Voedselbos
In voedselbossen wordt landbouw met natuur gecombineerd voor een duurzame voedselproductie. Het is een bio divers systeem dat ook nog eens voor voedselproductie zorgt.
Een voedselbos is een door mensen gecreëerde plantengemeenschap (planten, bomen en struiken) met een extreem hoog aantal eetbare soorten. De biodiversiteit, (ecologische) veerkracht en productiviteit (van biomassa) van een voedselbos zijn hoog. Een voedselbos is volledig zelfvoorzienend en klimaatbestendig.
Voedselbossen in Bernheze
Binnen Bernheze zijn meerdere voedselbossen.
- Een daarvan is Schrikkelbos in Heesch. Marian Langens geeft regelmatig rondleidingen en uitleg over voedselbossen.
- Aan de Westakkers in Berlicum ligt : Voedselbos d’Ekkers.
- In Zeeland heb je een kweker: Fruithof de Brand. Geleid door Sjef en Wilma van Dongen
- In Nistelrode heb je voedselbos Nistelrode
Interesse in een voedselbos?
Heeft u interesse om meer kennis op te doen van een voedselbos? Ga dan naar deze website: Voor een online cursus: Puur Perma cultuur voor een cursus
Of voor het ontwerp van een voedselbos : Ontwerpcursus voedselbos:
Tien tips voor het aanleggen van een voedselbos
Voedselbossen zijn hip, en dat is maar goed ook. Want de landbouw zoals we die kennen, is aan vernieuwing toe. Met een voedselbos produceer je noten, fruit en andere eetbare gewassen, terwijl je ondertussen de bodem en de biodiversiteit herstelt. Wil jij een voedselbos in je omgeving aanleggen? Marjolein Bezemer, community manager voor het Platform Voedselbossen Brabant, vraagt Wouter van Eck van Food Forest Ketelbroek en John Vermeer van de Brabantse Milieufederatie wat je moet weten. Met deze tien tips maak je een goede start.
1. Hoe kom je aan grond?
Voor een voedselbos heb je grond nodig. En dat kan in Nederland nog best een uitdaging zijn. Bedenk ten eerste dat je een voedselbos kunt planten op grond die niet in jouw bezit is. Er zijn particulieren die veel eigen grond hebben en jou daar graag iets mee laten doen, bijvoorbeeld in ruil voor een deel van de oogst. Een Natuur- en Milieufederatie bij jou in de buurt kan je helpen aan ideeën en contacten.
Gemeenten staan ook steeds meer open voor plannen voor eetbare parken en voedselbossen. Zo luisterde de Gemeente Utrecht goed naar de bewoners van een geplande nieuwbouwwijk, die in de wijk een voedselbos willen aanleggen. De gemeente vond het een goed idee en nam het mee in het bouwplan. Het is de bedoeling dat het voedselbos er staat voordat de huizen gebouwd worden. De bewoners worden betrokken bij de aanleg en het onderhoud.
Wil je toch op zoek naar je eigen stuk grond? Dan kun je een huis met een groot perceel aanschaffen. Of je koopt een stuk productiebos of een akker en vormt die om tot voedselbos.
2. Welke bestemming heeft de grond?
John Vermeer hielp namens de Brabantse Milieufederatie een aantal mensen aan grond voor hun voedselbos. “Let in eerste plaats op het bestemmingsplan, dat vind je bij de gemeente of online. Je kunt bijvoorbeeld een stuk grond aankopen met bestemming agrarisch of natuur. Koop je land met bestemming natuur, dan heb je te maken met verschillende natuurdoeltypen. De regels hierover zijn streng, dus informeer bij de provincie welke natuurdoeltypen geschikt zijn voor het aanleggen van een voedselbos. Koop je een bestaand bos dat je wilt omvormen tot een voedselbos, dan heb je te maken met herplantingsplicht en de natuurbeschermingswet. Zoek goed uit wat dat voor de mogelijkheden betekent, voordat je bestaande bomen gaat kappen.”
Landbouwgrond gebruiken voor een voedselbos is gemakkelijker, maar ook duurder. Natuurbeschermers zijn vaak geen voorstander van een voedselbos op natuurgrond. Op landbouwgrond gelden minder strenge regels. Daarbij is landbouwgrond meestal ernstiger verwaarloosd; op zo’n plek verbetert een voedselbos de bodem en de biodiversiteit enorm.
Vermeer: “In Brabant kan het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) agrarische grond betaalbaarder maken. Als jouw beoogde stuk landbouwgrond voldoet aan bepaalde voorwaarden, kan het GOB het bestemmingsplan omzetten naar natuur. Voor boeren en banken is natuurgrond ongeveer de helft minder waard dan agrarische grond. Het GOB compenseert die waardedaling. Je dient je dan wel te houden aan de afspraken om geen gif of drijfmest te gebruiken.”
In andere provincies is een soortgelijke subsidiegever niet gemakkelijk te vinden. Maar agrarische grond kan in minder dichtbevolkte gebieden zoals de provincie Groningen goedkoper zijn dan in de Randstad en Brabant.
3 Wat is de grondwaterstand?
Naast bestemmingsplannen en natuurdoeltypen, heb je ook te maken met grondwatertrappen. Vermeer: “Notenbomen wortelen heel diep en willen niet met hun wortels in het water staan. Je moet voor een voedselbos uitgaan van ongeveer één meter tot aan de grondwaterspiegel. Bij de waterschappen zijn de waterstanden in te zien.
Om de actuele stand van het grondwater in jouw gebied te weten, moet je je aanmelden bij het meetgegevensportaal van de samenwerkende Brabantse waterschappen: Waterschap Aa en Maas, Waterschap Brabantse Delta en Waterschap De Dommel.
In het meetgegevensportaal kunt u meetreeksen die door de Brabantse waterschappen beschikbaar worden gesteld, bekijken, vergelijken en downloaden.
Je kunt ook in de natste tijd van het jaar (rond eind februari) zelf met een grondboor een gat graven op jouw beoogde stuk land. Staat het grondwater toch te hoog, maar wil je wel op die plek gaan planten? Maak dan verhoogde stukken land voor de diep-wortelende bomen. Wil je een vijver op je land, dan kun je de grond die je afgraaft elders gebruiken om op te hogen.”
4 Hoe ontwerp je een voedselbos?
Een voedselbos moet minstens honderdtachtig jaar meegaan. De piek in productie voor de hoge bomen is na honderdtwintig jaar. Bovendien wil je dat het bos een paar jaar na aanleg nagenoeg geen onderhoud meer nodig heeft. Dat vraagt om een weldoordacht ontwerp en om geduld. De experts zeggen dat je minstens een jaar je onbewerkte land moet observeren voordat je een goed ontwerp kunt maken. Neem de tijd om te observeren, te lezen, te luisteren en te leren.
https://circleecology.org/basiscursus-voedselbos/
5 Lees je in over ecologie en polyculturen
Voor je ontwerp is het belangrijk om de basisprincipes van de natuur te begrijpen. Een voedselbos is een ecosysteem. Alle organismen in dat ecosysteem dragen bij aan de balans ervan. Van vogels en vossen tot de kleinste bacteriën in de bodem: ze hebben allemaal een functie en ondersteunen elkaar. Ook planten en bomen kunnen elkaar ondersteunen. Zo kan de smeerwortel (een diep-wortelende plant) voedingsstoffen en water voor de perenboom uit de grond halen. De perenboom wortelt oppervlakkig; door ze naast elkaar te zetten, helpen ze elkaar. Zo’n polycultuur is veel minder vatbaar voor ziektes en plagen dan de monoculturen waarmee wij vertrouwd zijn.
en ander voorbeeld van een polycultuur is de combinatie groene asperges met kruisbessen. Voedselboswachter Sjef van Dongen plant deze twee in rijen naast elkaar. Aan het begin van het seizoen worden de asperges geoogst. Daarna moeten deze meerjarige planten doorschieten om stevig en gezond te blijven. De grote aspergeplanten zorgen dan voor schaduw bij de kruisbessen en beschermen de struik tegen vogelvraat. Ten slotte zorgt de dichte begroeiing ervoor dat de bodem bedekt blijft. Dat betekent dat je minder hoeft te irrigeren en minder hoeft te wieden. Bij het ontwerp van een voedselbos ben je steeds op zoek naar zulke combinaties van elkaar ondersteunende planten.
6 Werk mee met de natuur
Food Forest Ketelbroek Foto: Wouter van Eck
Wouter van Eck legde in 2009 Food Forest Ketelbroek aan. Inmiddels is dit een van de belangrijkste voorbeelden van voedselbossen in Nederland. Na jaren van observatie in zijn voedselbos, weet hij veel over ecologie. Van Eck: “Een van de basisregels van ecologie is dat de natuur naar rijkdom streeft. Wij moeten proberen op dit principe mee te liften. Dat vraagt om het loslaten van onze klassieke kijk op landbouw en moestuinieren. We hoeven niet te vechten tegen de natuur, maar kunnen de natuur nabootsen. Die wil altijd en overal vruchtbaarheid opbouwen. Wij noemen dat successie. Als we dat principe ‘vereetbariseren’ [eetbaar maken, MB], dan krijg je een voedselbos dat geen onderhoud vereist.”
Een van die klassieke misvattingen is dat onkruid niet welkom is. Van Eck: “Onkruid is heel belangrijk in een voedselbos. Iedere groene plant voegt energie toe aan het systeem; het zijn allemaal kleine zonnepanelen. Onkruiden zijn groene planten die licht omzetten in organische stof. Dat is heel belangrijk voor de opbouw van de bodem. Je hebt dan geen mest meer nodig. Daarnaast speelt onkruid ook een belangrijke rol in het bedekken van de bodem. In de natuur is de bodem nooit kaal. Het winterklaar maken van je tuin is bijvoorbeeld totaal niet nodig.”
7 Waar haal je plantgoed vandaan?
Je hebt een stuk grond tot je beschikking en je hebt een ontwerp gemaakt. Tijd om te planten. Dat doe je liefst tussen november en februari, als de bomen in rust zijn. Biologisch gekweekt plantmateriaal heeft veel voordelen. Met stip op één: er zit geen gif aan je planten, waardoor insecten in jouw voedselbos blijven leven. Daarnaast worden biologische bomen en struiken zonder kunstmest opgekweekt, waardoor ze langzamer groeien, sterker zijn, ouder worden en beter aanslaan als je ze verplaatst. Er zijn ook kwekers zonder SKAL-keurmerk die wel gifvrij kweken. Een kleine selectie van gifvrije kwekers die veel weten over voedselbossen:
Kwekerij De Vrolijke Noot
Floris Natuurlijke Bomen
De Sterappel
Kwekerij Arborealis
Op Goede Grond
Een bredere lijst vind je hier. Vergeet niet dat je ook stekken kunt vragen van mensen in je netwerk.
8 Hoe organiseer je een plantdag?
Beeld: U.S. Air Force photo by Senior Airman Jensen Stidham/Released
Zet je netwerk in. Ga veel helpen bij anderen, en vraag ze daarna ook bij jou. Maak er een feestje van. Gebruik sociale media om mensen uit te nodigen. Zorg voor informatie, lekker eten en een composttoilet op je land.
9 Hoe verkoop of verwerk je de oogst?
In de beginfase van een voedselbos kun je op de nog open plekken ook eenjarige gewassen verbouwen. Op die manier kun je ook in het eerste jaar al inkomen genereren. Wil je wachten op de oogst uit de meerjarige gewassen, dan moet je de eerste jaren geduld hebben. Maar bedenk dat ook voor kleine hoeveelheden van bijzondere groenten en fruit een markt is. The Plant is bezig met het ontwikkelen van een online marktplaats genaamd Food Value om kleinschalige boeren en afnemers met elkaar te verbinden. Zo’n lokale voedselketen is voor voedselbosboeren interessant omdat zij vaak goede kwaliteit bieden in geringe hoeveelheden.
Wouter van Eck heeft zelf een korte keten gecreëerd met een restaurant. Elke week (ook in de winter) komt de chef-kok van het Nijmeegse restaurant De Nieuwe Winkel oogsten in Food Forest Ketelbroek. Samen met Van Eck zoekt hij spannende combinaties van onbekende gewassen, waarmee hij experimenteert in zijn restaurant. Botanische gastronomie noemen ze dat.
Foto: voedselbos Ketelbroek – Wouter van Eck
Zo staat er dit seizoen onder andere op het menu: mispels, bloemknoppen van het Japans Hoefblad en scheuten van Lisdodde. Van Eck noemt het een luxe dat de chefkok zelf bij hem terechtkwam. “Toen de oogst na zes jaar toenam, konden we ook fruit en kruiden leveren aan een brouwerij die daar cider en bier van maakt. En in het voorjaar werken we soms samen met een lokale cateraar. In deze eerste fase van het voedselbos zijn kwaliteitsproducten en korte lijnen erg belangrijk. In de nabije toekomst verwachten we zoveel oogst te hebben dat we ook chutney, sap, cider en walnootolie kunnen maken en verkopen. Het voedselbos is nu zeven jaar oud. Als we komend voorjaar geen late nachtvorst hebben, dan kunnen we daarmee beginnen. Over vijf jaar hebben we voldoende volume en zitten we qua oogst de komende eeuw goed.”
10 Hoe kom je in contact met andere voedselboswachters?
Excursie_Ketelbroek_2017_foto-John-Vermeer_Brabantse-Milieufederatie
Een netwerk is heel belangrijk. Het is leerzaam en inspirerend om bij een bestaand voedselbos te gaan kijken.
Het voedselbos Schrikkelbos in Heesch is een voorbeeld in Bernheze.
Voedselbos Vlaardingen, Food Forest Ketelbroek en het voedselbos van Fruitz for Life zijn mooie voorbeelden van voedselbossen in Nederland. De voedselboswachters geven regelmatig rondleidingen.
Op sociale media zijn talloze mensen actief op het gebied van voedselbossen. Zo zijn er ruim 5.700 mensen lid van de Facebookgroep Voedselbossen. Ze helpen elkaar met praktische vragen.
Bezoek congressen: dit voorjaar is het Congres Voedselbossen Oisterwijk en het Euraf Agroforestry Congres in Nijmegen.
Wat organiseert de Natuur- en Milieufederatie bij jou in de buurt? De Brabantse Milieufederatie heeft bijvoorbeeld het Platform Voedselbossen Brabant opgericht. Zoek een initiatief in jouw buurt en doe mee om te leren en anderen te ontmoeten. Op deze kaart vind je voedselbossen in heel Nederland. Op deze kaart staan de initiatieven in Brabant.
Houd ten slotte deze belangrijke initiatiefnemers in de gaten: Stichting Voedselbosbouw Nederland en Stichting Van Akker naar Bos.
Kan het ook in je achtertuin?
Er zijn verschillende inspirerende voorbeelden!
- Stadstuin van 55m² ingericht als een mini eetbare bostuin! Zie:
- Een smalle, maar relatief diepe achtertuin ingericht als eetbare bostuin. Het is een typische stadstuin van zo’n 5 m breed en ca 25 m diep, met schuttingen en muren aan alle kanten. De tuin biedt genoeg ruimte voor fruitbomen (appel en mirabel), kleinfruit (josta, blauwe honingbes, kruisbes) en tientallen zichzelf uitzaaiende vaste groentes, kruiden en eetbare bloemen.
- Sinds 2012 is er een eetbare siertuin in Doorwerth (tussen Arnhem en Wageningen), die je op afspraak kunt bezoeken. Met hun tuin willen ze inspiratie bieden en laten zien wat er in iedere tuin mogelijk is.
- In Zwolle is een permatuin van Katherine aangelegd en die geeft duidelijke uitleg over het gebruik van permacultuur in een stadstuin.
- Madelon Oostwoud schreef ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’ – een inspirerend boek vol informatie, ontwerpen en een handige plantenlijst.
Het grootste voedselbos in Nederland
De ambities liegen er niet om: in het Brabantse Schijndel komt het grootste voedselproductiebos van Europa. Verdeeld over twee locaties, 20 hectare groot. Dat is de omvang van een bescheiden akkerbouwbedrijf. Maar het is dus een bos. Of eigenlijk: een bos en een akkerbouwbedrijf tegelijk. Een voedselbos is namelijk een landbouwmethode waarbij bomen en struiken eetbare producten leveren. Denk aan fruit en noten, maar ook eetbare bladeren, bloemen en scheuten. Een voedselbos functioneert biologisch als een bos, dus geheel op eigen kracht, zonder dat er mest of water wordt toegevoegd. Economisch gezien is het een vorm van landbouw: hier wordt eten geproduceerd.
De grond voor het Schijndelse bos wordt in pacht gegeven door het Groen Ontwikkelfonds Brabant, een BV van de provincie Noord-Brabant die optreedt als subsidieverstrekker voor natuurontwikkeling. Behalve pachtgrond geeft het fonds ook geld voor de inrichting en aanplanting van het voedselbos. Op de website van het fonds laat directeur Mary Fiers weten dat zij overtuigd is van de meerwaarde van een grootschalig, agrarisch voedselbos. “De voedselbossen zijn de hobby voorbij. Een voedselbos van de omvang zoals die in Schijndel wordt gerealiseerd moet op termijn winstgevend worden. Dit initiatief is wat ons betreft een mooi voorbeeld van ondernemende natuur. Met winst voor de biodiversiteit van het gebied en uiteindelijk ook winst voor de agrariër die het gaat exploiteren.”
Het voedselbos in Schijndel is mede bedacht door ecoloog Wouter van Eck, pionier op dit gebied in Nederland. Zelf heeft hij een bescheiden voedselbos bij Groesbeek (onder Nijmegen), maar hij is ervan overtuigd dat het ook op grote commerciële schaal kan.
Mede dankzij Van Eck bestaat er sinds vorig jaar zomer een Green Deal Voedselbossen, een convenant waarin onder meer provincies, ministeries, onderzoeksinstellingen en waterschappen beloven te werken aan een groter areaal voedselbossen in Nederland. ‘Voedselbossen vormen bij uitstek een voorbeeld van intensieve agro-ecosystemen waarbij economie en ecologie samengaan’, staat er in het document. De wens is om uiteindelijk te komen tot 25 duizend hectare voedselbos.
Het voedselbos staat vol exoten, is dat wel slim?
Nu er steeds meer voedselbossen komen, geeft de NVWA een waarschuwing af: veel van de vruchtbomen en eetbare planten zijn exoten. Die kunnen een risico vormen voor de inheemse Nederlandse natuur.
Te midden van al het optimisme valt evenwel een kritische noot te horen. Die komt van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die onlangs onderzoek heeft laten doen naar voedselbossen in Nederland. Welke bomen en planten worden daar zoal geplant? En wat hebben die voor effect op de omliggende natuur? Er blijken een kleine negentig voedselbossen in Nederland te bestaan. Verreweg de meeste zijn kleinschalig, in veertien gevallen wordt er serieus werk van gemaakt. In deze veertien ‘serieuze’ voedselbossen groeien 593 verschillende plantensoorten. De overgrote meerderheid daarvan is van uitheemse origine: ruim 80 procent van wat er groeit, is afkomstig uit Azië, Noord-Amerika en andere delen van Europa.
Is dat een probleem? Volgens de NVWA wel, want deze uitheemse soorten kunnen een risico vormen voor de natuur in de omgeving van het voedselbos. De geïmporteerde soorten kunnen zich verspreiden buiten het bos en dan inheemse soorten verdringen. Van de uitheemse soorten vormt volgens het onderzoek van de NVWA ruim twintig procent (het gaat dan om 104 verschillende soorten bomen of planten) een risico. Bij twaalf soorten die groeien in Nederlandse voedselbossen is dat risico zelfs ‘hoog’, volgens de onderzoekers. Het betreft bijvoorbeeld de klimaugurk, het erwtenboompje en de dwergmispel, maar ook de aardpeer, de rimpelroos en de cranberry.
In het rapport ‘Risicobeoordeling van voedselbossen als introductieroute voor invasieve plantensoorten’ (dat de Radboud Universiteit Nijmegen, de stichting Floron en het Nederlands Expertise Centrum Exoten maakten voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) worden twaalf uitheemse plantensoorten genoemd die voorkomen in Nederlandse voedselbossen en die een ‘hoog risico’ vormen voor de inheemse natuur.
Dat zijn:
- Akebia quinata (klimaugurk);
- Caragana arborescens (erwtenboompje);
- Cotoneaster franchetii (dwergmispel);
- Euonymus fortunei (kruipkardinaalsmuts);
- Helianthus tuberosus (aardpeer);
- Lonicera japonica (Japanse kamperfoelie);
- Lupinus polyphyllus (vaste lupine);
- Populus alba (witte abeel);
- Rhus typhina (azijnboom);
- Robinia pseudoacacia (robinia);
- Rosa rugosa (rimpelroos);
- Vaccinium macrocarpon (cranberry).
Nog enkele naslagwerken
Basis handboek aanleg voedselbos
Durf gewoon de gok te nemen om een voedselbos aan te leggen
Op weg naar een natuurinclusieve landbouw
Planten biografieen van eetbare bomen en struiken in voedselbossen
Risico beoordeling van voedselbosbouw als introductieroute voor invasieve plantensoorten