Gastelse heide en de knoflookpad
Door de aanleg van nieuwe vennetjes en het planten van een groot aantal bomen en struiken op een stuk voormalige landbouwgrond tussen Gastel en de Gastelse Heide moet de knoflookpad behouden blijven en in aantal flink toenemen. De knoflookpad heeft water nodig maar ook rul zand. Vandaar de nieuwe vennen met daartussen zandstroken die omgeven zijn door bomen en struweel. Zo kan de pad redelijk veilig van ven naar ven gaan.
Door de vennen verschillend van diepte te maken is er sprake van risicospreiding. Als er in droge tijden een vennetje droog komt te liggen, is er wellicht een andere poel waar de padden wel goed terechtkunnen. Maar het is voor de knoflookpad ook gunstig als een vennetje eens droog komt te liggen. Daardoor sterven in dat ven de visjes, die graag eitjes van amfibieën eten. Hoewel het project voor de knoflookpad is opgezet, ‘liften’ er ook andere dieren mee.
Door de nieuwe aanplant wordt er ook een groter leefgebied gecreëerd voor kleine dieren als veldmuizen, vlinders, libellen en andere amfibieën. In Gastel zitten naar schatting tien knoflookpadden. De knoflookpad is een van de meest bedreigde amfibiesoorten. Hij scheidt een naar knoflook ruikende geur af, vandaar de naam. Om knoflookpadden te tellen gaat men af op het geluid dat ze ‘s avonds produceren. Ze laten zich moeilijk zien. Vogels zijn er nog niet veel. Wel zijn er al de roodborsttapuit en geelgors gesignaleerd.