2016 08 Libellen en juffers, Gert-Jan Roebersen

Libellen en juffers

In deze tijd van het jaar zie je geregeld libellen vliegen, vooral in de buurt van water. Libellen zijn gemakkelijk herkenbaar: het zijn viervleugelige insecten met grote bolle ogen en een lang achterlijf. We onderscheiden twee groepen: echte libellen houden in rust hun vleugels gespreid; zij behoren tot de grootste inheemse insecten. Juffers vouwen hun vleugels langs het achterlijf, en zijn gemiddeld kleiner dan ‘echte’ libellen.

De levenscyclus van een libel begint met een eitje in een waterplant (bij juffers) of in het water. Hieruit komt een roofzuchtige larve voort: insectenlarven, kleine waterdiertjes en ook kleinere libellenlarven worden gretig verslonden. De larve vervelt een tiental keren tot een nieuw en groter stadium, maar kent geen popstadium zoals een vlinder. Een larve in het laatste stadium kruipt langs een plantenstengel omhoog, daarna barst de larvenhuid open onder de kop en werkt het volwassen insect zich langzaam uit de larvenhuid. Dit proces heet uitsluipen en gebeurt meestal in de vroege ochtend, omdat dan de kans dat de uitsluipende libel wordt gevangen kleiner is. De libel moet eerst opwarmen en zijn vleugels oppompen voordat hij kan vliegen, en is dus even weerloos.

IVN Amstelveen libelleHoewel vliegende libellen wel eten (vooral vliegen en muggen) is hun voornaamste functie het zorgen voor nageslacht. Een mannetje dat een vrouwtje tegenkomt in zijn territorium grijpt haar met zijn achterlijf achter de kop vast. Zo vormen zij een ‘paringswiel’ en vliegen gezamenlijk naar een plaats waar het vrouwtje de eieren kan afzetten, op waterplanten of zelfs in het water. Uniek voor libellen is dat de mannetjes beschikken over een secundair geslachtsorgaan halverwege het lichaam. Het primaire geslachtsorgaan zit achteraan het lijf; omdat het mannetje daarmee het vrouwtje vasthoudt kan hij haar zo niet bevruchten. Voor de paring brengt hij zijn spermapakketje over naar het secundaire orgaan, waarmee hij het in de geslachtsopening van het vrouwtje overbrengt. De eieren worden pas bevrucht bij het afzetten. Vrouwtjes kunnen overigens meerdere malen paren met verschillende mannetjes.

Veel voorkomende soorten libellen zijn de paardenbijter, de viervlek (herkenbaar aan vier donkere vlekken op elk paar vleugels) en de bloedrode heidelibel. Bij de juffers vallen het lantaarntje, met een helblauw achterlijfsegment, en de vuurjuffer met fel oranjegele of rode kleur op.

Meermalen heb ik libellen in paringswiel zien vliegen, maar helaas nog nooit een libel met eigen ogen zien uitsluipen. Misschien toch maar eens heel vroeg opstaan en naar de waterkant?

Gert-Jan Roebersen
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.