
Ontwikkeling
Natuurweetje gepubliceerd op 10 mei 2019
Enige tijd geleden is beschreven hoe moeilijk het meestal is om aan kiemplantjes al te herkennen over welke plantensoort het gaat.
Nu dan verder. Van klein naar groter. Van baby via kleuter en puber naar volwassen. Dat zijn ook bij planten fasen die te onderscheiden zijn. Van kiemplantjes in dit geval gevonden in een hoek van de tuin. In grote hoeveelheden. Ze stonden elkaar ruimschoots te verdringen. Maar ook waren ze nog niet goed als soort te onderscheiden. Dat was trouwens weinig veranderd toen ze hun eerste echte bladeren kregen. Ook daaruit viel niet goed op te maken van welke planten het de voorstadia waren. Om dat te kunnen doen was nog wel enig geduld nodig.
Maar bij het groeien van de individuen wordt het geleidelijk aan gemakkelijker om te zien wat het gaat worden. Ook in dit geval is in hoofdzaak de bladgroei hulpmiddel. Bladstand en vorm. Pas later komen bloemknoppen en -stengels te zien wanneer de plant gaat doorgroeien naar zijn definitieve meer volwassen vorm.
Zoals het er bij de eerste beelden al op leek hebben we hier te maken met een mix van twee sterk op elkaar gelijkende plantensoorten. Enkele uitschieters in de groei maken dat duidelijk. Tenslotte blijkt het hier te gaan om Look zonder Look en Judaspenning. Beide soorten hebben hartvormig blad dat bij het Look wat meer afgerond is dan bij het puntiger Judaspenning. De bloemen zijn bij beide in trossen verenigd op de top van de bloemstengel. Ze lijken sterk op elkaar met hun vier kroonblaadjes. Ze zijn dan ook in een en dezelfde familie ondergebracht nl. de Kruisbloemenfamilie. Interessant is dat het Look alleen maar vrij kleine witte bloemen kent en de Judaspenning met grotere in het wit en paars bloeit met dan nog bij de Tuinjudaspenning eigenaardige paarswitte bastaarderings mengvormen.
Het bijna onverwachte grote verschil tussen de gelijkende soorten is echter aan het eind van de bloeitijd waar te nemen. De vruchtvormen zijn totaal verschillend. Het Look brengt iets gebogen rechtop staande dunne lange groene vruchten voort die later geelbruin worden en kleine ronde korrelzaadjes bevatten. De Judaspenning heeft tenslotte forse platte ovale schijven die dikke platte ronde zaden bevatten. Het zijn vruchten met een vliezig tussenschot dat als zilverwitte schijf gedurende de hele winter kan overblijven. Vandaar ook de naamgeving Lunaria annua en Judaspenning.
Beide familieleden bevatten een tussenschot (hauw of hauwtje) in de met twee kleppen openspringende vruchten. Dat is ook een verbindend kenmerk in de hele familie van de Kruisbloemen.
Jan van Twisk,
Waalre, 8-5-2019