2018 02 Horror vacui winterbloeiers, Aleid Offerhaus

‘ Horror vacui’  was bij ons de uitdrukking van de week. Verder dan existentiele twijfel kwamen we alleen niet. Het was zeker geen angst voor een vacuum, want de uitdrukking  bestond al voordat het vacuum ontdekt werd in de 17de eeuw en American zombie is van 2007.

Natura abhorret a vacuo.’  De natuur schrikt terug voor niets’  of zoals je het ook zou kunnen zeggen ‘ de natuur stemt niet overeen met (de idee van) niets’ , m.a.w. Niets bestaat niet. Het idee niets is heel lang te vuur en te zwaard bestreden door theologen en  filosofen en nog steeds is het best lastig om je dat  concept, niets, voor te stellen. Is er bij voorbeeld iets voorbij de grenzen van ons heelal? (het antwoord is ‘ nee, er is niets’ )

Als we naar de boompjes en de beestjes kijken, is het duidelijk dat niets niet aan de orde is. Als er een neutronenbom op Europa zou vallen, zou alles binnen een mum van tijd overgroeid zijn met planten. Dat vind ik – in al zijn afschuwelijkheid – een troostrijk idee.

Ook nu – hartje winter – is alles – klimaatverandering of niet – groen. Minder groen  dat wel, maar groen. Floron, een stichting die onderzoek coordineert naar planten, organiseert altijd rond Oud en Nieuw een plantenjacht om te kijken welke planten er nog bloeien in dit seizoen.

Dit jaar deed ik voor het eerst mee (in Zierikzee!) en was verbaasd over de hoeveelheid planten die nu nog bloeien. Bloeien doe je als plant niet zomaar. Het is een grote investering van energie, die hartje winter misschien niet al te veel vruchten afwerpt. Maar horror vacui of niet: Geen antwoord bestaat niet en voor alles is een verklaring. Er zijn planten die bloeien en dus ga ik er  maar van uit dat bloeien in de winter wel degelijk nuttig is. Bloeien doe je als je je wilt voortplanten (tenminste, als je tot de categorie bloemplanten behoort. Varens bij voorbeeld hoeven niet te bloeien: die hebben sporen, die ze veelal jaarrond laten vallen en die eenmaal gevallen weer nieuwe varentjes geven). Bloeiende  planten hebben bloemen en bloemen moeten bestoven worden: de ‘ mannelijke’ stuifmeelkorreltjes moeten naar de ‘ vrouwelijke’ stampertjes. Dat gebeurt soms met behulp van wind, soms met behulp van water, maar vaak met behulp van bestuivers in de vorm van insecten. Als je goed kijkt zie je dat er nog overal kleine vliegjes en mugjes  zijn die hun functie als ‘ postillon d’ amour’  ook nu nog – hartje winter – serieus nemen.

Het idee dat ’s winters de natuur in rust is wordt gelogenstraft: de Muurfijnstraal, die we vonden heeft bloemetjes die duidelijk bedoeld zijn om bestuivers aan te trekken. Ze lijken erg op Madeliefjes, die overigens ook nog bloeien. ‘ Het-hele-jaar-door-mooi’ (Bellis perennis)  heet je niet voor niets. Augustin Pyramus de Candolle (1778-1841) was de eerste die de Muurfijnstraal een wetenschappelijke  naam gaf. Hij was overigens ook de eerste die ontdekte dat planten een biologische klok hebben, een ontdekking die pas ruim honderd jaar later erkend werd.

Natuurlijk wordt het meer en groener naarmate de dagen langer worden en de temperatuur stijgt, maar vergis je niet. Kijk goed om je heen en zie hoeveel planten nu nog  groen zijn en bloeien. Ga er maar aan staan bij temperaturen rond het nulpunt!

Aleid Offerhaus
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.