Onderzoek Warmer klimaat en stikstof zorgen voor groei korstmossen.

Oranje wimpermos, een stikstofminnend korstmos dat op takken van struiken in warme gebieden groeit, werd de afgelopen jaren steeds noordelijker gevonden in Europa. Nu is Nederland aan de beurt. Alleen in 1843 was er één eerdere vondst van dit fraaie korstmos. Met het warmer wordende klimaat en de hoge stikstofdepositie kunnen we verwachten dat we de soort in de komende jaren vaker gaan vinden.

oranje wimpermos - Teloschistes chrysophthalmus

Foto: Norbert Stapper. Oranje Wimpermos – Teloschistes chrysophthalmus

Een nieuwe soort

Ook is er onlangs een nieuwe soort ontdekt. Na bestudering van de literatuur bleek het te gaan om Oxneria huculica, een dooiermos, dat de Nederlandse naam dragonderdooiermos heeft gekregen. De naam heeft betrekking op de weg (Dragonderweg in Ede), waar de soort uiteindelijk op vijf bomen werd gevonden. De Dragonders streden in de achttiende eeuw tegen de Fransen bij de Grebbelinie bij Veenendaal. Ze hadden deels geeloranje pakken, gelijk aan de kleuren van dit korstmos.

Dragonderdooiermos Arjan de Groot© Arjan de Groot – Locatie: Op Es. Dragonderweg, Ede. – Habitus (met o.m. Physcia adscendens)

Oxneria huculica is een opvallende soort die niet snel over het hoofd wordt gezien. Een ander opvallend feit is dat alle dooiermossen sterk toegenomen zijn door stikstof (ammoniakgas) uit de landbouw. De vindplaats op de grens van Ede en Veenendaal in de Gelderse Vallei ligt in één van de meest vervuilde gebieden van West-Europa, met in de buurt diverse megastallen. De korstmosflora op de bomen is tamelijk arm en bestaat vrijwel geheel uit extreem stikstoftolerante soorten. De nieuwe soort past ecologisch gezien prima op deze plek, maar in het algemeen zijn korstmossen beter af met een schoner milieu.

Headerfoto: Oranje Wimpermos, Jasper Willemsen – Locatie: Soest – Thallus met apothecien op twijg. CC-BY-SA 3.0