Biodiversiteit
Verbindingen in de natuur
Verbindingen in de natuur zijn aangelegd door de mens, denk aan ecoducten, doorgangen onder de grond en tunnels. En ook de hulp voor de paddentrek en andere amfibieën om de oversteek veilig te laten verlopen. Door de bouw van woningen, nieuwe wegen, spoorlijnen, kanalen moeten er oplossingen komen, zoals bijvoorbeeld ecoducten om de natuur te compenseren.
In de regio Zuid-Kennemerland zijn er drie ecoducten. Hierdoor komen leefgebieden weer in verbinding te staan met elkaar. De versnipperende natuur wordt op deze manier weer samengebracht en zo wordt het leefgebied van verschillende dier- en plantensoorten vergroot. De helling ernaartoe moet geleidelijk zijn, zodat de dieren er makkelijk gebruik van kunnen maken en dat het lijkt alsof het een is met de omgeving.

Naast de aangelegde verbindingen is eigenlijk alles met elkaar verbonden. De bomen en planten staan in verbinding met hun wortels en schimmels, zo geven zij voeding aan elkaar. De schimmels zorgen ervoor dat de plant voeding en mineralen krijgt en de plant of boom zorgt voor de nodige suikers aan de schimmels om te kunnen groeien. Dit zie je niet, maar dat is wel een belangrijke verbinding ondergronds. Waarbij je vooral in de herfst kan genieten van mooie paddenstoelen, het vruchtlichaam van de schimmels.
Insecten zijn ook onmisbaar als verbinding in de natuur, zij zorgen voor bestuiving en zo kunnen de planten bevrucht raken. Dat is een belangrijk onderdeel in de tuinbouw, zodat de bloemen bestoven worden en er vruchten kunnen groeien. Ook andere dieren zorgen voor bestuiving, zoals vogels, vleermuizen en slakken. De wind zorgt voor bestuiving voornamelijk bij grassoorten en verschillende boomsoorten, zoals bijvoorbeeld coniferen, populieren en hazelaars.
De natuurelementen aarde, water, vuur en wind staan allemaal met elkaar in verbinding, evenals de seizoenen. Door water en vuur, de zon, kunnen de bomen en planten groeien. Er ontstaat nieuw leven in het voorjaar, alles ontwaakt uit de rustperiode van de winter.
De planten en bomen staan stevig met hun wortels in de aarde, waar ze weer in blad komen, de vogels beginnen weer te zingen en komen terug van weggeweest om hier te komen nestelen en nieuw leven groot te brengen.

De wind neemt de zaden mee in de lucht om deze te verspreiden. De vogels en andere dieren zorgen er op hun beurt voor dat de zaden verspreid worden, door de zaden te eten en daarna weer uit te werpen op de grond, of het valt uit hun vachten en waar het kan ontkiemen voor nieuw leven. In de winter gaat de natuur in rust en worden oude takken, bomen en bladeren verteert om weer voeding en bescherming te geven aan insecten en winterslaper en voor de groei in het voorjaar. Dit is nog, maar een klein deel van hoe alles met elkaar in verbinding staat.
Hoe sta jij in verbinding met de natuur?
Tekst en foto’s: Sabina Larsen