Nat Heerenveldje en handwerkpoezen

Aa en Hunze 6 januari 2024

 

 

Regen regen regen. Het is overal in Nederland een natte boel. Hier in Drenthe komen we er nog gunstig af vergeleken met andere streken van het land, waar kelders onder lopen en soms hele straten onder water staan. De watermeter op het Heerenveldje heb ik nog nooit op zo’n hoog niveau zien staan: bijna helemaal bovenaan.

Het Heerenveldje? Veel mensen weten dat Teco en ik allerlei namen voor gebieden of paden hier in het bos hebben. Zo is er een Doruspaadje, genoemd naar de stoere Fjord Dorus van mijn vriendin; ik ging toentertijd vaak op het dier rijden en kwam dan nogal eens over het Doruspaadje. Er is een Bankje van de Scheefz**ker waar wij aangesproken werden door een man die beweerde dat je niet met een aanspanning door het bos mag rijden, er is de Kikkerstuw die ook IJsvogelstuw zou kunnen heten, maar het Heerenveldje heet echt zo, dat kan ik aantonen door een foto van een al wat oudere kaart toe te voegen.

Waarom heet het Heerenveldje dan zo? In een boek dat gaat over de geschiedenis van Schoonloo kwam ik een verhaal tegen waarin stond dat er vroeger een Jonkheer Koekoek van Elp (het nabijgelegen dorp) is geweest, en die Jonkheer heeft een kasteel laten bouwen tussen Elp en Schoonloo, op een heideveld. Het kan niet anders dan dat het Heerenveldje daaraan zijn naam te danken heeft, en dit verhaal verklaart ook waarom mensen uit Elp Koekoeken worden genoemd. De waarheid gebiedt me te zeggen dat er totaal geen overblijfselen van het kasteel van de Jonkheer uit Elp meer te zien zijn, misschien is het allemaal maar verzonnen.

Niet alle namen die op deze kaart vermeld staan zijn correct, er staat bijvoorbeeld ‘Zwarte Water of Elpermeer’. Elpermeer klopt, maar het moet toch echt Zwatte water zijn. Het weggetje dat er langs loopt heet ook de Zwatte, en deze naam zou duiden op een waterscheiding. Aan de ene kant van het Elpermeer ligt het gebied dat afwatert op de Aa en Hunze, aan de andere kant wordt het water afgevoerd naar de Elperstroom, en dan naar het Oranjekanaal. Gek genoeg hoort de ene helft van Schoonloo bij waterschap Aa en Hunze en de andere helft bij Drents Overijsselse Delta. Dat gaf nog een hoop commotie tijdens de verkiezingen voor het waterschap, de helft van het dorp had verkeerde stembiljetten gekregen.

Nog even over de Elper Koekoeken. Waarom de mensen uit Schoonloo Knienen worden genoemd weet ik nog steeds niet. En in Grolloo wonen de Bokken. Wablief? Misschien wassen die mensen zich niet zo vaak zodat ze stinken als een bok, een echte bok ruik je immers eerder dan dat je hem ziet. Dan zou de regen van de laatste tijd toch nog ergens goed voor zijn, dan spoelt de stank tenminste een beetje weg. Grapje hoor!!!!

Op het moment dat ik dit schrijf staan we aan de vooravond van een vorstperiode. Over een paar nachtjes kun je al op ondergelopen akkers gaan schaatsen. Of over het fietspad in het bos, want wat is het nat… .

Tv kijken vind ik maar niks, behalve naar Gold Rush op Discovery Channel, dat is echt mijn ‘Guilty pleasure’. Van die stoere kerels die druk in de weer zijn met enorme machines, en er gaat altijd wel iets stuk. Meestal wordt er uitgelegd wat er stuk is gegaan en waarom, dus je steekt er ook nog wat van op. Maar verder vind ik de meeste programma’s huilen met de pet op. Ik lees ’s avonds liever een boek, en als ik merk dat ik ga knikkebollen dan pak ik mijn borduurtje en ik werk daar aan tot ik ga slapen. Veel mensen kijken er van op dat ik ’s avonds zoet zit te borduren. “Jij rijdt op een motorfiets, en dan ga je zitten borduren?” Niet tegelijkertijd natuurlijk. Ik borduur al vanaf dat ik zestien jaar ben, dit jaar vier ik dus mijn vijftigjarige borduur-jubileum. Van handwerken word ik rustig omdat je dan zelf je gedachten kunt bepalen en ordenen, en daardoor slaap ik beter. En… met handwerken doe je de eventueel aanwezige besnorde vriendjes ook een enorm plezier. Rosanne zit ’s avonds vaak naast mij op de bank te soezen, maar soms slaat ze ineens haar klauwen uit. Ze heeft het dan gemunt op de borduurzijde die altijd bij me ligt. Soms lok ik het ook wel eens uit door met een draadje te gaan wiebelen, en dat is natuurlijk helemaal het einde voor een poes.

Toen we hier kwamen wonen hadden we de rode kater Tobias, hij was in Zeeland bij ons aan komen lopen en ik kon zijn vroegere baasje niet achterhalen dus hij is gewoon bij ons gebleven en met ons mee verhuisd naar Drenthe. Tobias was mijn assistent, hij assisteerde graag, en daarom is hij assistent geworden, logisch toch? Tobias zat er vrijwel altijd bij, wat ik ook aan het doen was, zoals een goede assistent betaamt. Alleen gras maaien of stofzuigen vond hij te lawaaiig. Natuurlijk assisteerde hij me ook bij het handwerken. Toentertijd was ik nog wel eens aan het breien, gewoon een sjaal tegen de winterkou, geen sokken of truien of iets dergelijks, het moest niet te moeilijk worden. Vaak moest ik mijn wol uit de knoop halen omdat hij er mee aan het spelen was geweest, en hij snapte uiteindelijk wel dat dàt niet de bedoeling was. Meestal keek ik eerst of Tobias niet naast mijn stoel zat en ging dan pas breien. Maar daar had hij ook iets op gevonden; op een dag was hij onder de bank gekropen zodat ik hem niet zag. Tijdens het breien werd mijn wol tot mijn grote verbazing nat, en uiteindelijk hield ik een los uiteinde in mijn handen. Tobias had op zijn schuilplaats onder de bank genoeglijk de wol door zitten knagen. Ik heb er om kunnen lachen, een assistent die je van de wal in de sloot helpt door de breiwol stuk te bijten. Zelf was hij natuurlijk van mening dat hij me enorm hielp door de kwaliteit van de wol te testen door er mee te gaan flossen. Waarvan akte.

 

Column door Marjo Giljam

 

Deel deze pagina