2017 10 Geurende paddenstoelen, Henk Breij

In 1672 beleefde De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een rampjaar. Van alle kanten werd ons land belaagd door vijandige troepen uit landen waar we nu goed bevriend mee zijn. In 2016 beleefden we een rampjaar in paddenstoelenland. September was extreem droog en na wat hoopgevende regen in oktober ging het verderop in de herfst opnieuw mis door droogte en vroege nachtvorsten. Dit jaar ziet het er echter heel goed uit.

De overvloedige regens in september en oktober zorgen voor een gunstig paddenstoelenklimaat. Het wemelt overal van de zwammen en er valt heel veel te fotograferen. Ik fiets op een dinsdagochtend in de tweede helft van oktober het bos in om een column vol te krijgen. Geen probleem dit jaar. Ik ga eerste even vlak bij de Urbanuskerk kijken of ik de bietengordijnzwam zie staan. Er komen in Nederland honderden soorten gordijnzwammen voor die vaak moeilijk op naam te brengen zijn. De bietengordijnzwam is wegens zijn geur echter een makkie. Even verderop zie ik een boomstronk vol met chloormycena’s, die hun naam alle eer aan doen. Ik besluit de tocht te wijden aan paddenstoelen met een geur. Aan het eind van de beukenlaan, tegen de A9 aan, weet ik een plekje waar groene anijstrechterzammen staan en ja hoor, dit jaar lukt alles. Toen ik vorig jaar in Drenthe door een mooi stuk naaldbos fietste was de lucht daar zwanger van de anijsgeur, veroorzaakt door grote groepen van deze mooi paddenstoel met zijn diepgroene hoed.

avn elfenschermpjesOnder de A9 door richting Karselaan om te kijken of er al duivelseieren liggen waar de grote stinkzwam uit tevoorschijn komt. Als ik het “karperbruggetje” over fiets ruik ik de ze al. Hun glanzend groene koppen, die een pestilente geur verspreiden, trekken vele insecten aan, die de sporen met zich mee voeren en zo zorg dragen voor een volgende generatie van deze bijzondere zwammen. Aan de voet van de berg ga ik op zoek naar elfenschermpjes die zo heerlijk naar radijs ruiken. Na enig zoekwerk zie ik een groepje van deze mooie roze mycena’s staan. Nog geen honderd meter verderop stuit ik op een groep vaalhoeden die weer naar rauwe aardappelen ruiken. Ik ben nog op zoek naar een blozende vezelkop die een paardengeur heeft, maar die kan ik niet vinden. Ik zie wel andere vezelkoppen die vaak een wat merkwaardige geur bezitten. Ze ruiken naar de vloeistof waar de helft van onze genen in zaten vlak voor de bevruchting. Ik hoop op deze manier een nette omschrijving te hebben gemaakt van deze merkwaardige geur. Voor de geurende schijnridder moet ik langs de hockeyvelden waar deze paddenstoel al jaren groeit. De zwam ruikt fris fruitig, net als de perenvezelkop, die in ons bos echter niet voorkomt. Vlak voor ik naar huis terugkeer fiets ik nog even naar een drassig landje vlak achter de Urbanuskerk. Ik zie daar kokosmelkzammen staan en ook de viltige maggizwam ruik ik al van verre. De zeepzwam en de odeurzwam zijn ook paddenstoelen met een kenmerkende geur die ik wel eens gevonden heb, maar nooit in ons bos.

Dus als u deze herfst het bos in loopt om paddenstoelen te zoeken, gebruik dan niet alleen uw ogen, maar ook uw neus.

Henk Breij
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.