Biodiversiteit

Wie waarneemt die blijft?

Een klein veldonderzoek naar gebruikers van waarneming.nl

Door Paul Kusters

Begin januari gleed Nieuwsbrief nr 103 van waarneming.nl in de digitale brievenbus. Het was een overzicht van de waarnemingen van het afgelopen jaar, vergezeld van een artikel over de waarnemer van de maand (25.000+ meldingen). Ik was oprecht verbaasd over de aantallen.

Landelijk: bijna 15 miljoen en voor Groningen: bijna 500.000 waarnemingen, verdeeld over 8.579 soorten. Maar meer nog trof mij het aantal gecontroleerde meldingen. Achter elk getal staan mensen (‘validatoren’) die al deze berichten bekijken: 10 miljoen waarnemingen gecontroleerd!

Ik raadpleeg de website waarneming.nl om tal van redenen. Niet in de laatste plaats omdat ik vanuit de werkgroep stadsecologie betrokken ben bij gemeentelijke projecten (bouw, gebiedsontwikkeling). De aanwezigheid van soorten kan van invloed zijn op de voorgenomen werkzaamheden en dat wil ik dan graag onderbouwd hebben.
Maar ik ben ook erg geïnteresseerd in welk beeld er ontstaat op grond van waarnemingen door de jaren heen. Is de klimaatverandering zichtbaar? Reageren soorten op elkaar, kun je een ecosysteem zien instorten? Kan ik de gevolgen van een warme zomer terug zien? Het maakt echt nieuwsgierig en voor ik het weet, ben ik uren aan het dwalen in de data.

In gesprekken met IVN’ers en anderen over het melden van een waarneming en waar je dat dan doet, kwam ook regelmatig de opmerking voorbij ‘dat je dit beter niet kunt melden of in ieder geval de plek moet afschermen of misschien even moet wachten met het doorgeven van de data’. Desgevraagd blijkt dat een waarneming ook ‘fotojagers’ aantrekt en die nemen het soms iets minder nauw met het niet verstoren van de natuur.

Ik ben benieuwd wie in mijn omgeving er wel/niet gebruik maakt van waarneming.nl en de daaraan gekoppelde apps ObsIdentify en ObsMapp (de Obs-app’s), of dat men juist andere apps op de mobiel heeft staan.
Ik heb een enquête met negen vragen rondgestuurd naar twaalf IVN’ers. Met in het achterhoofd: kies experts en ‘gewone’ gebruikers om een breed beeld in de antwoorden te krijgen. Ik kreeg van drie mensen geen antwoord, helaas. En natuurlijk is er iemand die helemaal geen waarnemingen vastlegt. Gewoon omdat het ‘niet in mijn systeem zit’. Dat vind ik, op een vrolijke manier, verfrissend.

Ik hoop dat meer van onze leden enthousiast worden over het doen van waarnemingen, en vooral tot het melden daarvan. Dat kan opvallend gemakkelijk door gebruik te maken van een app als Obs-app (koppelen aan je account bij waarneming.nl)

Maar nu de bewerkte antwoorden uit de enquête:

1. Gebruik je waarneming.nl? Zo ja, sinds wanneer? Zo nee, waarom niet?
Niet iedereen gebruikt waarneming.nl, zoals te verwachten viel. Dat heeft onder meer te maken met het doel van de waarneming. De mensen die de Obs-app wel gebruiken, doen dat al tussen de twee en meer dan zes jaar. De site wordt ook nadrukkelijk gebruikt om andere (bijzondere) waarnemingen te bekijken en te vergelijken. Soms ook om een beeld te krijgen van wat er op specifieke locatie of een reisbestemming te vinden is.

2. Leg je je waarnemingen ook elders vast?
Ook hier lopen de antwoorden uiteen: een van de bevraagden schrijft keurig de gegevens in een boekje en doet dat trouw elk jaar. Maar vooral voor zichzelf. Een ander maakt foto’s en bouwt zo een digitaal fotoarchief op. Iemand legt aflezingen van gekleurringde vogels vast, maar dan op cr-birding.org.

3. Waarom leg je je waarneming vast?
Het gebruik is uiteenlopend: de een legt gegevens vast om terug te kunnen kijken en herinneringen op te halen, de ander draagt nadrukkelijk bij aan wetenschappelijk onderzoek: om landelijke (en internationale) trends te kunnen volgen (SOVON). Het terugmelden van kleurringen leidt bijvoorbeeld tot ‘life stories’ van individuele vogels: leeftijd, plaatsen waar gezien, partners en nakomelingen. Gegevens worden ook gedeeld om bij te dragen aan het monitoren van minder algemene soorten.
Een van de bevraagden legt heel nadrukkelijk alle waarnemingen in het Stadspark vast. Met de waarnemingen (flora en fauna) kan het belang van het Stadspark onderstreept worden en zo bijdragen aan het beheer daarvan. Met een vergelijkbaar doel heeft de werkgroep stadsecologie ook enkele jaren krabbenscheer gemonitord in de hele gemeente.

4. Hoeveel waarnemingen plaats je per jaar?
Het aantal geplaatste waarnemingen loopt van enkele tot in de honderden. Bovendien delen de ondervraagden ook gegevens voor landelijke (SOVON) tellingen, zoals BMP-telling, PTT-telling, slaapplaatsen-telling en de MUS- en MAS-telling.

5. Wat voor soort waarnemingen doe je? Heb je specifieke aandachtsgebieden? Zo ja, welke en waarom?
Wat opvalt is dat de Obs-app gebruikt wordt om juist buiten het expertiseveld (veelal vogels) planten, insecten en schimmels te identificeren.
Verschillende apps vragen om ondersteunened bewijsmateriaal: foto’s, gps-positie, geluidsopnamen. Dat is soms lastig met de foto’s, want er beweegt nogal wat in de insecten- en vogelwereld.

6. Gebruik je digitale identificatie-apps ter ondersteuning? Zo ja, welke en waarom? Zo nee, waarom niet?
Voorafgaand aan het plaatsen van een waarneming controleren de gebruikers hun gegevens aan de hand van de gedane suggesties. Obs-app (gekoppeld aan waarneming.nl) geeft bijvoorbeeld veel achtergrondinformatie.
Ook worden verschillende apps gebruikt om de kennis bij te spijkeren en uit te breiden.
Niet elke app werkt goed in het veld. Mede daarom wordt er thuis uitgeweken naar tal van websites, zoals wadertrack.nl en geese.org.

7. Controleer je je gegevens met andere – papieren – bronnen, bij planten bijvoorbeeld Heukels (Flora van Nederland)? Zo ja, welke bron(nen) gebruik je? Zo nee, waarom niet?
Gegevens worden thuis toch vaak gecontroleerd. Iedereen heeft wel een bron die regelmatig geraadpleegd wordt, afhankelijk van passie/expertise. Uiteenlopend van veldgidsen, soortspecifieke boeken, spreidingsatlas, soortenlijst (vogelbescherming.nl), Peterson, Flora van Nederland, ANWB Vogelgids tot tal van websites.

8. Scherm je je waarneming ook wel eens af, ivm. risico voor plant, dier? (Waarnemingen worden gevolgd door fotografen en dat kan tot verstoring van leefgebied e.d. leiden.) 
Geef een voorbeeld.
Waarnemingen worden inderdaad afgeschermd, later geplaatst of helemaal niet opgegeven. Zo zijn ijsvogels, een hoornaarvlinder, roodmus, ransuil (2x) niet in de waarnemingen terechtgekomen en ook roest- en broedplaatsen blijven nogal eens buiten de registratie.

9. Welke waarneming herinner jij je het best en waarom?
Opvallend genoeg zijn, in deze kleine enquete, de afgeschermde of niet geplaatste waarnemingen ook die welke het best herinnerd worden.
Twee enthousiaste waarnemingen licht ik er letterlijk uit:

‘Een woudaapje vorig jaar in La Brenne in Frankrijk. Zeer mooi, reigerachtig en alleen tegen de schemering te zien en te horen op speciale plekken.’

‘De rode wouw! Als je een beetje afwezig uit het raam zit te staren, en je ziet een flinke roofvogel vliegen, dan verwacht je een buizerd, havik of desnoods een visarend. Maar zeker geen rode wouw boven je Nederlandse buitenwijk. Die heb ik gemeld en ik zag dat iemand anders deze een minuut eerder ook gezien had.’

En ook deze, juist omdat het zo herkenbaar is als je met Obs-app begint, mag hier opgenomen worden:

‘Mijn eerste melding op waarneming.nl heb ik gedaan van de eerste waarneming van vier Citroenvlinders op 20 februari 2021 (bij Noordlaren), waarna bleek dat overal in het land al tientallen dergelijke waarnemingen waren gedaan.’

Ontdek meer over

Deel deze pagina