
Bladmineerders
Natuurweetje gepubliceerd op 27 mei 2020
De natuur rondom biedt een eindeloze variatie aan verschijningsvormen in levende wezens. Allemaal op speciale wijze aangepast aan mogelijkheden om zo een goede kans te hebben op een voortbestaan van de soort.
Dat werd nog eens duidelijk zichtbaar toen een familielid mij opmerkzaam maakte op een vreemd verschijnsel op bladeren van net een aantal dagen geleden vers gekochte en geplante akeleien. Er waren diverse lichte kronkelstrepen zichtbaar op de bovenzijde van het blad. Onregelmatig en ongelijk van vorm en breedte. Soms was er een begin en een eind zichtbaar dat smaller of breder leek. Een in- of een uitgang met daartussen een grillige gang met donkere stippeltjes er in. Dit alles liet zien dat de trotse akeleien belaagd werden door bladmineerders. Die bleken overigens al weer vertrokken te zijn want er was geen enkele larve/rups meer te vinden. Voorstadium van een vliegend insect dat eieren legt in het bladmoes (=mesofyt) en daarin in korte tijd zich als minirups al voortkruipend dik eet en vervolgens het slagveld weer verlaat om elders zich te verpoppen. Onder achterlating dus van een licht gekleurd gangenstelsel met hier en daar uitwerpselen als dank. In dit geval is het een voor de akelei specifieke mineerder (=mijngangenbouwer). Een vlieg, vlinder, kever of zaagwesp kan de oorzaak zijn van een rups die de mijn maakt. Een tijdelijke parasiet dus. Meestal is de schade van weinig invloed op de plant.
Hier gaat het waarschijnlijk om een bladmineerder van de “Nepticula” familie die uit minuscule motvlindertjes bestaat. De familienaam is afgeleid van “Neptis” waarmee een “kleindochter” wordt aangeduid en hier zelfs met “Nepticula” een “hele kleine”. Het bijbehorend rupsje moet wel passen in de bovenlaag van het blad. De tegenwoordige naam “Stigmella” van de familie komt van het Griekse “Stigma” dat “steek, brandmerk” betekent.
Zoekende naar enkele passende afbeeldingen kwam er nog een andere kleur akelei tevoorschijn waarbij ook zo’n gangenstelsel in het blad zichtbaar is. De plant is wel volop in bloei met de hangende typische gecompliceerde kelken en op weg naar het vormen van rechtop staande vruchtdozen. Hommels met lange tongen kunnen nog net de nectar bereiken en brengen stuifmeel met hun harige dikke lijven over naar volgende bloemen.Zo is weer eens duidelijk te zien hoe ingewikkeld het natuurnetwerk is.
Jan van Twisk,
Waalre, 25-5-2020