Blog #6

Veilig in onze natuurtuin

Denise Humalda, herfst 2020

Zo heerlijk om op de fiets, hond voorop in zijn mand, naar de tuin te gaan. Zeg maar gerust ‘tuinen’, een groot oppervlak, want vier aan elkaar grenzende volkstuinen. Ontstaan in een periode dat er nog veel leegstand was op het tuincomplex.

Twintig jaar geleden zochten en vonden we deze buitenplek vlakbij het Stadspark. Het oude vermolmde deurtje door en daar is onze groene oase, in corona tijd bijna een vluchtplaats.

Safe in my garden, an ancient flower blooms,
and the scent from its nature, slowly squares my room …
(The Mamas and the Papas, 1968).

volkstuin,natuurtuin,Stadspark,Denise Humalda

Kijken naar de bomen vanuit de hangmat of onze zelfgebouwde Gloriette, tuinhuisje van twaalf oude achterdeuren. Zelfs als het regent is het fijn toeven op onze natuurtuin. Luisteren naar de regendruppels. Als het droog is weer verder met rondkijken met kijker en loepje.

Lopend voel je het oude veen veren, dus ja óp de tuin ben ik. Goed kijken of de paddestoelen er al weer zijn na die regendagen. En ja hoor, daar staan ze tussen de mosjes op fragiele steeltjes met hun subtiele hoedjes; kleiner dan een grasspriet, een mycena? De bolletjes van de aardappelbovisten zijn ook weer op de plek waar ik ze vorig jaar zag. Maar de rode kelkzwammen zijn nog niet te vinden.

Om een voorstelling te kunnen maken hoe onze volkstuinen er uit zien: denk aan een wilde tuin met veel bomen. Hier en daar een akkertje met groente. Dit jaar was ik blij met een aantal bietjes. Daar heb ik heel wat ongewenste groeisels voor moeten trekken. Zeker nuttig werk. Leuker vond ik de ontdekkingstochten door de smalle paadjes. Op de eikenbladeren tientallen rode balletjes van de galwesp.

Als gevolg van mijn struinactiviteiten konden de bomen, struiken en … bamboe zich fantastisch ontwikkelen. Prettig voor vogeltjes, insecten en voor ons, want altijd vogelgeluiden en dansende libellen. Ondertussen zagen wij de begroeiing meters hoog geworden en besloten dit ‘achterstallig onderhoud’ aan te pakken.

Zo gingen we dagen lang het gevecht aan met de bamboe, die ene woekerende soort met zijn enthousiaste ondergrondse wortelstelsel. De hop had de bamboe benut om haar – want mét hopbel – lianen te laten klimmen. We leerden dat we de stengels niet als stompjes moeten laten zitten, want daar struikel je over of erger… steekt dwars door je laars of schoen. Ook knipten we dan toch maar de lianen door, nadat een val in de sloot het gevolg was van een liaanlus. Soms na uren knippen uit de jungle stappend, leek het resultaat nog nauwelijks te zien. Dat werd pas zichtbaar na vele werkdagen. Middenin de bush opeens oog in oog met oude galbollen, reebruin, hard, met gaatjes. Uiteindelijk werd alles lichter, ook heel fijn voor de appelboompjes, die vanaf nu weer voller kunnen groeien en appels leveren.

gallen,herfst,Denise Humalda

Na die snoeidagen voelde ik me een ware bushvrouw en keek zelfs vol zelfvertrouwen naar die hoge elzen, die ook gesnoeid moeten. Maar hoe, klimmen? Lasso er omheen en dan zagen? Gaan we nog uitzoeken, want bomen zijn prachtig, maar licht is van belang als de buren wél groente willen verbouwen.

Rondom mij waaien de bomen en struiken zachtjes heen en weer. Iemand vertelde mij dat je een wens mag doen als je een blaadje opvangt. Jaaaaa, het is deze keer de beuk. Wat zal ik wensen? Het hoeft niet groot, om mooi te zijn.

Foto’s: Denise Humalda