‘t Goor

Nadat in 1957 door de ingebruikstelling van Het Goorgemaal landbouwgrond werd toegevoegd, heeft men eind zeventiger jaren de natuurgebieden Kranenveld en Het Goor weer teruggegeven aan de natuur en is er een vogelkijkhut door IVN-vogelwerkgroep geplaatst.

Water uit hoger gelegen gebieden stroomt ondergronds naar het Goor, waardoor zogeheten waterkwellen ontstaan. Dwars door het Goor stroomde een beek die veel verontreinigd water vanaf België aanvoerde. Dit stroompje is verlegd naar de buitenkant van het gebied, de noordkant.

In het drassige Goor zijn vooral tijdens de trek veel watervogels te zien zoals de roerdomp, bruine kiekendief, blauwborst en allerlei eenden. Uit de naam Cranendonck kan men afleiden dat deze vogel hier vroeger ook al neerstreek. Kraanvogels trekken in maart en april en van eind oktober tot in december over het oosten van ons land. Elk jaar komen op een aantal plaatsen groepen kraanvogels op de grond; ook bij ’t Goor. Geregeld wordt op akkers nabij deze rustplaatsen gefoerageerd.