Wandeling door het park Zegersloot
Onder begeleiding van IVN gidsen Annemiek en Annelies hebben wij, met zo’n 15 medewandelaars, een wandeling gemaakt door het Prinses Irenebos.
Allereerst kwamen we langs een Tiny Forest. Dat is een bosje ter grootte van een tennisbaan met alleen inheemse bomen en struiken die in het begin niet gesnoeid worden.
De meesten uit de groep zijn er doorheen gelopen maar ik en met mij dus enkele anderen, niet. Vanwege de teken durfde ik het niet aan om dit dicht begroeide bosje in te gaan.
Wat verderop zagen we o.a.:
– de Akkermelkdistel. Een gele hoge plant die we door een vergrootglas bekeken en we daardoor heel veel klierhaartjes op de stengel en de bloemhoofdjes zagen. Hieraan wordt de Akkermelkdistel herkend.
– de Speerdistel is te herkennen aan de stevige stekels en speerpuntige bladeren. De bloem is licht paars.
– Jakobskruiskruid, twee jarige plant met gele bloempjes, is een plant die gevaar kan opleveren voor vee. Paarden en runderen eten het niet omdat het erg bitter smaakt. Maar wanneer deze plant gehooid of ingekuild wordt, verdwijnt de typische geur en smaak en herkent het vee de plant niet meer. De dieren kunnen dan door het eten van deze plant, dood gaan. Tegen vergiftiging door deze plant is niets te doen.
We passeerden de paddenpoel waar we libellen en kikkers zagen.
Ik heb een ezelsbruggetje gehoord: de Noorse aak (Noorse esdoorn) heeft twee zaden aan elkaar, zie het als een V van Viking!
We hebben verkoeling gezocht onder een groep beukenbomen. Heerlijk was het daar.
De blaadjes van de beuk groeien naast elkaar zodat er als het ware een groot scherm ontstaat. Er komt daardoor weinig tot geen zon tussen de bladeren door. Het is daar dus heerlijk koel.
Maar geen zon betekent ook weinig plantengroei.
We hebben wederom genoten van de natuur en de educatie.
Met dank aan onze gidsen Annemiek en Annelies.
Jacinta van Staverden-Meijer