2018 11 Waarom zie ik nog maar zo weinig mussen? Henk Glas
De insecten zullen de mensheid overleven. Dit heb ik in mijn jeugd vaak genoeg gehoord. Zowel het aantal soorten als individuen is enorm. Die kunnen we niet uitroeien. Het was vooral de pessimistische kijk van mensen die insecten als plaagdieren zagen. Inmiddels weten we beter. Niet alleen dat veel insecten nuttig, ja zelfs onmisbaar zijn, maar ook dat het aantal insecten de laatste jaren dramatisch is afgenomen. In het grasland van de Bovenkerkerpolder zien we percelen met alleen Engels raaigras. Zeer voedzaam voor het vee. Maar met deze laagst mogelijke diversiteit van planten mag je geen grote diversiteit aan insecten verwachten. En dus ook niet van dieren die insecten eten. Weidevogels vind je op deze percelen nauwelijks. Ganzen des te meer. Die eten gras. Dagelijks zie je ze overvliegen. Gelukkig zijn er ook percelen met meer diversiteit.
We kunnen ons natuurlijk druk maken over wat de boeren wel en niet moeten doen, maar als stadsbewoner heb je daar niet veel invloed op. Laten we ons richten op wat we wel kunnen doen! Het oppervlak van de gemeente Amstelveen bestaat inmiddels voor meer dan de helft uit bebouwde kom. Hier hebben mussen en andere kleine vogels veel terrein moeten prijsgeven aan eksters en kauwtjes. De groene diversiteit in de wijk maken we met zijn allen. Het openbare groen komt voor rekening van de gemeente. Deze taak wordt in Amstelveen helaas niet overal even serieus genomen. Het andere deel moet door de bewoners worden ingevuld. Ook sommige bewoners maken zich er gemakkelijk vanaf door alles te betegelen. Voor iedereen die er wel wat van wil maken is het aantal mogelijkheden legio en het is het beste dat niet iedereen hetzelfde doet. Daarmee creëren we diversiteit. Iedere plant met bloemen trekt insecten aan. De ene meer dan de andere, maar juist die diversiteit is zo belangrijk. De planten moeten elkaar in de loop van het seizoen aflossen als het om het leveren van nectar gaat. Bloemen met verschillende kleuren en vormen trekken verschillende insecten aan. Bekend zijn de fruitbomen die in het voorjaar veel bijen aantrekken en de vlinderstruiken die in de zomer de vlinders te eten geven. In de ongekend droge zomer van 2018 heb ik me erover verbaasd dat de Canadese guldenroede mooi groen bleef en in augustus gewoon ging bloeien of er niets aan de hand was. In deze bloemen gonst het altijd van de zweefvliegen, bijen en hommels. Een lust voor zowel het oog als het oor. Dezelfde insecten zag ik in de voorzomer massaal op knopig helmkruid en hartgespan. Beide planten hebben betrekkelijk kleine bloemen, maar zijn van dichtbij prachtig. En blijkbaar valt er veel te halen. Als je wat verschillende planten in je tuin hebt, dan is het te hopen dat ook anderen in je buurt hun best doen. Want alleen dan mag je iets bijzonders verwachten.
Henk Glas
Natuurgids IVN Amstelveen
Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.