De Vlinderhof

Het is even zoeken, maar na wat bochten, bruggetjes en zelfs een trekpont kom ik aan in de Vlinderhof. Diep verscholen in het Maximapark, aan de rand van Utrecht, ligt een oase van rust. Initiatiefnemer Marc Kikkert is er behoorlijk trots op, en terecht. 

“Het had nogal wat voeten in de aarde”

“Ik was al een tijdje geïnteresseerd in tuinen. Als je daar iets meer over opzoekt kom je al snel de naam Piet Oudolf tegen. Hij is één van de beste tuinarchitecten ter wereld, maar gek genoeg in Nederland niet zo bekend. Ik was zó onder de indruk van zijn werk dat ik het plan bedacht om hem een ‘oeuvre-tuin’ in Nederland te laten ontwerpen. Dat had nogal wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk is het gelukt!”

Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn. Midden in de paarse bloemenzee probeer ik wat vlinders te ‘spotten’. “De naam kan wat misleidend zijn”, zegt Marc. “De tuin is niet speciaal aangelegd voor vlinders. Ik zocht naar een goede naam, maar dat bleek moeilijk. Het idee was om een omsloten tuin te maken, waar je even afgesloten van de drukke buitenwereld tot rust kan komen. Dat gevoel kun je ook vinden in de kloostertuinen in Utrecht, de hofjes. Het voorvoegsel ‘vlinder’ heb ik gekozen omdat het een positief en vrolijk woord is, waar iedereen blij van wordt.” Dat het geen speciale vlindertuin is, wil natuurlijk niet zeggen dat er helemaal geen vlinders zijn. In elke ‘border’ zoemt of vliegt wel iets met zes poten, wat ook de ecologische waarde van de tuin laat zien.

“Hij vroeg me of ik een paar jaar van mijn leven wilde investeren”

“Na anderhalf jaar voorwerk had ik in mei 2012 de interesse van verschillende betrokken partijen gewekt. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en heb Piet Oudolf opgebeld om mijn plan aan hem voor te leggen. Hij was gelukkig enthousiast, maar vertelde me wel dat hij een kartrekker nodig had die er een paar jaar van zijn leven in wilde investeren. Het duurde inderdaad even voordat alles geregeld was, pas eind 2013 werd begonnen met de aanleg van de tuin. De gemeente was aanvankelijk enthousiast, maar begon later wat financiële beren op de weg te zien. Gelukkig kon ik ze overtuigen dat we het onderhoud en de aanleg zelf, op een goede manier konden regelen. Ook parkarchitect Adriaan Geuze moest het ermee eens zijn, het ontwerp moest wel passen in zijn visie. Gelukkig bleken Geuze en Oudolf het goed met elkaar te kunnen vinden, die zagen de samenwerking wel zitten. Mei 2014 werd de tuin feestelijk geopend.” 

“Het laatste obstakel was draagvlak creëren. Door mijn ervaring als projectmanager wist ik dat communicatie heel belangrijk is in de opstartfase van een project. Ik ben dus al vroeg begonnen met persberichten schrijven voor in de lokale kranten. Ik heb mijn boodschap letterlijk verkondigd vanaf een zeepkistje en zélfs vanaf een preekstoel, ergens in een klein kerkje! Blijkbaar heeft het gewerkt, want toen ik een startavond organiseerde, waar geïnteresseerden zich als vrijwilligers konden melden, kwamen daar dertig mensen op af. Lang niet gek om mee te beginnen, de groep bestaat nu uit ongeveer 45 man. Daar zitten een aantal tuinders bij, die hun expertise mooi gebruiken om de andere vrijwilligers op te leiden. Er is zelfs een ‘gouden kracht’ van 80 jaar oud, die bijna dagelijks in de tuin te vinden is!”

“Er is hier altijd wel iemand”                                                                                       

“Het was lastig om genoeg startkapitaal bij elkaar te krijgen. Uiteindelijk hebben het K.F. Heinfonds en de Rabobank uitkomst geboden. Met het verkregen geld van die twee partijen heb ik ten eerste een boek laten maken. In dat boek staan bijvoorbeeld het ontwerp, de visie, en de mogelijkheden van de tuin. Dit is een mooi middel om mensen enthousiast te maken. Voor de partijen die nog twijfelden over een investering in het project heb ik een busexcursie georganiseerd, langs vergelijkbare tuinen en natuurlijk de plek waar de Vlinderhof zou komen.”

“Het doel van de tuin is tweeledig. Ten diepste is het vooral het verwezenlijken van een echte ‘Oudolftuin’ in Nederland, die voor iedereen toegankelijk is. Die man verhoudt zich tot tuinen als Rembrandt tot de schilderkunst, het is zó jammer dat maar weinig mensen hem kennen! Een ander doel is om het een verbindingstuin te laten zijn. Een plek, midden in een drukke vinexwijk, waar je ontmoet, verstilt en geniet van de natuur. Al veel mensen hebben die functies weten te vinden. Er worden hier Tai Chi-lessen en bootcamp gegeven, maar ook gaan buurtbewoners hier picknicken. Ik ben in al die tijd nog nooit in mijn eentje in de tuin geweest, er is altijd wel iemand. Gezellig toch?”