Overig

Natuurlijk Spelen, ook in het Steenbergerpark!

Hoogeveen 16 juni 2024

‘Kinderen hebben recht op risicovol spelen’
Een aftands leegstaand huis, een oude caravan, een braakliggend terrein: kinderen hebben daar de tijd van hun leven. „Een plek die verboden is voor ouders, dat is fijn voor kinderen.’’
Fietsen op alleen je achterwiel. Geen enkel kind heeft dat in een uurtje onder de knie. Het vereist oefening en doorzetten, het levert blauwe plekken op en teleurstellingen. En dan, verrek, vier meter achter elkaar!
Hetzelfde geldt voor een balletje hooghouden of een hut bouwen. Zelfs buurtverstoppertje spelen vergt vindingrijkheid en veerkracht. Buitenspelen is heilzaam en leerzaam voor kinderen.

‘Ze durven minder’
Om maar met de deur in huis te vallen: 400.000 kinderen spelen nooit buiten. Dat bracht Jantje Beton (organisatie voor jeugdvoorzieningen) naar buiten. Haar onderzoek beslaat buitenspelen in de vrije tijd, zonder toezicht van ouders.
Of niet buitenspelen erg is? Ja, zegt sportpedagoog Judith Stolwijk (51) uit Groningen. Ze is leerkracht van groep 5 op de Beijumkorf en docent bewegingsonderwijs op de ALO Pabo. Volgens haar is buitenspelen van grote waarde voor kinderen, omdat ze er moeiteloos van alles van opsteken: van samenwerken tot oplossingen verzinnen, van doorzetten tot grenzen opzoeken.
„Dat steeds meer kinderen steeds minder buitenspelen is echt zorgwekkend. Hun motorische vaardigheden hollen achteruit, waardoor ze bijvoorbeeld minder goed kunnen balanceren en minder krachtig worden. En ze durven minder. Dat kan leiden tot angstige kinderen, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut’’, zegt Stolwijk.

‘Ouders moeten uit het zicht zijn’
Volgens haar moet er hoognodig iets gebeuren om het buitenspelen te bevorderen. ,,De eerste stap is dat we ons ervan bewust zijn dat het goed is voor kinderen om buiten te spelen. Juist in de huidige maatschappij waarin alles is vastgelegd in regels en claims, waarin pech niet meer mag bestaan.’’
Stolwijk zegt dat er een belangrijke taak is weggelegd voor ouders. „Zij moeten hun kinderen van het scherm halen en naar buiten sturen. Die kinderbreintjes zijn niet bestand tegen de verslavende werking van het scherm. Ouders moeten hier grenzen stellen.’’
Ze voegt er iets aan toe: „En bij het buitenspelen moeten ouders uit het zicht zijn, die moeten hun kinderen niet zo overbeschermen, de tegenslag niet wegnemen. Kinderen hebben recht op risicovol spelen.’’

‘Kattenkwaad hoort bij buitenspelen’
Dat beaamt pedagoog Martin van Rooijen (57) die promoveert op risicovol spelen. Hij groeide op in De Meern, een dorp bij Utrecht waar hij zich vooral de huizen in aanbouw herinnert als zijn favoriete speelplek. „Via de kruipruimte van het ene huis kwamen we in het andere huis. En we pikten er bierflesjes die we inleverden bij de supermarkt.’’
Kattenkwaad hoort bij buitenspelen, zegt hij. ,,Het gaat erom dat kinderen spannende dingen ervaren, oplossingen bedenken, zelf ontdekken wat wel en niet mag, verantwoordelijk leren worden. Daar krijgen ze zelfvertrouwen van.’’

Liefdevolle verwaarlozing
Volgens hem is de klad in het buitenspelen gekomen door het drukkere kinderleven met clubjes en sportactiviteiten en door de aantrekkingskracht van het beeldscherm. En omdat het buiten saaier is geworden. „Rommelveldjes en -hoekjes zijn verdwenen, bouwplaatsen zijn beveiligd.’’
Ook is de overbescherming toegenomen, zegt hij. „Ouders zeggen voortdurend ‘pas op, kijk uit, je mag maar tot het einde van de straat’. Daar krijg je geen weerbare en veerkrachtige kinderen van, maar bange vogeltjes. Laat kinderen met rust, laat ze aanrommelen. Liefdevolle verwaarlozing heet dat.’’
Ook de overgereguleerde, aangeharkte speeltuinen nodigen niet uit tot ravotten en eindeloos spelen, beweert Van Rooijen. „Na tien keer van de glijbaan zijn de meeste kinderen wel klaar. Dan willen ze er achterstevoren van af, maar dat mag niet.’’

Hij vond het tijd voor een avonturenspeeltuin, in zijn woorden een rommelspeeltuin. Die opende in april in Utrecht, het is er verboden voor ouders, wat volgens Van Rooijen fijn is voor kinderen. „Er zijn slootjes en bosjes en er staat een oude caravan. Ook is er in de rommelspeeltuin zooi om mee te spelen. Denk aan rollators en winkelwagens waarmee ze kunnen racen, op de toppen van hun kunnen. Kinderen vinden het interessant als het net wel, net niet goed gaat.’’

‘Minder kinderen op de eerste hulp’
Die zooi beveelt hij in lezingen ook aan in de rest van het land, zoals op christelijke basisschool De Wegwijzer in Groningen. Sinds maart staat daar een container vol spullen. „Ouwe rommel van de kringloop, zoals bureaustoelen, een legerbrancard, keukentrapjes, noem maar op’’, zegt leerkracht Jenthe Baeyens (46) van De Wegwijzer.
En ja, met gewenst effect. „Het zijn uitdagende materialen waarmee kinderen hun gang kunnen gaan. Het is spannender dan de zandbak of een wagentje. Die ouwe spullen boren hun fantasie aan en doen een beroep op hun fysieke mogelijkheden. Die brancard bijvoorbeeld is niet alleen om op te liggen, die doet ook dienst bij een hut bouwen of om vanaf te glijden.’’
Of risicovol spel niet gevaarlijk is? Nee, zegt Van Rooijen resoluut. „Kinderen kunnen risico’s zelf inschatten, afwegen en aangaan. Gevaar is wat ze zelf niet zien of kunnen overzien. Daar moeten volwassenen hen tegen beschermen. Veiligheid.nl, het kenniscentrum van letselpreventie, zegt dat hoe meer kinderen risicovol buitenspelen, hoe minder ze op de eerste hulp belanden.’’

Bron: DvhN , 12-06-2024

Ontdek meer over

Deel deze pagina