieu kan creëren, waardoor het concurrerende plantengroei uitschakelt. In de oude turfgaten bleek zich gelukkig nog veenmos te bevinden. Dat zorgde voor een mooi begin van hoogveenvorming. Door inklinking groeit de hoogveenlaag aan met slechts een halve tot één millimeter per jaar…

Voor waterbeheersing is een zogeheten sawasysteem aangelegd. Dammen houden in droge periodes het regenwater in het gebied. Overtollig water wordt via overlopen afgevoerd richting Berkel en Zoddebeek. Verdamping door bomen is een belangrijke oorzaak van verdroging.  Na het kappen van berken vormt jonge berkenopslag  nog steeds een probleem. Door middel van begrazing door schapen en runderen wordt dit tegengegaan. Grote kans dus dat u vanaf mei tot oktober de Haaksbergse schaapskudde tegenkomt in het veen.

Flora

Tot de specifieke veenplanten behoort eenarig wollegras en veenpluis. Ook het vleesetende plantje zonnedauw, de geelbloeiende beenbreek en roze lavendelheide groeien in het Haaksbergerveen.

Reptielen

Het Haaksbergerveen is het leefgebied van een gezonde adderpopulatie. Deze gifslang laat zich zien zodra de eerste voorjaarszonnestralen doordringen. Dan warmen de bruine, wat grotere vrouwtjes en de zwarte mannetjes zich in de zon. De paartijd, gekenmerkt door ‘adderdansen’, is in april. De adder is eilevendbarend. Dat wil zeggen dat het vrouwtje de eieren in haar lichaam uitbroedt. Naast de adder is de levendbarende hagedis de meest voorkomende reptielensoort.

Amfibieën

Vanaf half maart – afhankelijk van de temperatuur – zie je groepen parende kikkers in het veen. En daarop volgend enorme plakkaten dril. In het Haaksbergerveen leven verschillende kikkersoorten, waaronder de groene en de bruine kikker. De heikikker, waarvan het mannetje in de paartijd opvallend helblauw kleurt, is de meest bijzondere soort. Wanneer de hoogveenontwikkeling zo voorspoedig blijft verlopen, zullen kikkers op den duur echter verdwijnen uit het Haaksbergerveen. In een voedselarm en zuur milieu kunnen hun larven namelijk niet overleven. Naast de kleine watersalamander lijkt ook de kamsalamander zich thuis te voelen in het Haaksbergerveen. En een in ons land niet veel voorkomende vissoort: de grote modderkruiper. Deze laat zich echter zelden zien.

Vogels

Voor verschillende vogels is het Haaksbergerveen een aantrekkelijk leef-, overwinterings- of broedgebied. Zij worden gelokt door onder andere de vele muggen, libellen en waterjuffers. Onder meer mezen, vinken, roodborst en groenling zijn altijd aanwezig. De klapekster en blauwe kiekendief zijn er ’s winters te gast. Evenals verschillende eendensoorten. In het voorjaar komen de roodborsttapuit, de blauwborst en de wat ‘gewonere’ tjiftjaf en fitis terug. De boompieper demonstreert onder luid gezang zijn ‘parachutevlucht’. Ook de geelgors,de doodaars en waterral laten van zich horen. De boomvalk maakt jacht op de talrijke libelles en waterjuffers. Voor de liefhebbers organiseert het IVN in april haar jaarlijkse vogelwandeling.