Leden van IVN Uden op stap
Op zondag 1 oktober zijn we met een groep van 23 personen naar het Bossche Broek afgereisd voor een prachtige wandeling in dit bijzondere natuurgebied. Na eerst om 9 uur in de Groenhoeve te hebben verzameld en koffie/thee met gebak te hebben genuttigd, vertrekken we richting Den Bosch. Het weer is werkelijk bijzonder voor de tijd van het jaar, nog geen herfst te bespeuren.
Bij de ingang van het Bossche Broek worden we opgewacht door twee natuurgidsen van IVN Den Bosch; in twee groepen gaan we het gebied in. Het Bossche Broek is een uniek stukje natuur, gelegen tegen het centrum van de stad, wat ook Den Bosch als stad zeer uniek maakt. Vanuit het Bossche Broek heb je een heel mooi uitzicht op de stadswallen en op de St. Jan, de prachtige kathedraal! Op die stadswallen bevindt zich bijzondere vegetatie, waaronder vrij zeldzame muurvarentjes en het glaskruid, waarmee glas gepoetst werd in vroegere tijden.
Onze gids neemt ons mee in een stukje geschiedenis van de stad en het Bossche broek. Het Bossche Broek is altijd een zeer nat gebied geweest, maar ook hier is de verdroging flink toegenomen. Men probeert het gebied nu weer meer waterrijk te maken. De graslanden zijn momenteel allemaal gemaaid. Het maaisel is afgevoerd om verschraling van de graslanden te bewerkstelligen. Bij dat maaien worden hele stroken niet gemaaid om de insecten bescherming te bieden, en in sommige stukken om de bijzondere vegetatie te beschermen. Zo komen we de kleine pimpernel tegen, een plantje dat als waardplant van het pimpernelblauwtje dient.
Onze gids vertelt over de braamstruiken, een indicator van veel stikstof, maar tevens ook een schuilplaats voor veel insecten en vogels. We zien naast de kleine pimpernel ook de blauwe knoop, een vrij zeldzame plant, die in schrale blauwgraslanden voorkomt. In dit drukbezochte natuurgebied wordt helaas soms dit zeldzame bloempje geplukt om thuis in de vaas te zetten. We zien de grote en kleine lisdodde, boerenwormkruid, jacobskruiskruid, hennepnetel en moerasspirea. Bij bijna iedere plant weet onze gids een mooie aanvulling te geven. Voor heel veel uitbundige plantengroei zijn we te laat in het seizoen.
We komen ook langs een watertje waar de bever actief is, zo dicht bij de stad. Wonderlijk. Groep 1 heeft het geluk om daar een ijsvogeltje te zien, een prachtig kleurrijk vogeltje. Verder zien we nog een roodborsttapuit en fazanten. Deze zijn door de Romeinen meegebracht. Het is eigenlijk een zuidelijke vogel, maar hij heeft zich hier redelijk kunnen handhaven. Verder zien we een rietgors, die voor ons op het pad poseert en horen we regelmatig de Cetti’s zangers, die hier dus ook nog voorkomen. Voor de blauwborst zijn we te laat. Deze is reeds aan de trek begonnen. In het voorjaar en de zomer heb je veel kans om die hier te spotten.
Al met al een heel interessante wandeling in een prachtig gebied, waar we eigenlijk in het voorjaar nog eens op herhaling moeten!
PS: waar we ‘s middags nog naar de berg met afgevoerd maaisel stonden te bekijken, stond deze tegen de avond in brand. Die zorgde voor erg veel rookoverlast. Het is in het late nieuws van die avond nog op diverse kanalen te zien geweest.
Tekst: Thea van Zuylen
Foto’s: Paul van Zandvoort, Joep van Lieshout, NOS.nl (brand)
