De Vos

Aa en Hunze 15 december 2023

De vos in het latijn Vulpes vulpes behoort tot de familie der hondachtigen. Een vos is iets groter dan een flinke kat, hoewel hij door zijn lange vacht en dikke staart vooral ‘s winters veel groter lijkt. De vos heeft een oranjebruine, rode of bruingrijze vacht, korte poten en een langgerekt lichaam. Grote puntige oren die aan de achterzijde zwart zijn, een zwart-witte snuit en amberkleurige ogen. De vos heeft een goed gehoor en reuk maar ziet minder scherp.

Kop met romp van de vos is 50 tot 80 cm lang en de staart heeft de lengte van 33 tot 50 cm. Een vos weegt tussen de 3,5 tot 10 kilo. De rekels (mannetjes vossen) zijn groter dan de vrouwtjes (moeren). Vossen maken hondachtige geluiden, zoals blaffen, huilen en knorren. De roep van een vrouwtjesvos is een hees geblaf, de rekel maakt een kort helder kef geluid. Koppeltjes kunnen jaren bij elkaar blijven.

In heel Nederland leven er vossen behalve op sommige Waddeneilanden. Ze komen voor in bos, heide, venen en duinen en in polders en landbouwgebieden met voldoende voedsel en dekking. Zelfs aan de rand van een dorp of een stad kan je vossen waarnemen.

Het is niet zo gemakkelijk om een vos te zien, door eeuwen van jacht zijn ze mensenschuw geworden. De meeste kans maak je in de maanden mei en juni vroeg in de ochtend als moedervos de jongen eten brengt. Vossen jagen alleen, meestal ‘s nachts en in de schemering. Alleen in onverstoorde gebieden wordt er overdag gejaagd. Dit zoogdier eet bijna alles en heeft een rensnelheid van dertien kilometer per uur. Slaat hij op de vlucht dan kan hij wel zestig kilometer per uur halen.

De vos is een schemer- en nachtdier en leeft in familiegroepen bij elkaar. Holen worden meestal alleen door de vossen vrouwtjes gebruikt tijdens de dracht en met haar welpen om in te slapen in de winter en voorjaar. De rest van het jaar slaapt ze net als de mannetjes op een beschut plekje bijvoorbeeld onder een dichte struik.

Een vossenpaartje deelt één territorium en ze markeren bomen en struiken met urine en een afscheiding uit geurklieren uit staart, kop en voetzolen. Indringers worden met geblaf op de hoogte gesteld van hun aanwezigheid. Onbekende kunnen beter het hazenpad nemen want om het leefgebied wordt heftig gevochten. Op de Veluwezoom en de duinen is het territorium 50 tot 150 hectare groot (dat is 0,5 – 1,5 km2), terwijl dit op de Veluwe 250 hectare is. In Drenthe waar het gebied uit stukjes bos en heide, afgewisseld met akkers en weilanden wel 900 hectare kan zijn. De territorium grens is vaak een autoweg, spoorlijn of sloot.

Vossen jagen alleen en leven in familieverband. In voedselrijke gebieden duldt het vossenpaar nog één of twee andere volwassen vossen in hun territorium. Steevast zijn dat dochters van één of twee jaar eerder. Deze ‘extra’ vrouwtjes krijgen zelf bijna nooit jongen, maar helpen een handje met het voedsel aanbrengen voor de jongen en mocht de moedervos overlijden (door jacht of verkeer) dan nemen ze de opvoeding van de welpen op zich. Tref je één of meer kleine vosjes alleen aan, laat ze dan altijd met rust.

Een vos is onmiskenbaar een heel nuttig dier want ze eten voornamelijk kleine zoogdieren zoals ratten, muizen en konijnen, die aan landbouwgewassen veel schade kunnen aanbrengen. Ook nuttigen ze vogels, insecten, eieren, bessen, afgevallen fruit en kadavers. Per dag eet een vos ongeveer vijfhonderd gram voedsel. De manier waarop een vos zijn prooi vangt is heel verschillend, kleine dieren worden op het gehoor gevangen.

Soms besluipt de vos zijn prooi een ander keer sprint hij er achteraan. Bessen worden weer geplukt. Vossen eten ook egels. Als de vos geen honger heeft bewaart hij zijn prooi in een kuiltje en bedekt deze met aarde. Zelfs maanden later weet hij zijn bewaarde prooi nog terug te vinden, erg slim hoor. De vos krijgt het meeste vocht via zijn voedsel binnen en kan lange tijd zonder drinken. Maar komt hij water tegen dan drinkt hij aardig wat.

Het vossenhol is soms een vergroot konijnenhol, maar soms ook een dassenhol wat gedeeld wordt. Bij het vossenhol ligt het uitgegraven zand recht voor de ingang terwijl bij het dassenhol het zand in een halve cirkel rond de ingang ligt. Het vossenhol heeft vaak meerdere ingangen. Dicht bij de ingang is een holte, iets verder een voorraadhol en helemaal in de diepte bevindt zich de nestruimte. Het hol word gebruikt bij slechts weer of onraad. Overdag rusten vossen in legers tussen begroeiing of in een greppel.

Vossen krijgen eenmaal per jaar jongen, de paartijd valt in de winter. In april­ of mei worden vier tot zes welpen geboren. De jongen hebben een donker grijsbruine kleur en pas na ongeveer 12 dagen gaan hun oogjes open. De eerste maand blijven ze in het hol onder de grond. Pas daarna mogen de welpen ook buiten gaan spelen.  Na vier weken krijgen de jongen vast voedsel. Dan worden ze meestal ook door het vrouwtje naar een ander, groter hol verplaatst. Het mannetje woont niet in het hol maar brengt de eerste weken wel eten. Vanaf half juni verblijven de jongen meestal bovengronds, vaak op een plek met dicht struikgewas. 

Tegen de tijd dat het herfst is zijn de jongen zelfstandig en gaan op zoek naar een eigen territorium. Hun zwerftochten strekken zich soms tot enkele tientallen kilometers afstand van hun geboorteplaats uit. Door het territoriale systeem vinden veel van de opgegroeide jongen geen rustige woonplaats, worden maandenlang van hot naar her gejaagd door territoriale vossen en komen hierdoor soms om van de honger. Of ze worden slachtoffer van het verkeer of sterven tijdens de jacht. In de eerstvolgende lente kunnen ze zich voortplanten.

De vos staat bekend om de slachting die hij kan aanbrengen in een kippenhok. Ook in vogelbroedkolonies gebeurt dit af en toe. Deze aangeboren neiging is belangrijk want 80% van de jongen haalt het eerste levensjaar niet. Vossen kunnen 9 jaar oud worden.

Vaak zie je vossen snel voorbij gaan zeker als je in gezelschap van je hond bent. Toch voelde ik me zeer gelukkig toen ik een vos tijdens zijn jacht heb kunnen waarnemen. Hij sprong hoog uit het gras op om op een muisje te duiken en dat lukt natuurlijk niet altijd. Ik was blijkbaar geen stoorzender, hield me stil en genoeg op afstand zodat ik lang genoeg alles kon bekijken tot het echt te donker werd en toch maar huiswaarts ging. Het is zo’n mooi diertje om te zien en deze ontmoeting maakte mijn dag tot een super dag.

Willy van Houte

Nog een leuke video 

Deel deze pagina