Informatie uit de klimaatexcursie van 6 december 2021

Wat er allemaal verteld werd door Andre ten Hoedt tijdens de klimaatcursus excursie op 6 dec 2021

Planten en bomen

Stilstaand bij het dal naast het bezoekerscentrum waren de gevolgen van de afgelopen natte zomer al zichtbaar aan de plantengroei: er is meer Sint Jacobskruiskruid en duizendblad dan ooit. Op de hei heeft ook het pijpenstrootje door de enorme hoeveelheid vocht en als gevolg van de stikstofdepositie zich gigantisch kunnen ontwikkelen en volop de kans gekregen om te overwoekeren. De rode bosbes, die ook tussen de hei groeit, heeft hier weer van geprofiteerd. Gaspeldoorn is een soort die vooral langs de Atlantische kust voorkomt en niet tegen nachtvorst kan. Deze is nu volop te vinden op de Veluwezoom en omdat er geen strenge vorstperiodes meer zijn, zal die niet meer zo gauw afsterven.

Ook de bomen hebben te maken met klimaatsverandering. Het probleem van de snelle temperatuursverandering is dat bepaalde soorten niet mee kunnen komen. De eerdere klimaatsveranderingen gingen veel langzamer, bomen konden zich toen nog mee verplaatsen en zich aanpassen. Een windhoos, die een aantal jaar geleden door het gebied raasde, geeft ook kansen. Omgevallen bomen blijven liggen als speelmateriaal voor kinderen en er komt weer wat dynamiek in de natuur. Er ontstaan open plekken in het bos waar weer wat kan gebeuren. Daar zijn ze op de Veluwezoom bij Natuurmonumenten blij mee.

Vogels, insecten en wild

Voor de vogels op de Veluwezoom maken klimaatveranderingen dat ze minder voedsel kunnen vinden. Door de warmte ontwikkelen insecten en rupsen zich vroeg in het voorjaar en zijn ze weer weg als vogels dit voedsel nodig hebben. Het klimaat heeft ook invloed op de hoeveelheid beukennootjes en eikels. Dat er veel minder variatie in het mastaanbod (natuurlijk aanbod aan voedsel) is, komt door de hogere temperaturen. En dat heeft weer effect op de wildstand.

Voor insecten is een strenge, droge en koude winter fijner, want dan hebben ze veel minder last van schimmels. Schimmels (mycorrhiza) zitten in de bodem en werken samen met de wortels van planten en bomen. Zij zorgen voor vochtopname en voedselopname waardoor het bereik van wortels veel groter wordt. De schimmels krijgen daar koolhydraten voor terug. Stikstof tast die schimmels aan en in combinatie met droogte kan dat de genadeklap voor bepaalde soorten bomen betekenen. Door de stikstofdepositie logen veel voedingsstoffen uit.

Omdat het warmer wordt, gaan insecten en spinnen (bijv. de wespspin) zich verplaatsen in noordwaartse richting. Een groot aantal soorten gaat verdwijnen, maar daarvoor komen weer andere soorten in de plaats. Het grootste probleem hierbij is dat de onderlinge afstemming mist.

Beheer
De Veluwezoom valt onder de Natura 2000-wet, die habitat types voorschrijft die in stand gehouden moeten worden. Het lastige daarvan is dat mede onder invloed van de klimaatveranderingen er juist veranderingen in de habitat plaatsvinden. Natuurmonumenten geeft de voorkeur aan meer flexibiliteit en uitwisseling. Qua beheer moeten er keuzes gemaakt worden en dat is complex met de 100 eigenaren die het gebied rijk is.

Hei op het Herikhuizerveld

Bovenaan op de heidevelden van het Herikhuizerveld bevinden zich, als gevolg van rivierafzetting, veel grijze banen vol met grint, zand en veen. Zo’n grindige baan levert onvoldoende voeding en vocht voor de hei. Samen met de droogte maakt dit dat de hei doodgaat. Gelukkig stimuleren de grazers (paarden) die hier lopen het ontstaan van kale plekken waarop grassen én de hei weer kunnen kiemen. Als er geen myxomatose zou zijn, komen er konijnen op af die holen graven en dat trekt onder andere weer tapuiten aan. Helaas worden er alleen hazen gesignaleerd op het Herikhuizerveld.

Gewapend met deze kennis werd de excursie afgesloten bij het bezoekerscentrum.

Anja Verweij

Interesse om ook zo’n excursie mee te maken? Geef je op voor de Klimaatcursus ” de groene verandering” via klimaatcursus@ivnoostveluwezoom.nl .