Steenuil Athene Noctua

Foto in header: Door Trebol-a – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=10715681

De steenuil is de bekendste van de kleinere uilensoorten. In ons land is hij van oudsher een bekende verschijning in vooral kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. De steenuil schuwt de menselijke omgeving niet en broedt vaak op boerenerven, vooral als deze voldoende natuurlijke variatie bieden. Dan kan een steenuil op een klein oppervlak alles vinden wat hij nodig heeft. Vanaf paaltjes of andere verhogingen zoekt de steenuil naar voedsel en vliegt daar in golvende vlucht op af.

Herkenning

De steenuil is nauwelijks groter dan een merel maar oogt toch wat forser door z’n opgezette veren. Het verenkleed is overwegend bruin tot grijsbruin met witte streepjes en druppelvormige vlekken. Opvallend zijn de felgele ogen en lichte ‘wenkbrauwen’. Het achterhoofd lijkt een kopie van het voorhoofd met toegeknepen ogen. In rust is zijn postuur gedrongen, bij waakzaamheid rekt de uil zich uit. Niet altijd zichtbaar zijn de lange, bevederde poten.

Geluid

Baltsroep man steenuil

Steenuil zang

Steenuil alarmroep

Leefwijze

Broeden

Broedperiode van half april tot half mei. Legsel bestaat gemiddeld uit 3-5 eieren. Normaliter één legsel per jaar, incidenteel tweede legsel tot half juni. Broedduur: 24-28 dagen. Broedt in allerlei natuurlijke holtes van bomen, vooral knotwilgen en oude (hoogstam)fruitbomen. Ook in rustige hoekjes of nissen van gebouwen of schuren en in speciale nestkasten. Jongen verlaten na ongeveer een maand het nest, maar zijn dan nog niet vliegvlug. Na ongeveer 38-46 dagen zijn ze dat wel, maar worden daarna nog zo’n 5 weken verzorgd.

Leefgebied

Veelal kleinschalige cultuurlandschappen met een variatie aan houtwallen, heggen, weitjes en knoestige bomen. In grootschalige landbouwgebieden is de steenuil afhankelijk van gevarieerde erven bij boerderijen of vrijstaande huizen. Jachtgebied bestaat uit open terrein met het hele jaar door lage vegetatie (beweiding). Voorts zijn er voldoende zitplaatsen van één tot anderhalve meter hoogte (paaltjes bijvoorbeeld) om vanaf te jagen. Er zijn schuilplaatsen en broedholen in oude bomen, schuren, gebouwen en dergelijke.

Voedsel

Veldmuizen, ook andere kleine zoogdieren, kleine vogels, in mindere mate reptielen en amfibieën, insecten als nachtvlinders en meikevers, regenwormen.

Vogeltrek

Volwassen steenuilen blijven gewoonlijk het gehele jaar in de naaste omgeving van de broedplaats. Jonge steenuilen zwerven uit, het merendeel vestigt zich op minder dan 10 km van de geboorteplaats.

Steenuil Athene noctua kuikenSteenuil Athene noctua kuiken Door Rasbak – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4142515

Verspreiding en aantal

Afname van de aantallen broedparen sinds 1990 met meer dan 5%. Laatste 10 jaar stabiel.

De steenuil is een broedvogel en standvogel in een groot deel van Europa, Noord-Afrika en Midden-Azië. De soort telt dertien ondersoorten met elk een eigen verspreidingsgebied.

Aantallen in Nederland

Aantal broedparen7500-8500 (in 2013-2015)verspreiding steenuil SOVON2013-2015 Deze kaart is gebaseerd op de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018). Per atlasblok van 5×5 km is er een schatting van het aantal broedparen gegeven.

Bescherming

Het gaat al langere tijd bergafwaarts met de steenuil. Het leefgebied krimpt ineen door bijvoorbeeld stads- dorpsuitbreidingen, aanleg van industrieterreinen en wegen. Daarnaast is het resterende leefgebied sterk veranderd. Kleine gemengde boerenbedrijven zijn er niet meer, hoogstamboomgaarden zijn zeldzaam geworden. De landbouw is een stuk intensiever. Lange tijd was er geen aandacht voor kleinschalige landschapselementen als houtwallen en hagen. Veel nestgelegenheid verdween ook door het ruimen van oude kippenhokken en vervallen schuurtjes. Het verkeer kan de steenuil ernstig parten spelen waar zijn jachtterrein doorkruist wordt door wegen.

De steenuil staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels in de categorie Kwetsbaar. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.

Wat doet Vogelbescherming Nederland?

De steenuil weet zich onder meer door een bijna jaarlijks optreden in ‘Beleef de Lente’ goed in de belangstelling. Dat helpt zeker bij de bescherming. Want wie buiten woont en over een erf beschikt, kan nuttig werk doen voor de steenuil. Vogelbescherming ondersteunt daarbij het werk van de soortwerkgroep Steenuilenoverleg Nederland (STONE). Vrijwilligers van STONE zijn actief met onderzoek, bescherming en voorlichting.

Wat kunt u doen

Wie buiten woont in een (half)open cultuurlandschap, kan met de inrichting van het erf rekening houden met de wensen van de steenuil. Dit heeft vooral zin wanneer in de omgeving ook steenuilen voorkomen. Maatregelen zijn onder meer: voorzien in een gevarieerd erf met nestgelegenheid, grazige weitjes, uitkijkposten, veilige schuilplaatsen voor jonge steenuilen en geen gebruik van (landbouw)gif. Gunstige maatregelen bestaan uit de aanplant van fruitbomen, knotwilgen en hagen, aanleg van takkenrillen, perceelrandbeheer. Grasland (extensief gebruikt) kan het beste kort gehouden worden door begrazing met schapen of paarden (de mest levert ook voedsel op in de vorm van kevers en regenwormen). Het voorkomen van mussen en spreeuwen bij broedplaatsen kan worden gestimuleerd (alternatieve voedselbron bij muizenschaarste).

Veel steenuilen verdrinken in drinkwaterbakken voor het vee. STONE ontwikkelde een bak waar de steenuilen snel weer uit kunnen klauteren. Ze zijn er in twee formaten. De bakken zijn te koop in de webshop van Vogelbescherming. Steenuilenbroedsels gaan niet zelden verloren door marterpredatie. Wie dat wil voorkomen, kan een speciaal ontwikkelde nestkast plaatsen waar de marters niet in kunnen en de steenuilen wél. Ook verkrijgbaar bij Vogelbescherming.

Jaarrond beschermde nesten

Vogels nemen in de Wet natuurbescherming een bijzondere positie in. De basis hiervoor vormt de Europese Vogelrichtlijn, waarin onder meer de bescherming gereguleerd is van alle inheemse en regelmatig voorkomende trekvogels, zodat deze ‘kunnen voortbestaan en zich kunnen voortplanten’.

De wet natuurbescherming geeft aan dat álle broedende vogels, hun broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen beschermd zijn tijdens de broedperiode. Daarnaast zijn er een aantal kwetsbare vogelsoorten waarvan de nesten ook jaarrond zijn beschermd.

RVO.nl heeft daartoe in 2009 een (aangepaste) lijst opgesteld met vogelsoorten die dit betreft. Het is een indicatieve lijst die als hulpmiddel gebruikt kan worden bij het bepalen of er voor een ruimtelijke ingreep een ontheffing aangevraagd moet worden en om te kijken welke mitigerende maatregelen nodig zijn. Zie https://mijn.rvo.nl. Het is geen uitputtende lijst en op de lijst kunnen uitzonderingen ontstaan waardoor het nest van een bepaalde soort toch niet jaarrond beschermd is. Voor meer informatie kunt u zicht richten tot de provincie alwaar de desbetreffende activiteit plaatsvindt.

Er wordt onderscheid gemaakt in vijf categorieën, waarbij de nesten van categorie 1 tot en met 4 jaarrond beschermd zijn en categorie 5 alléén tijdens de broedperiode. Hierbij geldt echter dat wanneer ‘zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden’ dat rechtvaardigen, ook de nesten van categorie 5 soorten jaarrond beschermd kunnen zijn. Voor deze soorten is daarom vaak ook inzicht nodig in de nesten en rustplaatsen in het plangebied en de omgeving.

De onderscheiden categorieën zijn:

  1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, ook buiten het broedseizoen gebruikt worden als vaste rust- en verblijfplaats (Steenuil)
  2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (Roek, Gierzwaluw en Huismus)
  3. Nesten van vogels, zijnde géén koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing zijn. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (Grote gele kwikstaart, Kerkuil, Oehoe, Ooievaar en Slechtvalk)
  4. Nesten van vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (Boomvalk, Buizerd, Havik, Ransuil, Sperwer, Wespendief en Zwarte wouw)
  5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen (diverse soorten waaronder Boerenzwaluw, Groene specht en Torenvalk)