Soort van de maand

Soort van de maand | November / December

 


De grote zaagbek

Wintergast met een scherp randje

In de wintermaanden verschijnen op onze rivieren, meren en plassen bijzondere bezoekers uit het hoge noorden. Eén van de meest indrukwekkende daarvan is de grote zaagbek (Mergus merganser). Deze slanke, elegante eend valt direct op: het mannetje met zijn glimmende donkergroene kop, spierwitte flanken en zwarte rug, het vrouwtje met haar roodbruine kop en grijze lichaam. Maar wat deze vogel écht uniek maakt, zit vanbinnen.

De grote zaagbek is een echte viseter. In tegenstelling tot de meeste eenden heeft hij een lange, smalle snavel met kleine, naar binnen gerichte tandjes; het lijkt bijna een zaagje. Deze tandranden geven hem houvast op glibberige prooien. Het is dus geen wonder dat hij in het Engels “common merganser” heet, afgeleid van het Latijnse mergo – duiken.

En duiken kan hij. Een volwassen grote zaagbek kan tot 30 meter diep onder water verdwijnen en blijft soms meer dan een minuut onder. Ondertussen jaagt hij razendsnel op vissen als voorn, baars en jonge snoek. Zijn lichaam is gebouwd als een torpedo: sterke poten staan ver naar achteren op het lijf, ideaal om te zwemmen, iets minder handig op land.

De meeste grote zaagbekken die we in Nederland zien, komen uit Scandinavië, Rusland en de Baltische staten. In de winter vinden ze hier relatief voedselrijk, open water. Soms vormen ze groepen van tientallen vogels, waarbij ze zelfs samen jagen: in linie drijven ze een school vis naar ondieper water, waarna ze beurtelings duiken.

Hoewel de grote zaagbek een indrukwekkende jager is, is hij schuw en gevoelig voor verstoring. In koude winters, wanneer wateren dichtvriezen, moeten ze soms grote afstanden afleggen om open water te vinden. Rustige oevers en beschermde watergebieden zijn daarom van groot belang.

Meer over de grote zaagbek vind je hier.