Waarnemingen tijdens de vakantie

Alles ingepakt en mee. We gaan op vakantie. Alles is klaar en geregeld, we kunnen gaan. Heerlijk, we hebben er zoveel zin in. Vakantie, als het een keer zover is kun je niet meer wachten. Er komt een mailtje binnen ‘of ik eraan wil denken dat er voor de komende week een stukje voor de krant geschreven wordt’. ‘Oeps, overal aan gedacht behalve aan een stukje voor de krant’. Ik meld het maar even. ‘Een waarneming op het vakantieadres mag ook’, is het antwoord.

Op het moment dat we aankomen met al onze spullen zie ik al vlinders. Waar ik dus al heel blij van word, want de eerste vlinder die ik zie is een kleine vuurvlinder. Volgens mij heb ik dat al eens eerder geroepen. Koolwitje, atalanta, kleine vuurvlinder, verschillende soorten bijen en een bruin zandoogje. Allemaal bij elkaar, naast elkaar. Snoepen van de bloeiende braam. De tent komt in de benen en het tijdelijke huis wordt ingericht. Het is heerlijk weer en het plekje op de camping is subliem te noemen. Een broodje met eigengemaakte bramenjam laat zich smaken. Ondertussen fladdert er van alles voorbij. Kleine en grote libellen, ik breng ze niet zomaar op naam. Dat vereist enige studie die ik dus niet onderhoud. Alles is per slot de moeite waard en ik kan echt niet alles onthouden. Gelukkig brengen de verschillende appjes op de telefoon regelmatig soelaas. Een roodborstje kwettert in de bosjes en laat zich af en toe zien. Een koolmees met een prachtige stropdas hipt door de takken en een mooie vink komt dichterbij. Dat is een ander exemplaar dan thuis, deze heeft een prachtige grijze kop. Hoog in de lucht cirkelt een buizerd, de roep is onmiskenbaar. Als ik een rondje over de camping loop kom ik oog in oog met de jonkies van de boerenzwaluw en struikel ik bijna over de jonge konijntjes. Dat zijn er zoveel dit jaar. In het gebouwtje van de boswachter, daar waar je kunt schuilen als het slecht weer is of als je de tent even uit wilt, kijk ik mijn ogen uit. Geen diertje te vinden. Ja, op de spin en de mier na dan. Het is de mens die hier heeft huisgehouden. Mensen die vakantie hebben gevierd en weer naar huis zijn. Zij hebben het echt gevierd en de restjes van het feest laten ze achter op de tafel bij de boswachter. Restjes saus in allerlei smaken, voortenten, grondzeilen, waspoeder, koelelementen, mayonaise, filterhouder, kaarsjes, stoffer, jerrycan voor 10 liter water, halvarine, bestek, allerlei soorten kinderspeelgoed, campingstoeltjes, slippers, lampjes en lampolie. Alles achtergelaten voor de ander om er ook een feest mee te bouwen.

‘Er zit een grote vlinder achter je’.

Ik schrik op uit de mijmering over feestvierende vakantiegangers en hun achtergelaten attributen en ben weer waar ik wil zijn. Buiten, in de natuur. Genieten van september.