Ganzen, Dravers en Pipopoezen door Marjo Giljam

Aa en Hunze 11 november 2023

 

Vraag aan een willekeurig iemand naar de vogelzang die de lente symboliseert en je zult vaak: “Het gezang van de merel” als antwoord krijgen. En wat is dan het vogelgeluid van de herfst? In de herfst zingen de vogels niet zo veel. Een paar weken geleden kon je op veel plekken het heldere geluid van de roodborstjes horen. De roodborstjes die hier de gehele zomer gewoond hebben, trekken in de herfst weg naar het zuiden, en de roodborstjes die noordelijk van ons land de zomer hebben doorgebracht, komen juist weer naar ons land toe. Zo schuift de populatie roodborstjes van noord naar zuid, en iedere keer wonen er hier weer nieuwe vogeltjes. Die nieuwe vogeltjes moeten natuurlijk hun territorium verdedigen, en dat is het hoge, heldere geluid dat je een paar weken geleden veelvuldig kon horen. Maar wat mij betreft is het gakken van de ganzen die over vliegen het geluid van de herfst.

De reden dat ganzen vaak in een V-vorm vliegen, is dat het aerodynamisch is. De voorste gans heeft tijdens het vliegen de meeste weerstand en zet op die manier zijn kameraadjes uit de wind, net zoals bij het wielrennen de voorste renner de kopman van de ploeg uit de wind moet houden zodat deze genoeg energie over houdt voor een eindsprint. Zielig voor de voorste gans, die komt helemaal uitgeput aan, en de rest is nog fris… . Maar als je goed kijkt en de groep ganzen een tijdje kunt volgen, zie je dat er steeds een andere gans voorop vliegt, ze wisselen elkaar netjes af. Net als bij het schaatsen, bij de groepsachtervolging.

Vrijwel iedere dag als ik ’s morgens ga fietsen zie ik groepen ganzen over komen. Deze vliegen niet in een V-vorm, de reden is dat het niet nodig is. De ganzen die ik zie, overnachten meestal in het Elpermeer, een paar kilometer van ons huis. In het water overnachten is slim van ze, want op die manier horen ze een vos, die natuurlijk wel een lekker ganzenboutje lust, van een eind aan komen plonzen en zodoende kunnen ze tijdig maatregelen nemen. Opvliegen bijvoorbeeld. ’s Morgens vroeg gaan de ganzen massaal op de wieken om naar hun foerageerplek te vliegen. Dat is hooguit een kilometer of vijf, misschien tien verderop, en het is niet nodig om voor een dergelijk klein stukje een V-vorm te formeren.

Een enkele keer gebeurt het dat een gans van een andere soort tijdens de trek in de V-vorm terecht komt, een Roodhalsgans bijvoorbeeld. Deze gans is dan als het ware op de verkeerde trein gestapt en kan niet anders doen dan in de groep ganzen mee vliegen. Zodoende kunnen we in Nederland deze vrij zeldzame Roodhalsgans ook waarnemen. Een aantal jaren geleden zagen we er een in het Lauwersmeergebied. Een onvergetelijke ervaring.

 

Mensen die de column al langer lezen, weten wel dat ik moeite had met onze kruising IJslander Geyser. Vorig jaar ben ik er af gevallen en heb daarbij mijn bekken gebroken, later ben ik nog een keer met paard en al onderuit gegaan toen hij in het bos op de loop ging voor een hond. Na veel vijven en zessen heb ik besloten om hem te verkopen. Om een lang verhaal kort te maken, ik heb Geyser in kunnen ruilen voor een Draver merrie. Ik heb haar Valérie genoemd.

 

Eigenlijk wil ik al bijna dertig jaar graag een Draver hebben, dit stamt uit de tijd dat we nog in Zeeland woonden. We hebben daar ons koetsiersbewijs gehaald, onder leiding van de roemruchte Wim Vos uit Gapinge. Na enkele theorielessen gingen we buiten mennen, en Teco’s Fjord Karel fungeerde als een van de lespaarden. Vlak voor het examen zijn we op een avond met de hele mengroep op excursie geweest naar Gapinge. Bij Wim Vos thuis werd zijn vierspan Dravers voor de marathonwagen gezet, en geloof dat dát hard gaat, vier van die Dravers. Toen we thuis kwamen, merkte Teco op: “Als Karel er niet meer is, denk ik dat ik ook een Draver ga kopen.” Dat is er tot op heden niet van gekomen, in plaats daarvan ben ik nu de trotse bezitter van een dergelijk dier. Dravers zijn vaak lieve en gewillige dieren die hun baas graag een plezier doen. Wim Vos was een graag geziene gast op de Zeeuwse Dag van het Paard, waar hij vaak spectaculaire demonstraties met zijn aanspanning gaf. Maar wat hij met zijn Dravers heeft laten zien, daar praten ze nu nog over. Ik heb het zelf helaas niet gezien, maar het moet ongeveer zó gegaan zijn. Aan het begin van het aangespannen nummer kwam een enorme vrachtwagen het terrein op rijden. De klep werd neergelaten, en wie schetst de verbazing van het publiek toen er een marathonwagen achteruit de vrachtwagen uit kwam, met daar achteraan het vierspan Dravers. Ik kan me helemaal voorstellen hoe Wim Vos ze heeft aangemoedigd om achteruit te lopen: “Kaam, kaam!” Eenmaal op aarde aangekomen gaf Wim Vos met zijn vierspan een spectaculaire show, maar het allermooiste kwam aan het einde. Het zou toch niet… . Het publiek hield zijn adem in, het vierspan draafde in volle vaart op de vrachtwagen af, vloog de laadklep op en stopte net tijdig om niet dwars door de achterwand weer tevoorschijn te komen. De klep werd dicht gedaan en onder daverend applaus verliet de vrachtwagen de ring. Voorafgaand aan ons examen heb ik aan Wim Vos gevraagd wat hij de volgende keer zou gaan laten zien op de Zeeuwse Dag van het Paard. Misschien was het een idee om zijn vierspan Dravers aan een parachute uit een helikopter te droppen? Hij lachte fijntjes, maar ik geloof dat het er niet van is gekomen. Voorlopig mag Valérie hier lekker wennen en weer gewoon paard worden na alle belevenissen op de drafbaan, ik geloof niet dat ik spectaculaire stunts met haar ga uithalen.

 

Als het voor de zóveelste dag kletsnat is van de regen, waardoor de paarden op de wei lopen te soppen, de tuin verzuipt en het huis vol hangt met natgeregende kleren, dan wordt het mij ook wel eens te moede. Gelukkig hebben we drie besnorde vriendjes die altijd wel iets komisch uit weten te halen.

Het lijkt er op dat Rosanne percussie zit te spelen op een omgekeerde emmer die in de tuin staat. En wie goed kijkt, ziet dat ze er nog bij zit te zingen ook. In werkelijkheid is ze met haar voorpootjes op de rand van de omgekeerde emmer gaan staan om wat water te drinken dat is blijven staan in het opstaande randje dat onderaan deze emmer zit. Poezen zijn erg kieskeurig als het gaat om hun drinkwater. Water uit de kraan smaakt vaak naar de stoffen die er aan worden toegevoegd om het te zuiveren, en in regenwater zitten deze stoffen nu eenmaal niet. Daarom zet ik altijd de tuin vol bakjes die met dit weer natuurlijk makkelijk vol regenen. En als het eens weinig regent, giet ik er wat kraanwater bij, de buitenlucht zorgt er wel voor dat de geur die poezen niet lekker vinden er uit gaat.

Soms is het toch nog wel even droog, en dan ben ik graag in de tuin bezig. Op dit moment raap ik de bolsters van de beuken die langs de weg staan uit het gras. Harken is geen doen met die dingen, ze zijn gewoon in het gras geregend. Rapen dus, en dat vind ik niet erg. De bolsters verdwijnen wat mij betreft in de groene container, die staat altijd gereed.

Toen ik deze week opzij keek, zag ik dat Mattias op de scheef staande container gesprongen was, en Rosanne hield hem in de gaten. Vroeger hadden we de rode kater Tobias, hij was mijn assistent en ging graag bovenop de groene container zitten als ik in de tuin bezig was. Een keer had ik de container alvast open gezet zodat ik het tuinafval er makkelijk in kon gooien. Tobias had daar echter geen erg in, hij wilde weer op zijn uitkijkpost gaan zitten zoals hij altijd deed. Ik zag hem afzetten en vervolgens met een verbaasd gezicht in de container verdwijnen. Ik heb hem er snel uit gelaten, maar hij heeft me die dag niet meer aangekeken. Er zijn grenzen.

Azi zit ook graag hoog, maar hij houdt het bij een plekje op de stam van de afgezaagde hulst. Ik had het gehele jaar veel werk aan die hulst, de tuin lag vol met besjes die natuurlijk ontkiemden en nieuwe hulstboompjes vormden. En de vermaledijde struik wierp de gehele zomer zijn leerachtige blaadjes af. Die verstikken het gazon, maar ik kreeg ze met de grasmaaier nou juist niet weg. Zodoende was ik de gehele zomer hulstblad uit het gazon aan het peuteren. Teco heeft de hulst deze zomer netjes op een hoogte afgezaagd die voor de poezen comfortabel zou zijn. Want wij maken het onze besnorde vriendjes graag naar de zin. Dat verdienen ze toch, nietwaar?

Marjo Giljam

 

Deel deze pagina