Vleermuizen spotten in het Zegersloot Noord gebied

Op de avond van 1 oktober had het IVN een activiteit georganiseerd om vleermuizen te spotten in het gebied rond de Zegerplas. Ik begreep van Dick Warmerdam, de organisator, dat er maar liefst 40 aanmeldingen waren, en dat hij nog wat extra gidsen had gevraagd om de groep te begeleiden. Ik was erg blij met deze excursie. Ik ‘spot’ zelf ook graag vleermuizen, en de dat vooral rond ons huis in Aarlanderveen. Het leek mij vooral erg leuk om mensen te ontmoeten en te spreken met dezelfde interesse.

Het zag er aanvankelijk niet zo goed uit met het weer. Het waaide hard en regende de hele middag. Met dat weer houden de vleermuizen zich ook rustig, want er valt dan niet veel te jagen voor ze. Gelukkig werd het weer om een uur of 19:30 wat beter. Nog wat lichte spetters maar flink wat wind. Gelukkig ging het door! We verzamelden bij het bezoekerscentrum Veenweiden en de opkomst was, ondanks het slechte weer, nog heel behoorlijk ( 16 deelnemers) . Er was wel wat meer regen voorspeld later op de avond, dus we vertrokken direct richting de Zegerplas. Op de plek waar voorheen veel vleermuizen waren gespot waaide het erg hard en zagen/hoorden we nog niet veel vleermuizen, maar toen we meer de beschutting hadden opgezocht hebben we toch veel vleermuizen gespot. We hadden meerdere bat-detectors bij ons, en flinke schijnwerpers, zodat we ze ook konden zien. We hebben twee verschillende soorten gespot, de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii). De eerste is een veel voorkomende vleermuis die onder andere in Nederland leeft en overwintert. Ze overwinteren over het algemeen niet heel ver van het gebied waar ze ’s zomers verblijven. De tweede, de ruige dwergvleermuis, trekt in augustus/september uit Oost-Europa naar West/Zuidwest Europa om hier te overwinteren. Dat wist ik nog niet, maar het viel mij wel op dat ik deze pas de laatste weken ook rond mijn thuis detecteer. Ik heb hiervoor een app op mijn ipad en een microfoon van wild-life acoustics, die voor mij op een shazam achtige manier de ultrasone geluiden analyseert en mij vertelt wat voor soort vleermuis het is. Dick heeft ons nog interessante wetenswaardigheden bijgebracht. Wat erg leuk is om te weten is dat de paring van de vleermuis plaatsvindt in het najaar, maar de daadwerkelijke bevruchting pas in het voorjaar. Het vrouwtje bewaart het sperma in haar baarmoeder, en pas in het voorjaar vindt de ovulatie en de daadwerkelijke bevruchting plaats.

De vleermuizen vangen over het algemeen vele honderden insecten op een avond/nacht. Dat is een enorm aantal en ik ben de vleermuizen daarvoor ook erg dankbaar. Ik hoef nu nog slechts af-en-toe zelf op jacht met mijn vliegenmepper.

 Een vleermuis die hier ook voorkomt, maar die we niet hadden gespot, is de laatvlieger (Eptesicus serotinus). Deze vleermuis is een heel stuk groter dan de dwergvleermuis. Deze Laatvlieger dankt zijn naam aan het feit dat hij later uitvliegt dan een andere grote vleermuis, de Rosse Vleermuis( (Nyctalus noctula). Deze laatste detecteer ik rond ons huis regelmatig, en inderdaad al als het net begint te schemeren. 

Dick en andere begeleiders, dank voor de interessante excursie, en tot een volgende keer.

Wouter Hazenberg