Duizenden
Natuurweetje gepubliceerd op 14 juli 2020
Duizenden planten, nee vele duizenden, vormen tegenwoordig in de tuin een groot deel van het groen waar eens een groen gazon van gras was. Als gevolg van een verwaarlozend beleid is door weinig maaien en een te droog en al te zonnig klimaat het voormalige groene gras vervangen door een mix van vele onkruiden. Geen eentonig groen meer, maar na weken afwachten met de eerste maaibeurt in het voorjaar is er een gemengd en aardig bloemrijk veld ontstaan. Met daarin bovendien allerlei sterke plantensoorten die pas later zullen bloeien. Wegbermen en overhoeken die lang met rust gelaten worden kunnen tegenwoordig steeds vaker heel goed hetzelfde laten zien. Ook parken en slootkanten zijn daar heel geschikt voor.
Maar dan komt toch de maaimachine alles verstoren en kan de hergroei van de lage overblijvers opnieuw beginnen. Dan is de tijd gekomen dat het altijd groene duizendblad de geboden kans waarneemt en zich met vele duizenden ranken laag bij de grond gaat uitbreiden. Uitlopers zorgen zo voor een steeds dichtere mat van voorlopig nog laag blijvend groen. Pas weken later zullen alsnog vrijwel kale rechte bloeistengels met de schijfvormige witte of lichtroze bloemen gevormd worden.
Nu blijkt het Gewoon Duizendblad (Achillea millefolium) inderdaad maar een “gewone” en algemeen voorkomende en al heel lang bekende plant te zijn met veel langwerpig blad dat veerdelig wel bijna duizendvoudig en diep ingesneden is. Dus inderdaad “mille-folium” voor het “duizend-blad”. De Griekse held Achilles uit de mythologie werd in de strijd bij Troje gewond aan zijn hiel en gebruikte bladeren van de “Achillea” als wondbedekkend geneesmiddel. Jammer genoeg wel tevergeefs.
Hier is het duizendblad dus gebruikt als bodembedekkend middel. Hetgeen dan beloond wordt met het wederom verschijnen van een in eerdere jaren al optredende heksendansgroep. Een bijna complete 8-vormige dubbele ring van paddenstoelen van de Weidekringzwam (Marasmus oreades) was het gevolg. Die tot het Taailingen geslacht behorende kleine paddenstoel kan ook heel wat verdragen. De licht okerkleurige hoed is het dikste in het iets bolle centrum waar de rechte vrij dunne taaie ringloze steel zit. Een plaatjeszwam die in zomer en najaar kan verschijnen en jaarlijks kan terugkeren. Een taaie is het en tegen uitdrogen vrij goed bestand en daarom “Marasmus” genoemd want het Griekse “maraino” betekent “uitdrogen, verdorren en wegkwijnen”. Een andere eigenschap is vastgelegd in de soortnaam “oreades” dat “grensvormend” aangeeft. Dat houdt verband met het vormen van een buitenring van verdorring en een binnenveld van vergroening. Dit alles is mogelijk doordat de schimmeldraden -het mycelium- van de paddenstoelen chemische producten maken die invloed op de naaste omgeving hebben. Dat is ook nog altijd na honderden jaren te bewonderen bij de Engelse “Fairy rings” die in de omgeving van het prehistorische Stonehenge voorkomen.
Zo’n met opzet verwaarloosd “gazon” levert dus toch wel speciale verschijnselen op.
Jan van Twisk,
Waalre, 12-7-2020