2015 01 Winter, sneeuw en ijs, Henk Breij

Er zijn heel wat namen van dieren, planten en paddenstoelen die iets met het winterseizoen te maken hebben. De eerste naam die me te binnen schiet is die van de IJsvogel. De kobaltblauwe vogel heeft echter een hekel aan ijs. In strenge winters kan deze viseter niet bij zijn voedsel en vele van deze vliegende juwelen leggen dan het loodje. Om toch nog een kans te maken op een visje zitten deze vogels vaak bij wakken op het ijs hun kans af te wachten. Vandaar de naam. Andere vogels hebben hun naam te danken aan het feit dat ze alleen in het winterseizoen in ons land te zien zijn. De Wintertaling en de Sneeuwgors zijn hier mooie voorbeelden van.

In de plantenwereld is natuurlijk het Sneeuwklokje het meest bekende voorbeeld. Verder heb  je namen als Winterpostelein en IJsbloem, maar die laatste is een tuinplant die we vanwege zijn vrolijke kleuren zomers in onze tuin poten.

In paddenstoelenland zijn er vele namen die verwijzen naar het winterseizoen. De Winterhoutzwam is een houtbewonende paddenstoel die we vanaf de late herfst tot ver in de winter kunnen aantreffen. Het sneeuwzwammetje is een fraai wit wasplaatje, dat juist afhaakt bij het eerste graadje vorst, evenals de Sneeuwwitte mycena en het IJszwammetje. Deze laatste paddenstoel heet officieel Stekeltrilzwam, maar wordt in de volksmond IJszwammetje genoemd vanwege zijn koele grijze kleur. Het Winterdonsvoetje komt eind november tevoorschijn en doet wat dat betreft zijn naam alle eer aan. Een andere paddenstoel die een graadje vorst wel kan waarderen is het Fluweelpootje. In grote groepen kun je dit mooie goudgele zwammetje met zijn karakteristieke fluweelachtige zwarte steel (vandaar de naam) tot in december wel aantreffen. De paddenstoel is in het bezit van een kleine hoeveelheid antivries, zodat de vruchtlichamen ook bij temperaturen onder het vriespunt nog intact blijven. Een aantal weken geleden schreef ik een stukje over slijmzwammen. Een van de allermooiste slijmzwammen is het IJsvingertje, een wonderschoon kleinood bestaande uit minieme witte steeltjes.

De echte winterpaddenstoel is voor mij echter de Krulhaarkelkzwam, die pas in de tweede helft van januari te vinden is. Een jaar of tien geleden dook deze schitterend rode bekerzwam plotseling massaal op in het Amsterdamse Bos en trok mycologen van heel Nederland aan.

Ik moet u in alle eerlijkheid echter bekennen dat ik zelf niet zo’n winterliefhebber ben. Er is weinig te beleven in de natuur en als fotograaf moet ik me tevreden stellen met plaatjes van besneeuwde landschappen en ruig gevroren planten en bomen. Ik kijk dan ook grote delen van het koude seizoen uit naar de Voorjaarshoutzwam, het Lenteklokje en de Zomertaling.

Henk Breij
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.